- Bijgewerkt
——
Voorwoord
——
Lange intercontinentale vluchten. Afstanden van 8.000+ kilometer met uren achtereenvolgend op hoogtes van 10 kilometer boven zeeniveau. Tijdens mijn vlucht terug uit Japan in 2019 besefte ik dat ik daar al enkelen van had gemaakt en dat het bijzonder was om zulke grote sprongen over het aardoppervlak te kunnen maken - maar dat het nog steeds slechts kattensprongen zijn als je naar de globe in zijn totaliteit kijkt. Amsterdam - Tokyo is 9.282 kilometer, de aarde heeft een omtrek van 40.075 kilometer. Pff. Je kunt gewoon twee keer de afstand Amsterdam - Tokyo vliegen en eerst dan zit je pas aan de andere kant van de wereld.
Het leek me een mooi doel. Ik wilde het wel eens ervaren. Hoe groot is de wereld nou echt. Wat doet het overbruggen van een afstand die tot de andere kant van de wereld voert met je. Australië gaf keuzestress en al jaren gefascineerd door de landschappen uit Lord of the Rings leek Nieuw Zeeland mij dé reisbestemming voor 2020. I’m going on an adventure!, aldus Bilbo Baggins uit The Hobbit.
Of toch niet. Eind januari 2022 zat Nieuw Zeeland nog steeds op slot voor toeristen waardoor ik nog een keer terug blikte op de oorspronkelijke incentive van het plan - naar de andere kant van de wereld willen gaan. Zo heilig is Nieuw Zeeland nu ook weer niet daarvoor. Australië nog een keer een kans geven dan maar? Google Maps erbij. Printscreentjes maken. Waar liggen highlights? Lijntjes trekken over de kaarten. Vluchten tellen. Hoeveel weken wil ik eigenlijk weg zijn? Wat kan ik aan in mijn eentje? In welk land een overstap inplannen? Ik spinde de digitale globe over het iPad scherm en dacht - het is eigenlijk wel vreemd dat de meeste mensen die naar Australië vliegen, via ongeveer precies dezelfde route terug vliegen. Als je dan toch al aan de andere kant van de wereld zit, waarom vlieg je dan niet door de andere kant op? In de enge zin van het woord maak je dan zelfs een wereldreis omdat je elke meridiaan 1 keer overgestoken bent, hoe vet is dat. De basisschool versie van mezelf die nog steeds in me zit en ik graag zo nu en dan mee laat kijken door mijn huidige ogen zou trots op zichzelf zijn.
Dus voila, de why van het basisplan. Een reis om de wereld in 28 dagen. Hoofdbestemming - Zuidoost Australië met Sydney, Melbourne en Tasmanië. Op de heenweg een tussenstop in Singapore, terug naar Amsterdam de andere kant op, met tussenstops op Hawaii en in Los Angeles. Afgelopen mei / juni maakte ik de reis en in dit verslag neem ik jullie middels 5 hoofdstukken mee in mijn verhaal:
Hoofdstuk 1 - Singapore - Metropool in de tropen
Hoofdstuk 2 - Sydney & Melbourne - Westerse miljoenensteden down under
Hoofdstuk 3 - Tasmanië - Wildernis in haar ware vorm
Hoofdstuk 4 - Hawaii - Paradijs op aarde
Hoofdstuk 5 - Los Angeles - Terug in het Westen
Op avontuur! Reis om de wereld in 28 dagen.
——
Hoofdstuk 1 - Singapore - Metropool in de tropen
——
Hiep hoi piepeloi here we go. Om Oekraïne heen maar niet te Zuidelijk want anders zit je weer boven Syrië, blijkbaar nog steeds oppassen met het luchtruim van Afghanistan en dan ook weer niet onnodig Noordelijk blijven hangen anders bots je tegen Mount Everest op. Singapore! De langste vlucht gelijk als eerst. 12 uur en 40 minuten. Aangezien ik in mijn eentje reis, maak ik er tevens een workation van. Laptop en leuke projecten mee, ontwerpen tijdens het vliegen en in de avonduren.
De luchthaven van Singapore in de vroege ochtend, nog voordat ’s werelds grootste indoor waterval aan gaat (Jewel, Changi Airport).
Ik zet het eerst koers naar het gebied Gardens by the Bay. Moderne architectuur gecombineerd met natuur lonkt hier.
Waanzinnig! De verticale tuinen van Supertree Grove.
Wandelen over de OCBC Skyway die enkele bomen met elkaar verbindt. Het luxe MarinaBaySands hotel aan de horizon. Het ‘balkon’ op rechts steekt 60 meter uit en is daarmee de grootste vrij hangende constructie ter wereld.
Cloud Forest, een botanische tuin in een moderne kas. Hier raast naast de waterval ook airco en dat is een godsgeschenk - het is bloedheet in Singapore. Verzengend heet. Zelden speelde temperatuur mij zo parten op reis. Een hoge luchtvochtigheid gecombineerd met een temperatuur van rond de 35 graden zorgt voor een uitputtende eerste dag en hier binnen is het even hemels.
Überhaupt alleraardigst wat hier groeit en bloeit.
Cloud Forest en Supertree Grove in 1 beeld.
De hoogte in en het terras op bij MarinaBaySands. Uitzicht op het Noorden van de miljoenenstad, die als kool gegroeid is in de afgelopen decennia. Zie ook de glazen bol op het water voor aan de kade - dit is een Apple Store, de eerste volledig op water gebouwd. Het kunstige witte gebouw rechtsonder aan de kade is het ArtScience museum.
Andersom richting Zuiden, Gardens by the Bay goed in het zicht.
Een bijzonder mooi ontworpen gebied - zeker als ’s avonds ook nog eens de lampjes aan gaan.
Ietsje verder de stad in, de Indiase wijk.
Kleurrijke boel hier!
Ik zou nog een dag kunnen besteden door op de bonnefooi door meer dergelijke wijken te struinen, maar met de warmte voel ik aan dat ik behoefte heb aan een plek die een aangeharkte dag belooft met eten, drinken, toiletten en airco op elke hoek - een pretpark. How lucky for me dat Universal Studios Singapore op steenworp afstand ligt.
Het was dus geen vooropgezet plan om al gelijk op dag twee een pretpark binnen te hoppen, maar nood breekt wet zullen we maar zeggen En ach aanschouw, unieke zaken ook hier hoor! De eerste next-gen Vekoma. Battlestar Galactica bestaat uit een tamme sitdown en intense inverted coaster, die als je geluk hebt duelleren met elkaar.
Aaah niks te klagen met dat weer, een nat pak zoals het hoort gehaald in de Jurassic Park rapids.
Themagebied Far Far Away. Universal Studios Singapore is dagvullend maar klein. Andere bekende klinkende namen zijn de Transformers darkride en Mummy achtbaan, unieke rides zijn o.a. de Sesamstraat darkride en Puss in Boots achtbaan. Leuk om het park meegepikt te hebben!
En dat geldt voor heel Singapore dus! Letterlijk een opwarmertje voor de rest van de reis. Terug op Changi Airport bof ik dat ik qua timing de waterval in Jewel wel spektakel zie maken. Maar het grande spektakel staat pas op punt van beginnen - op naar de volgende vlucht die naar down under voert.
——
Hoofdstuk 2 - Sydney & Melbourne - Westerse miljoenensteden down under
——
Achterin een Airbus A380, ’s werelds grootste passagiersvliegtuig, vlieg ik de nacht door en passeert de Australische outback onder me. Ik ga voorbij aan Ayers Rock / Uluru nabij Alice Springs, een van de toonbeelden van Australië die ook in een van de eerste iteraties van de reis verweven zat - maar Australië is net als de Verenigde Staten gigantisch en het is onmogelijk om alles in 1 trip van enkele weken te combineren. De focus zal zo als eerder beschreven liggen op het Zuidoosten. Deze vlucht duurt 7 uur en 40 minuten.
And there we are! Sydney, de hoofdstad van het Zuidelijk halfrond als je het mij persoonlijk vraagt. Sinds internet bestaat is mijn blik in de middag van oudjaarsdag gefocust op deze vierkante kilometers waar nieuwjaar altijd met een grande spectacle ingeluid wordt. De Harbour Bridge en Sydney Opera House liggen te baden in het zonnetje, waar het omwille van de herfst met een graad of twintig nu heerlijk toeven is.
Wat een brug joh. De unit bevat twee keer meer klinknagels dan in de hele Eiffeltoren zitten verwerkt. Later deze reis zal ik met een georganiseerde tour nog over de bovenste overspanning klimmen, op een hoogte van 134 meter.
Eerst echter gewoon er overheen wandelen, met dit majestueuze zicht op Circular Quay. Vanuit deze baai vertrekken talloze ferries heen en weer door ’s werelds grootste natuurlijke havengebied. Het voelt magisch om hier te zijn! Je kent de plek al sinds jaar en dag, weet dat het een ontiegelijk eind ver weg ligt, daardoor lijkt het onbereikbaar maar als je er eenmaal bent, ben je er gelijk enorm vertrouwd mee.
Sydney voelt heel erg als een combinatie van een stad als New York en een stad in Europa. Het gevoel van een Westerse wereldstad blinkt enorm uit in de gigantische kantoorpanden gebouwd op een vierkant stratengrid, maar de Britse invloeden zijn duidelijk merkbaar in de architectuur die als cadeautjes tussendoor te vinden zijn, samen met het links rijdende straatverkeer en namen als Hyde Park en Elizabeth Street.
Ook genoeg Aziatische invloeden hier echter en dat zien we vooral terug in het eten. Spice Alley is een van de vele toffe locaties waar je goed kunt dineren.
Geen vuurwerkshow, maar ik bof toch een beetje - lichtfestival Vivid staat op het punt om te beginnen en daar pik ik een mooi graantje van mee.
Love it!
Uitzicht vanaf Sydney Tower Eye, hoogste van de stad.
State Library of New South Wales.
Lunch in de Royal Botanic Garden.
Uitzichtje.
Van de combinatie van het Sydney Opera House en de Harbour Bridge kan ik geen genoeg krijgen. Hier aan boord van de ferry die naar Manly vaart, een voorstad aan de kust met een fraai zandstrand.
Dat is niet het enige strand aan de kust van Sydney overigens - hier zien we Bronte Beach. Aan te raden is om een hike langs de kust te maken vanuit het fameuze Bondi Beach naar Coogee Beach. Onderwijl passeer je de meest prachtige baaien waar de grote golven zorgen voor een waar surfersparadijs.
Alleraardigst!
Op dag vier in Sydney haal ik mijn huurauto op en rijd ik in een uurtje landinwaarts. Hier ligt Blue Mountains National Park, dat het best valt te omschrijven als een Grand Canyon met bomen. Dé eyecatcher van het Nationale Park zie je hierboven: The Three Sisters.
Dichterbij kom je niet.
Ik heb besloten deze hele dag te hiken in dit gebied en dat kan op mijn niveau het mooist middels de Grand Canyon track, die door een deel van de vallei slingert. Graag wil ik opmerken dat het altijd aan te raden is om het thuisfront op de hoogte te stellen als je dergelijke plannen in je eentje onderneemt - en om voorbereid op pad te gaan. Dat wil zeggen, juiste schoeisel en kleding, genoeg water in je rugzak en het gebied waar je in gaat wandelen als offline kaart opslaan op je telefoon.
Doe je dat dan is hiken in de ruige natuur een waar genot. Moeder natuur is prachtig, wandelen is heerlijk, je hebt de tijd om over alles en niets na te denken en komt bijna niemand tegen.
Om dan vervolgens te eindigen bij een dergelijk episch vista. Blue Mountains, om over naar huis te schrijven!
Halverwege dag vijf in Australië wordt het tijd om met pijn in het hart afscheid te nemen van de fijne stad Sydney en koers te zetten verder naar het Zuiden. Melbourne roept. Het is een eind though - de route van ruim 800 kilometer splits ik op in twee dagen met een overnachting ongeveer halverwege, in de officiële hoofdstad van Australië: Canberra. Deze stad is begin 20e eeuw op de tekentafel ontstaan toen er behoefte bleek aan een onpartijdige hoofdstad van het land (er mocht geen ‘strijd’ tussen Sydney en Melbourne zijn in graad van belangrijkheid). Wonderlijk genoeg is dit de enige grote stad van het land die niet aan de kust ligt en misschien mede daarom dat ie ook vrij saai is. Op wat musea na en het parlementsgebouw dat er vooral vanuit de lucht met bijbehorende infrastructuur bijzonder uitziet, valt hier weinig te beleven. Gelukkig fungeert de stad voor mij dus enkel als tussenstop en kan ik op dag twee zonder gene te voelen voort naar Melbourne.
Alwaar ik later die avond arriveer in mijn hotel. Room with a view!
Heerlijk! Wat een stad weer. Meteen ervan genieten en overal rondkijken. Melbourne is de zuidelijkste stad ter wereld met meer dan een miljoen inwoners.
Ook hier merken we de Britse invloeden weer.
Ontbijtjes gaan er op reis altijd beter in.
Andere bijtjes.
Aanschouw Melbourne! Uitzicht vanuit Melbourne Skydeck, de hoogste van de stad. Als Sydney het New York van Australië is, dan is Melbourne het Chicago van Australië. De Yarra River kronkelt doorheen de stad en mondt via westelijke route uit in de baai die de laatste haven vormt voor de Straat Bass, tussen het Australische continent en het eiland Tasmanië.
Fraaie silhouetjes altijd.
Melbourne staat bekend om de grotere stadsparken waarvan Albert Park een van de bekendsten is - niet om de laatste plaats omdat hier jaarlijks de GP van Australië verreden wordt. Veel herkenbaars van het circuit is hier echter niet te zien omdat het grootste deel van het circuit tijdelijk opgezet wordt op een bestaand wegennet. Hier en daar zie je wel kenmerkende curbs uitsteken, maar daar is dan ook alles mee gezegd.
Shrine of Remembrance, een herinnering aan de Australische en Nieuw Zeelandse militairen die gesneuveld zijn in WOI en WOII.
City Skylines.
Wandeling door de plaatselijke Royal Botanic Gardens Victoria.
Op dag twee in Melbourne maak ik weer gebruik van de huurauto (die ik overigens gewoon in deze stad achter mag laten voor een kleine extra fee) en koers ik zo’n 80% van de Great Ocean Road af. Hier ben je wel een hele dag mee zoet, omdat je overal wil stoppen en omdat de route halverwege dusdanig kronkelig wordt (je rijdt dan wel door het schitterende Great Otway National Park) dat alles sneller dan 50 kilometer per uur gevaarlijk wordt. Maar wat een kustlijn! De golven zijn hier enorm. Niet zo zeer in de hoogte, maar vooral in de breedte - het is waanzinnig om te zien dat een ononderbroken streep van kilometers breed richting kust getrokken komt, om vervolgens fraai van rechts naar links het oog van de golf te zien trekken die de golf breekt.
Dé trekpleister van de Great Ocean Road: The Twelve Apostles. Afkalvende kliffen vormen een grillig schouwspel.
Over meerdere kilometers valt zienderogen te aanschouwen hoe de oceaan de kust opeet. Omwille van de instabiele kliffen is toegang tot de stranden inmiddels verboden - in deze tijd van het jaar althans.
London Bridge is het verste punt op de route dat ik bezoek. Vanuit hier is het weer terug rijden naar Melbourne geblazen.
Er moet nog wat werk gedaan worden en ik besluit mezelf hiervoor enkele uren onder te dompelen in de lokale bibliotheek van Melbourne. Ik geniet, wat een gave manier om onderdeel uit te maken van zo’n stad.
Opperbeste bibliotheek ook weer dit.
State Library Victoria heet ie.
De laatste middag in Melbourne bestaat uit nog wat struinen door de straten en genieten van de architectuur. Oud…
… en nieuw. Way to go Australië! Goed voor elkaar wat steden betreft. Al een beetje geroken aan de natuur ook, maar daar wordt het nu pas écht tijd voor.