——
Hoofdstuk 3 - Tasmanië - Wildernis in haar ware vorm
——
In slechts een uur en een kwartier vlieg ik in de vroege ochtend vanuit Melbourne naar Hobart, de hoofdstad van Tasmanië. Misschien heb ik hier wel het meest naar uit gekeken.
In Google Earth viel mijn oog al meteen op een gebied genaamd Southwest National Park en de omschrijving op Wikipedia hiervan schreef voor mij boekdelen: 'Het is een woest inspirerend gebied, onderdeel van het Tasmanian Wilderness Heritage Area. Als grootste park in Tasmanië, is het een toonbeeld van de grootsheid en de geest van de wildernis in zijn ware vorm.’. Je kunt in principe alleen al een week ervoor uittrekken om dit park al hikend te verkennen - op 1 grote weg na die tot de rand voert is hier geen beschaving. Voor een hele week hiken heb ik helaas geen tijd, maar die ene weg daagt wel uit, ook al is ie doodlopend. Hop hop chop chop, richting de wildernis!
Metershoge varens, fantastisch.
Onbeschrijfelijk!
Buitenaards haast.
In dit gebied kom je superlatieven tekort. De bomen en planten die er groeien komen alleen op deze plek van de wereld voor, de uitzichten zijn grandioos en bergen vind ik altijd indrukwekkend. Wat een feest!
Het eindpunt van de doodlopende route is de 140 meter hoge Gordon Dam. Heen en terug vanuit de hoofdstad Hobart (toch nog goed voor zo’n 200.000 inwoners) ben je zo een uur of vijf aan het rijden naar dit punt en het moet opgemerkt worden dat je op de hele route slechts een auto of 10 tegen komt onderweg. Toch voelt het veilig, want ook al heb ik offline kaarten ingesteld, mijn mobiele telefoon heeft zowat de hele route dekking en dat heb ik in drukker bezochte Amerikaanse nationale parken wel eens anders meegemaakt.
Dus, dit is de andere kant van de wereld - of in ieder geval met zo’n 17.000 kilometer van huis het verste dat ik ooit ben geweest - en hoe voelt dat nou? Ja de bomen en struiken zien er hier anders uit, maar tja, met Whatsapp op je telefoon en daarmee direct contact met het thuisfront, een Japanse auto die je over het asfalt voert en eenmaal terug in Hobart even goed alle grote merken uit de Westerse wereld voor handen moet je het een paar keer tegen jezelf zeggen om gewaar te worden. De afstand zelf is vanzelfsprekend gewoon het ding. Om terug thuis te komen zijn er minimaal drie vluchten nodig en dat lukt allemaal niet binnen 24 uur. Absoluut vet om er te zijn hoe dan ook! Het is prachtig. En dit is pas dag 1 van 5 op Tasmanië.
Op dag twee staat een excursie op de planning - het verkennen van de Zuidoost kaap. Vanuit het historische Port Arthur stappen we op een touringcar die naar de baai van Eaglehawk Neck voert om aldaar op een boot te stappen die enkele uren rond de kliffen van Tasman National Park vaart.
En die zijn waarachtig prachtig!
Beter weertje dan gisteren ook.
Cape Hauy. Een van de hoogtepunten van de reis en misschien wel een van de mooiste plekken op de wereld die ik gezien heb, als je het me nu vraagt 🙂
De open zee is ruig, dat heb ik inmiddels wel ervaren en ook hier staan niet alleen ik, maar zo nu en dan ook onze gidsen te kijken en genieten van het spektakel dat de natuur in petto kan hebben. Plotselinge rukwinden die met de snelheid van wat op land een orkaan genoemd zou kunnen worden steken zo nu en dan de kop op in het diepe Zuiden (hier naast Tasman Island) en het moge duidelijk zijn waarom we allemaal zulke foeilelijke regenpakken aangemeten kregen voordat we aan boord gingen. Je proeft het zout op je lippen en bidt dat je camera er niet al teveel hinder van gaat ondervinden.
Tijdens het terug varen spotten we nog zeeleeuwen, dolfijnen en albatrossen (die beesten zijn echt gigantisch) en houden we onze ogen open voor walvissen, die we helaas niet tegen komen. Wat een avontuur.
Over wildlife gesproken! Een echte Skippy. Op weg van Sydney naar Melbourne dacht ik al mening doodgereden kangoeroe langs de weg te hebben zien liggen, maar nu ik voor het eerst een kangoeroe in het echt zie besef ik pas hoe groot deze beesten zijn - en ga ik er maar vanuit dat de kadavers die ik eerder zag, pademelons waren. In dit gebied echte kangoeroes in het wild spotten is blijkbaar toch nog wel tamelijk zeldzaam, dus als ik vanuit mijn auto ineens een bord zie dat adverteert met een wildlife farm om de hoek, kan ik mijn nieuwsgierigheid naar de beesten toch niet bedwingen.
En ook de naamdrager van het eiland - de Tasmaanse Duivel - is hier te vinden. Bijzondere beesten zijn dit, komen enkel op dit eiland voor in het wild, wellicht nog lastiger in het wil te spotten dan kangoeroes al zijn. Ze staan bekend om hun vraatzucht en enorm sterke kaken, waarmee ze hun prooi met bot, huid en haar tegelijkertijd opeten.
Ik geef het ze te doen, ik krijg al kiespijn van pasta al dente. Aanschouw de duurste vakantiefoto van de reis. Fun fact: Breda heeft 45 tandartspraktijken op 181.000 inwoners, Hobart heeft 58 tandartspraktijken op 200.000 inwoners. Nooit geweten dat er zoveel tandartsen in een stad konden zitten, laat staan op Tasmanië, maar ik blij want eentje was zo aardig om mij er nog tussen te proppen. Uiteindelijk was er gelukkig niks aan het handje, maar dit kan dan ook weer van de bucketlist.
En we willen wel 100% kunnen genieten he! Op dag drie trek ik verder landinwaarts en overnacht ik in een lodge in Cradle Mountain National Park, om hier twee dagen te hiken.
Dit moet wel de fijnste dag van de hele reis zijn. Goed voorbereid en wel de paadjes en bordjes volgen, het ene doorkijkje nog mooier dan het andere.
Mijn favoriete plant uit de omgeving: de Pandani. Lijkt op een Yucca, maar is minder stekelig en komt zowel als struik als boom voor.
Langzaam aan de hoogte in. Het wordt mooier met iedere stap die je zet.
Kijk dan toch.
Bergbeklimmen.
Cradle Mountain heeft een relatieve hoogte van 355 meter en ik durf het niet aan om de laatste meters tot de steeds woester wordende top te maken, maar man. Wat een uitzicht. Genieten! Het is hier ook tamelijk fris - net wat boven het vriespunt, vandaar ook de sneeuw her en der. Gelukkig draag ik laagjes. 🙂
Is ‘m weer, de Pandani.
Crater Lake.
Zelfs Bob Ross zou bij dit beeld waarschijnlijk zeggen - nounou, wellicht iets mínder idyllisch. Cradle Mountain overigens aan de horizon. Ik ben tot zowat iets voorbij de boomgrens gekomen uiteindelijk, wat ik vanuit dit uitzicht een knappe prestatie vind.
Tasmanië! Als er iets op deze trip in de buurt komt van mijn verwachtingen bij Nieuw Zeeland (om dan toch even de link te leggen met het eerdere reisplan) is het dit eiland wel. De naam spreekt tot de verbeelding, de natuur is ongekend mooi… kan het iedereen aanraden!
Wederom met pijn in het hart neem ik afscheid van een plek waar ik nog wel een week had kunnen blijven, maar de volgende bestemming dient zich aan en de reis gaat terug naar het Noordelijk halfrond. Op naar Hawaii.
——
Hoofdstuk 4 - Hawaii - Paradijs op aarde
——
Vanuit Hobart is het een kleine twee uur vliegen naar Sydney en vanuit daar is het maarliefst 9,5 uur vliegen naar Hawaii. Ik ben geen persoon die echt geniet van uren / dagen aan het strand of zwembad liggen dus als tussenstop leken twee dagen op Hawaii zelf verblijven - en dan enkel het eiland O’ahu met hoofdstad Honolulu - mij voldoende. Maar waar had ik niet over nagedacht bij het plannen van de vluchten? Tussen Australië naar Hawaii ligt de daggrens en alle uren die je kwijt raakt op je vluchten naar het Oosten, haal je op deze vlucht in 1 klap weer in. Dat resulteerde erin dat ik voor het boeken van de hotels gelukkig net op tijd erachter kwam dat ik ineens drie dagen heb op Hawaii. De dag 5 juni maak ik kalender technisch gezien twee keer mee - 1 keer als reisdag van Tasmanië naar Hawaii, 1 keer als dag 1 van 3 op Hawaii. Wonderlijke wereld!
Welkom op O’ahu! Een volledig ander landschap weer dan dat van de afgelopen weken.
Waikiki beach!
Hoofdstad Honolulu vanuit Diamondhead, een vulkanische krater aan de rand van de stad. Hawaii is echt en fascinerende plek. Zo op de kaart denk je dat het amper mogelijk is om met zo’n grote airliner überhaupt fatsoenlijk te landen op een van die minuscule stipjes midden in de oceaan, maar eenmaal daar merk je pas hoe groot het eigenlijk is. Daarbij komt dan ook nog eens dat je, plat gezegd, gewoon in de Verenigde Staten arriveert.
Dus een Starbucks en Apple Store op iedere hoek, Übers in grote getale beschikbaar, betalen met Amerikaanse Dollars en fooien voor F&B tot je een ons weegt.
Ennn… Disney. Voor ’s werelds beroemdste muis was het slechts een klein sprongetje in eigen land om ook hier een resort te kunnen betrekken.
Nee ik heb hier helaas niet overnacht, maar ik kon mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen om eens een kijkje te nemen in dit door de liefhebber bejubelde oord.
Goed bekeken, ik zeg het je.
Want een oord. Dat is Aulani. Ondanks de bestuurlijke link met de Verenigde staten voelt Hawaii al als een magische plek ver weg van de grote boze mensenwereld - maar alhier, in wat ik niet anders kan omschrijven dan het meest paradijselijke hotelresort dat ik ooit bezocht heb - zit je nóg meer gecentreerd in een bubbel van reassurance. De Hawaïaanse gitaarklanken galmen, de fakkels flakkeren, de hoffelijkheid is zoals we het graag zien van de gedreven Disney castmembers, middels zeer subtiele touches van de Disney karakters waar we allemaal van houden kunnen we even wegdromen in fantasie en dit alles op een plek midden in de grote oceaan, aan alle zijden duizenden kilometers verwijderd van de rest van de wereld. Normaliter doet Disney je geloven dat je in Polynesië zit, maar nu zit je er écht en is het nog eens Disney ook.
Dat Hawaii wonderschoon is, is in de rest van Amerika ook niet onopgemerkt gebleven. Met enige regelmaat trekt Hollywood naar de grillige doch lushe vulkanische bergen om backdrops voor hun exotische films te schieten. Aan de oostkant van het eiland O’ahu ligt Kualoa Ranch en het is hier waar mede door het succes van de eerste Jurassic Park film regelmatig camera’s door het landschap vliegen.
Schitterend! Zo groen zie je het zelden. Op deze plek zien we onze protagonisten uit de eerste Jurassic Park film op de hielen gezeten door een stampede, die op diens beurt weer op de vlucht is voor een T-rex. Je komt hier overigens niet zomaar op eigen houtje - je koopt vooraf een kaartje en rijdt vanuit een tourist centre, waar een en ander behoorlijk riekt naar een tourist trap, met een bus het gebied in en uit.
Ook King Kong en latere blockbusters zijn hier gefilmd en diverse props uit die films liggen hier nu te verweren in het zo nu en dan onverbiddelijke klimaat. Lang gaat dit er niet meer liggen. Wellicht boetseren ze tegen die tijd wel weer een nieuwe schedel erbij, de kassa moet blijven rinkelen natuurlijk.
Een rinkelende kassa en een rammelende maag, doen we toch lekker dit tussendoor!
Waikiki Beach in de avond.
Voor de laatste dag staat een hele toffe helikoptervlucht over het hele eiland gepland. Even zeker weten dat we niks gemist hebben van O’ahu! In een klein uur maken we een loopje tegen de klok in langs alles wat ik al gezien had vanaf de grond en alles wat ik nog niet gezien had. Al eerder zat ik in een helikopter, maar deze vlucht is anders - er zitten geen deuren in. Dat betekent goed vastgesnoerd op je plek zitten, magistraal uitzicht en wind. Héel. Véel. Wind.
Zo mooi!
De grillige bergruggen rond Kualoa Ranch. van beneden mooi, van boven nog mooier.
Joehoe! Ik zit boven!
De oorspronkelijke Dole plantage, bekend van de ananassen en bananen 🙂 Mocht je je afvragen waarom de bovenzijde van het beeld onscherp is: omwille van de open deuren mochten er geen losse voorwerpen mee aan boord. Telefoons om foto’s mee te maken zijn de enige uitzondering op de regel, maar die moeten wel vastgesnoerd zitten in een plastic etuitje dat om je nek hangt. Met de harde wind flapperde het plastic van het hoesje zo nu en dan voor de cameralens, met dit onbedoeld maar toch leuke tilt-shift effect als gevolg.
Pearl Harbor, zicht op het USS Arizona Memorial - een gezonken slagschip van de Amerikaanse vloot tijdens de Japanse bombardementen tijdens WOII. Een dag eerder was ik hier ook al, ware het niet dat ik de USS Arizona vanaf de kade zag. Hoewel websites je doen geloven dat je een en ander gratis en zonder reserveren kunt bezoeken, bedriegt de schijn en blijk je lang niet de enige geïnteresseerde te zijn, eenmaal ter plekke 😉
Life’s good als je een dolewhip hebt 🙂
Vooruit, nog een keertje terug naar Aulani dan.
Op de eerste ochtend in Honolulu zag ik een zongebruinde man met blote bast een plek langs de promenade uitzoeken om zijn speaker op wieltjes te stallen. Niet veel later klonken de eerste zomerse klanken daaruit, de beste man ging er met grote smile naast zitten en het zag er naar uit alsof de rest van zijn dag er zo ook uit zou zien. ‘Ik geef ‘m groot gelijk’ dacht ik nog - als ik rond zou kunnen komen van alleen maar dit doen, waarom zoveel moeite doen dan. Toch ben ik na 3 dagen Hawaii alweer verzadigd genoeg van the Island Life. En dat komt goed uit, want het vliegtuig vertrekt weer. Op naar Los Angeles.
——
Hoofdstuk 5 - Los Angeles - Terug in het Westen
——
Nog steeds verward dat Hawaii bij de Verenigde Staten hoort, laat ik me per ongeluk bij de verkeerde terminal afzetten op de luchthaven van Honolulu. Binnenlandse vluchten, dáar moeten we zijn. Niet veel later maak ik de laatste sprong over de grote oceaan en arriveer ik op bekend terrein. Al twee keer eerder bezocht ik Los Angeles.
Even vergeet je weer hoe groot deze stad is.
Ik zal eerlijk zijn: De laatste vier dagen van deze reis zijn het toetje en bestaan uit vier dagen alleen maar feest in pretparken. Eentje in Universal Studios, drie in Disney. Daar ik eerder veelvuldig geschreven heb over deze plekken kan ik het kort houden en zeggen dat het dagen waren om je vingers bij af te likken - maar graag licht ik de highlights er nog kortstondig uit.
Zo is er bijvoorbeeld een nieuw themagebied in Universal Studios Hollywood, dat verder voort borduurt op de immersieve themabeleving waar volwassen themaparkland tegenwoordig keer op keer mee aan komt zetten. Super Nintendo World is een nieuwe speeldoos van formaat die je aan alle kanten omringt en afgetopt wordt met een darkride die tot de technische hoogstandjes op deze planeet behoren. De ride ‘Mario Kart: Bowser’s Challenge’ combineert een ritsysteem met fysieke sets met interactieve elementen en augmented reality. Er komt zóveel op je af tijdens de eerste rit dat je minimaal drie ritten nodig te hebben om überhaupt een beetje door te hebben wat er nu de bedoeling is. Als het moet lijken op de games zelf is de missie met verve geslaagd - ook daar heb ik tijdens een eerste rondje geen idee wat ik doe. 😉
Het gebied is behoorlijk indrukwekkend maar in alle eerlijkheid ook wel erg druk. Alles beweegt en dat is supertof, maar alles rinkelt en tingelt ook door elkaar heen en daardoor lijkt het haast alsof je door een casino in Las Vegas loopt.
Persoonlijk gaat mijn voorkeur dan toch nog steeds uit naar deze. In 2008 bezocht ik dit park voor het laatst en in dit park had ik Potter dus nog niet meegemaakt. Het moet bovendien gezegd dat het wonderlijk is dat ten opzichte van 2008 haast 75% van dit park veranderd is. De originele studiotour, mainstreet, Simpsons ride, Mummy the Ride en natuurlijk de markante roltrappen zijn nog zowat de enige dingen in het park die onveranderd zijn gebleven. Verder, 15 jaar later, bijna een compleet nieuw park.
En ja dan zijn we er weer he. In het hart van de plek waar het ooit allemaal begon. Disneyland Resort Anaheim 🙂
Zo fijn om terug te zijn.
Met het magnum opus van het hedendaagse pretparklandschap - Star Wars: Galaxy’s Edge.
Hier is geen woord teveel over gezegd. Bijna een pretpark op zich. Zo groot.
Rise of the Resistance is de beste attractie die ik ooit heb gedaan. Een beleving van ruim twintig minuten schoon aan de haak, waarin je tijdens de hoofdrit probeert te rijmen hoe ze een ride als deze zo goed hebben kunnen timen. Elke scene en elk effect sluiten naadloos op elkaar aan en de karren bewegen met een souplesse die ik nog nergens anders zo heb ervaren. Dikke tien. Gelukkig krijg ik de kans om de attractie gedurende mijn verblijf vier keer te doen en het is keer op keer raak.
Toppertje.
Zoveel te zien, zoveel te ontdekken. Een pretpark in een pretpark.
Nog een paar laatste plaatjes dan 🙂
Rapids, altijd feest.
Hier zit het goed.
Dank Walt en Mickey!
En dan, daar waar de terugreis meestal al de dag is waarop je je vakantie normaliter als ‘voorbij’ bestempelt, is dat in deze anders. Zelden keek ik zo uit naar de terugreis van een trip: niet omdat het geen toffe trip was, maar omdat ik pas met deze laatste vlucht mijn avontuur echt voltooi. Vier weken geleden begon het lijntje daar waar het nu gaat stoppen. De wereld is echt rond. En de reis daarmee ook.
Ruim 40.000 kilometer, 49 uur vliegen, 7 vluchten, 5.076 foto's, 10 hotels - de cijfers zijn indrukwekkend maar los van de cijfers is de beleving juist het onvergetelijke en wat ik de rest van mijn leven meeneem. Het smaakt naar meer, ik heb het idee dat ik nu overal naar toe kan waar het enigszins veilig is en omarm met mijn reis letterlijk de aarde, waar we met zijn allen best blij mee mogen zijn dat we zoveel toffe plekjes hebben. Ik kan het iedereen warm aanbevelen in ieder geval!
Bedankt voor het lezen en ik zie jullie reacties graag! 🙂