De skyline van een pretpark bepaalt doorgaans je eerste indruk. Dat kan heel indrukwekkend – met een eiland vol achtbanen, zoals dat in Cedar Point het geval is – of net heel subtiel zijn. Maar één ding is altijd gelijkaardig: wanneer je die eerste glimp van het sprookjeskasteel of je favoriete rollercoaster opvangt, volgt er altijd een soort euforie. Het gevoel van “we zijn er” en “ik ben er helemaal klaar voor”. Een van de meest herkenbare pretparkskylines van Europa ligt ten westen van de Duitse A5-autosnelweg. Ter hoogte van de gemeente Rust verandert het landschap namelijk drastisch. Tussen alle slaperige dorpjes verschijnt er plots een oase vol achtbanen, futuristische staalstructuren en Vegas-achtige hotelcomplexen. Wanneer we vervolgens de uitrit richting Europa-Park bereiken, maakt mijn hart altijd weer een sprongetje. Vakantiemodus actief.
Reizen in 2020 is een avontuur op zich. Het ene moment mag je een land in, het andere moment ben je een illegale verstekeling. Om mijn favoriete Europese park tijdens dit coronajaar niet te moeten missen, spelen we twee keer kort op de bal. In juni bezocht ik Europa-Park meteen na de openstelling van de grenzen en in september keren we terug van zodra Antwerpenaren opnieuw welkom zijn in Duitsland. Met dit report bundel ik mijn ervaringen van die beide bezoeken. Europa-Park bevindt zich momenteel in het merkwaardigste seizoen van zijn 45-jarige bestaan, maar hoe beïnvloedt dat eigenlijk de totaalervaring?
Het park betreden doe je langs de Deutsche Allee of via het Spaanse themagebied, afhankelijk van je verblijfplaats. Dagjestoeristen en bezoekers die in een lokaal Gästehaus slapen, nemen de hoofdingang. Wanneer je daarentegen voor een van de hotels van het Europa-Park imperium koos, mag je de Spaanse ingang gebruiken. Is het de moeite waard om voor de officiële parkhotels te opteren? Dat hangt volledig van je budget af. Enerzijds zijn de pensions in Rust een stuk voordeliger en bieden ze meestal uitstekende kwaliteit. Anderzijds hebben de Europa-Park Hotels een zekere grandeur en ligt het themaniveau erg hoog. Het statige Bell Rock blijft mijn favoriet, maar ook ons recente nachtje in El Andaluz is me goed bevallen. Hoewel dit het oudste parkhotel is, werden de kamers allemaal grondig opgefrist. Europa-Park trakteerde ons bovendien op een bescheiden parkzicht, dus reden tot klagen is er hoegenaamd niet.
Slapen in El Andaluz, Bell Rock of een van de vier andere parkhotels heeft zo z’n voordelen. Van 8.30 tot 9.00 uur zijn er namelijk een paar attracties enkel voor hotelgasten geopend. Vooral in het IJslandse themagebied levert dat een belangrijke voorsprong op, want hier staan twee geliefde achtbanen. Wodan opent doorgaans pas om 9.00 uur, maar Blue Fire is vaak wel toegankelijk voor enkele exclusieve, wachttijdloze ritjes.
Ik begin met het slechte nieuws: ja, ook in tijden van corona staat er nog steeds een lelijke industriële hal naast Blue Fire. Het goede nieuws is echter dat het interieur daarvan recentelijk veranderde en het mag een verbetering genoemd worden. Nord Stream 2 is de nieuwe sponsor van Blue Fire en dit bedrijf bracht een karrenvracht aan hippe led-schermen mee. En de baan zelf? Die is nog steeds even briljant. De soepelheid blijft na elf seizoenen opmerkelijk, de treinen bieden veel comfort en de lay-out bevat een aantal heerlijke elementen. Mack Rides levert niet de krachtigste lanceringen en ’s werelds grootste thrill-machine is Blue Fire dus niet, maar mij stoort zoiets helemaal niet. Wat mij betreft is dit een genietbare rollercoaster met een hoge herhalingswaarde. En als ik naar de populariteit kijk, schijnt het grote publiek die mening te delen.
Wie Blue Fire zegt, die zegt Wodan. Deze in elkaar gehaakte rollercoasters zijn de sterren van het IJslandse themagebied en ze trekken allebei veel volk aan. Net daarom heb ik het altijd jammer gevonden dat Wodan geen duellerende woodie is. Een dubbele rollercoaster levert altijd wat extra spanning en de bijkomende capaciteit zou welkom zijn. Toch is dat mijn enige bedenking, want verder is Wodan een achtbaan comme il faut. De eerste afdaling is geniaal (zeker wanneer je achteraan in de trein zit), GCI’s intense bochtenwerk is aanwezig en Wodan behoudt zijn hoge snelheid tot op het einde. Ook qua inkleding valt Wodan trouwens niet tegen. De baan werd niet enkel voorzien van een schitterende wachtruimte, maar ook het station en de soundtrack zijn imposant. Dit is zonder twijfel een van Europa’s beste houten achtbanen.
Europa-Park houdt ervan om zijn attracties sullige subnamen te geven. Blue Fire wordt een Megacoaster genoemd, officieel spreken we over Wodan Timburcoaster en onze volgende attractie heet voluit Atlantica SuperSplash. Ik ben geen voorstander van die subnamen, maar ach… een ramp is het ook weer niet. Atlantica is trouwens een attractie die tijdens de bouwfase veel kritiek kreeg, maar inmiddels beschouwt haast iedereen het als een vaste waarde binnen Europa-Park. Dat is niet zo gek, want visueel blijkt dit een van de sterkste attracties in het park. Dat is niet alleen te danken aan het helderblauwe meer en de opvallende trackkleur, maar ook aan het wondermooie stationsgebouw en de statige Santa Marian. In de romp van dit schip vind je een deel van de wachtruimte en op het bovendek ligt dan weer een gezellige cocktailbar. In coronatijden wordt de horeca helaas uitgedund, waardoor deze bar momenteel dicht blijft. We zoeken onze verfrissing dus, zoals alle anderen, bij Atlantica en ook dat is fijn. De baan is weliswaar voorspelbaar en relatief kort, maar hij levert voldoende thrill en de natheid is perfect afgestemd op deze warme zomerdagen.
Over warmte gesproken… Hoewel Europa-Park ontzettend veel moeite in de Halloween- en winterevenementen steekt, is dit park op z’n allerbest tijdens hete zomerdagen. Dat heeft veel te maken met het enorme aanbod aan waterattracties. Je kan namelijk niet alleen spetteren in het vorig geopende waterpark Rulantica, maar ook in Europa-Park zijn er verkoelende rides te vinden. Zo is er een oogstrelende Splash Battle met de naam Whale Adventures, een stokoude (maar prachtig gedecoreerde) boomstammenbaan en Fjord Rafting. Die laatstgenoemde is sowieso de interessantste van het trio. Dat is namelijk een rapid river zoals die hoort te zijn. Er is veel interactie met andere boten, de baan is lang en Fjord Rafting kronkelt bovendien op schitterende wijze door het Scandinavische themagebied. In Europa scoort enkel Efteling z’n Piraña op hetzelfde hoge niveau.
Sinds 1982 werkt Europa-Park aan een concept waarbij verschillende Europese landen uitgebeeld worden. Italië was toen het eerste themagebied en vele andere zouden volgen. Toch kleurt men soms wel ‘ns buiten de lijntjes. Je vindt hier bijvoorbeeld ook een Afrikaanse zone met jungle-achtige elementen. Het oogt ouderwets en in de huidige samenleving wordt het zelfs als wansmakelijk racistisch bestempeld. Een grondige herziening dringt zich dus op en eerlijk… ik zal er geen traan om laten. We maken een tochtje met de Dschungel-Floßfahrt, stiekem hopend dat het de laatste keer was. Dit Afrikaanse gebied zou wat mij betreft gerust naar een Europees themaland getransformeerd mogen worden.
Ook Grimms Märchenwald past niet binnen het idee van Europese landen. Dit sprookjesbos werd tijdens het vorige decennium gerenoveerd, maar het blijft een flauw afkooksel van al het moois dat je in de Efteling te zien krijgt. Toch passeren we er verrassend vaak, want middenin het Märchenwald staat een van mijn favoriete rides van Europa-Park. Ik heb het over Arthur, een familieattractie die in 2014 het levenslicht zag. Arthur is een gecombineerde dark ride en hangende achtbaan, gethematiseerd naar de animatiefilms van Arthur et les Minimoys. Hoewel de animatronics en de afwerkingsgraad matig zijn, vind ik het een ijzersterke attractie. Dat is vooral te danken aan Eric Serra’s fantastische soundtrack en Mack Rides’ briljante hardware. De gondels bewegen met een ongekende souplesse en de variabele snelheden creëren een bijzonder dynamisch ritverloop. Benieuwd of het nog beter kan? Bezoek dan zeker eens Motiongate Dubai, want daar staat een nóg imposantere soortgenoot.
Kwantiteit en kwaliteit zijn niet recht evenredig. Dat merk ik wanneer ik de dark rides vandaag onder de loep neem. Weinig Europese themaparken hebben zo veel dark rides als Europa-Park, maar het niveau daarvan is helaas matig. Arthur heeft minpunten, Abenteuer Atlantis bevat te veel tweedimensionale elementen, Geisterschloß is een samengeraapt allegaartje en de Russische Schlittenfahrt lijkt door een plaatselijke Blokker-vestiging ontworpen. Zelfs de in 2018 geopende Madame Freudenreich Curiosités (een reïncarnatie van het oude Universum der Energie, middenin het Franse themagebied) heeft ondanks zijn enorme aaibaarheidsfactor weinig te bieden. Toch kreeg Europa-Park recent een gouden kans om het niveau van de dark rides op te krikken. Dat gebeurde weliswaar niet op de ideale manier – er was een enorme brand voor nodig – maar het uiteindelijke resultaat telt… of niet?
Het was een zwarte dag in de geschiedenis van Europa-Park, die 26ste mei van het jaar 2018. Een enorme vlammenzee verwoestte zowel het Scandinavische straatje als de aanpalende dark ride Piraten in Batavia. Europa-Park schakelde echter razendsnel en de heropbouw begon haast onmiddellijk. In 2019 werd de eerste fase al opgeleverd: de gevels van Scandinavië straalden met hun opgefriste look en in de kelders van datzelfde themagebied werd er zelfs een kleinschalige dark ride geïntegreerd. De zogenaamde Snorri Touren simuleert een reis naar Rulantica, het waterpark van Europa-Park. De attractie is schattig, al bevat hij naar mijn mening te veel multimedia. Je merkt daardoor dat Mack Rides hiermee vooral wilde tonen wat ze kunnen. Ja, Europa-Park is en blijft een showroom.
De brand zal wellicht nooit vergeten worden, maar sinds afgelopen zomer is Europa-Park wel opnieuw compleet. Op 28 juli heropende men namelijk Piraten in Batavia, de grootste dark ride van het park. Vroeger beschouwde ik deze attractie louter als een fijn tussendoortje. Je moest er bijna nooit aanschuiven en Piraten in Batavia bracht een rustmoment tijdens een dag vol rollercoasters. Topniveau haalde de attractie echter niet; Disneyland en Efteling leverden opvallend meer diepgang in hun dark rides. Ik mag jullie echter met plezier melden dat Europa-Park dankzij Piraten in Batavia 2.0 eindelijk meespeelt met de grote jongens. De animatronics bewegen hier en daar nog ietwat houterig, maar verder ging men duidelijk naar the next level. Wat een sfeerschepping! Het exterieur en de wachtruimte zijn prachtig, de ride zit boordevol details, de muziek werd geplust en de vele projecties leveren in dit geval een meerwaarde. Hoewel er nog wat schoonheidsfoutjes zijn (die bliksemschichten?!) heeft Europa-Park een topproduct afgeleverd. We schepen vandaag dus met plezier een tweede en derde keer in, gewoon om al die pracht en praal opnieuw te bewonderen.
Na onze tweede rit blijven we overigens nog even hangen, want we lunchen vanmiddag aan de oever van Piraten in Batavia. Het vernieuwde Bamboe Baai pakt tegenwoordig uit met op maat gemaakte food bowls en da’s een tof concept. Toch volgt er een waarschuwing voor de zuinige medemens: goedkoop zijn die kommetjes niet. Ik betaal 17 euro voor een bowl met noedels/rundsvlees en een drankje, dus dat is (zelfs naar pretparknormen) een stevige prijs. Gelukkig valt er over de smaak en hoeveelheid niks te klagen. Eten in Europa-Park is altijd een plezier en dat blijkt bij dit gloednieuwe restaurant niet anders.
De nieuwe Piraten in Batavia is de meest iconische dark ride binnen het park. Maar wat is eigenlijk de meest iconische rollercoaster van Europa-Park? Tegenwoordig is het moeilijk om dat te bepalen, maar tijdens mijn eerste bezoek in 2000 had ik ongetwijfeld Euro-Mir geantwoord. Dankzij de vijf futuristische spiegeltorens is dit een blikvanger aan de skyline van Europa-Park. Ondanks zijn moderne uiterlijk is Euro-Mir helaas niet mee met de tijd. De baan dateert uit het tijdperk waarin Mack bekend stond omwille van brute knikken en dat voel je. Bovendien is de verhouding tussen trage en snelle gedeelten niet in balans, waardoor Euro-Mir een beetje ontgoochelend overkomt. Als je daarbij bedenkt dat ook de wachtruimte en het station ergens in de jaren ’90 bleven hangen, besef je dat deze coaster klaar is voor een grootschalige upgrade. De heerlijke techno-beat mag trouwens wel blijven, dankjewel.
Volgens de alwetende Roller Coaster Database staan er in Europa-Park maar liefst dertien achtbanen. Daar zijn een aantal toppers bij, maar sommige exemplaren vallen ook in de middelmatige categorie. Alpenexpress Enzian en Schweizer Bobbahn zijn bijvoorbeeld enkel vermeldenswaardig omwille van hun thematisering. Alpenexpress raast door een feeërieke grot en die saaie, korte bobsleebaan werd geïntegreerd in een schilderachtig Zwitsers bergdorp. Ook Matterhorn Blitz valt onder deze noemer van net-niet-attracties. Het is een van de leukste Wild Mouse-achtbanen in onze contreien, maar tja… het blijft een Wild Mouse. Hoewel Europa-Park een tof thema en een originele start van de rit bedacht, kan je Matterhorn Blitz dus gerust overslaan wanneer de wachttijd te lang is.
De meeste airlines hebben minstens twee uur nodig om je van Zwitserland naar Griekenland te brengen. Hier in Rust maak je de reis echter op enkele seconden. De Griekse zone opende ter ere van het 25ste jubileumjaar van Europa-Park en groeide uit tot een fotogenieke plek. Wie haalde zijn camera of telefoon nog niet boven wanneer Poseidon en zijn monumentale stationsgebouw opdoemden? Deze waterachtbaan garandeert trouwens eveneens een monumentale rit. Sommige fans klagen over het ruige eerste coastergedeelte, maar mij stoort dat niet. Neen, dan focus ik liever op de fraaie wachtruimte, de lange ritduur en het enorme fungehalte waar Poseidon mee uitpakt. Als je me vraagt naar m’n tien favoriete waterattracties, dan verdient Poseidon zeker een vermelding. Tussen de pilaren van Poseidon verschuilt zich trouwens Pegasus. Die coaster scheert qua decoratie helaas geen hoge toppen, maar hij bevat meer power dan je op het eerste zicht denkt.
Pegasus is een kinderachtbaan. Vijftig meter verder staat dan weer een rollercoaster die fanaten graag schertsend een kinderachtbaan noemen: Silver Star. Sommige coasterfans hebben weinig lovende woorden voor deze hypercoaster, die nochtans met behoorlijk stevige statistieken pronkt. Hij is 73 meter hoog, ruim anderhalve kilometer lang en zijn topsnelheid ligt hoger dan de snelheidslimiet op Belgische autosnelwegen. Toch begrijp ik de criticasters enigszins. Silver Star is namelijk geen thrill-machine zoals Expedition GeForce of Shambhala; hij voelt wat bedeesder. Ik vind Silver Star daarom niet automatisch slecht – vooral front seat blijft het een topbaan – maar je verwachtingen moeten wel op een correct niveau liggen.
De beste achtbaan van Europa-Park is niet Silver Star, zoveel is zeker. Blue Fire en Wodan maken wel kans op die titel, maar ook de buurman van Silver Star is een van mijn favorieten. Onder de Epcot-achtige golfbal staat namelijk een replica van de Moulin Rouge, meteen ook de ingang van Eurosat – CanCan Coaster. Eurosat stond jarenlang bekend als een bruuske ervaring en de inkleding was zwak, dus de renovatie van 2018 kwam geen tel te vroeg. Jammer genoeg maakte CanCan Coaster tijdens zijn debuutjaar een slappe indruk. De on-board audio was regelmatig defect en Europa-Park schaamde zich zo hard voor de decoratie dat ze de meeste belichting permanent uitschakelden. Vandaag de dag is deze overdekte achtbaan er gelukkig veel beter aan toe. De theming oogt charmant, de baan loopt soepeler dan een Zwitsers uurwerk en de lifthill-muziek vormt een magistrale ode aan de oude Eurosat. Kortom… CanCan Coaster is topkwaliteit uit de werkplaats van Mack en ik stap telkens met een brede glimlach uit.
Geen zin om voor CanCan Coaster aan te schuiven? Dan heb je geluk, want er zijn twee opties om de rij over te slaan. Nummer één: betaal een paar euro’s en neem plaats in Valerian, de Virtual Reality-versie van Eurosat. Toch is dat mijns inziens geen aanrader. Ik probeerde het één keer in 2018 en was niet onder de indruk. Gelukkig is er nog optie nummer twee en die heet VirtualLine. Tijdens de coronamaanden heeft Europa-Park zijn single ride-concept (wellicht tijdelijk) afgeschaft. Die aparte rijen worden tegenwoordig benut voor een soort Fastpass-variant. Via de smartphone-applicatie van Europa-Park kan je tijdsloten reserveren voor zes populaire attracties. Is het een succes? Ja en nee. Enerzijds ben ik fan, want VirtualLine reduceert je wachttijd naar het absolute minimum. In Disneyland moet je met een Fastpass vaak nog een aardige rij doorkruisen, maar hier kan je meestal meteen instappen. Bovendien is het aantal plaatsen voor de virtuele rij zeer beperkt, waardoor de gewone wachtrijen nauwelijks vertragen. Anderzijds voelt VirtualLine als een soort loterij. Het systeem is niet transparant en de beschikbaarheid van tijdsloten fluctueert een hele dag lang. Hoewel we er tijdens de afgelopen bezoeken veel voordeel uit haalden, hoop ik dus dat VirtualLine verdwijnt van zodra we opnieuw naar de oude vertrouwde realiteit evolueren.
Eurosat is niet de enige attractie waarin we het nachtelijke Parijs en een verlichte Eiffeltoren bewonderen. Ook bij Voletarium duikt dit beeld op, weliswaar in een totaal andere vorm. Voletarium was in 2017 Europa-Parks antwoord op Disney’s succesverhaal Soarin’. Ik had toendertijd trouwens geen hoge verwachtingen. De originele Disney-versie is fantastisch, maar de meeste later gebouwde varianten bleken tamelijk flauw. Europa-Park heeft echter goed werk geleverd, want Voletarium is veel meer dan een goedkoop kopietje. De attractie kreeg niet alleen een eigen mini-themazone en een adembenemend mooie wachtruimte, maar ook de filmkwaliteit is haarscherp. Heeft Europa-Park het grote Disney hiermee geëvenaard? Dat helaas net niet. Soarin’ heeft nog steeds die majestueuze muziek en Team Deutschland maakte bovendien enkele rare keuzes voor de scène-indeling van Voletarium. Als Europa-Park echter gewoon een geliefde familieattractie wilde verwezenlijken, dan is het resultaat excellent.
Spaß für die ganze Familie, dat is wat Europa-Park belooft in iedere folder en advertentie. Hoewel wij ons doorgaans focussen op de spectaculaire achtbanen, dark rides en cocktailbars, liegt het park niet. Vlak bij de hoofdingang liggen namelijk enkele zones die zich op de jongste bezoekers richten. Old timers, Leonardo Da Vinci’s vliegmachines, een bootvaart langs elfen of de stoomtreintjes van Jim Knopf… het aantal kinderattracties is nauwelijks te tellen. De mooiste collectie vermaak op kinderformaat vind je trouwens in het Ierse themagebied. Deze uithoek van het park is aangenaam om te zien en er zijn bovendien amper wachtrijen voor de attracties. Mijn voorkeur gaat uit naar een rondje Blue Fire, maar gezinnen met jonge kinderen vinden hier ongetwijfeld hun gading.
Het is traditie om ’s middags een drankje te doen bij Bar Chez Marianne. Het is traditie om Silver Star kort na de middag te doen. Het is traditie om Fluch der Kassandra over te slaan. Het is traditie om ’s avonds een cocktail te drinken in een van de hotels. En het is ook traditie om nog eens dromerig naar de skyline van Rust te staren terwijl we opnieuw naar België vertrekken. Je zou Europa-Park daardoor een gewoontepark kunnen noemen. Maar wordt het daardoor niet een tikkeltje eentonig of saai? Neen, dat ervaar ik helemaal niet zo. Europa-Park voelt weliswaar als een tweede thuis, maar toch slaagt dit park er in om me telkens weer te verrassen. Tijdens het meest recente bezoek was ik vooral onder de indruk door de schoonheid van Piraten in Batavia, maar er zijn ook andere dingen die me blijven verbazen. De precisie en souplesse waarmee dit park gerund wordt, bijvoorbeeld. Of de kwalitatief hoogstaande horeca en de liefde voor thematische details.
Is Europa-Park het meest ultieme themapark ter wereld? De familie Mack beweert van wel, maar er valt over te discussiëren. Ik ben een overtuigde fan van dit park, maar ik moet toegeven dat Europa-Park op weinig vlakken de beste van de klas is. De achtbaancollectie is niet de spannendste van de planeet, qua thema’s blijft Europa-Park achter op Disney en de shows halen doorgaans geen topniveau. Toch scoort men op al deze vlakken een ruime voldoende, waardoor Europa-Park aan de eindmeet alsnog in aanmerking komt voor de medailles. Gaandeweg werkte men trouwens ook enkele pijnpunten weg. Het personeel is tegenwoordig een stuk vriendelijker dan tien jaar geleden en ouderwetse parkgedeelten worden langzaam maar zeker heropgewaardeerd. Het is een plezier om te zien hoe Europa-Park aan de toekomst werkt en dat doet men – als je het mij vraagt – op de juiste manier. Ik kwam hier graag, ik kom hier graag en tijdens de komende jaren zal daar wellicht niets aan veranderen.
Tschüss Europa-Park en tot snel! Bedankt voor alweer een großartige dag.
Glenneke