Het is goed wonen in Colorado, maar het grootste nadeel van een toeristisch bergdorp is dat je ’s zomers wordt overspoeld door mensen die geen binding met je gemeenschap hebben. Uiteindelijk betekende dat deze zomer dat de gouverneur ingreep en mondkapjes verplicht stelde, omdat half Texas en Arizona de zomerhitte en Covid-19 besloten te ontlopen… bij ons.
Vrienden uit Missouri kwamen ook, maar zij begonnen hun veilige bubbel in de hoop hun familie hier te zien en kwamen ook bij ons met mondkapjes en veel afstand houden op bezoek. Toen ik verzuchtte dat ik toch graag een achtbaantje zou doen deze zomer zeiden ze zonder twijfel: als je voorzichtig bent op weg naar ons toe, ben je van harte welkom. De parken in onze omgeving zijn nog strenger qua regels dan je eigen dorp."
Anderhalve week later gaat op een vroege dinsdagochtend de wekker. Het is 3.45 als ik de auto stap en als ik na een uur rijden aan de lange bergpas en afdaling richting Denver begin komt in de verte boven Kansas de zon op. Ik ben vandaag op weg naar Sioux City, waar geen pretpark of achtbaan te vinden is, maar ik wel redelijkerwijs in een dag kan aankomen en vervolgens mijn achtbaantrip naar nieuwe parken in ’t Midwesten kan aftrappen. Omdat ze in Nebraska nog altijd alle vanzelfsprekende Covid-regels in de wind slaan, gooi ik bij ’t laatste tankstation in Colorado mijn auto vol en begin ik gewapend met goeie podcasts, een flesje cola en een zak beef jerky aan de 550km naar Iowa.
Interstate 70 in oostelijke richting naar Denver
Ik red ’t makkelijk, sterker nog, ik red ’t met nog een paar druppels in de tank helemaal tot in Sioux City, waar ik het stadsmuseum bezoek en leer over de bief-industrie van Iowa, de stadsbrand van 1904 (die downtown helemaal in de as legde) en de dramatische vliegtuigcrash van 1989. Die crash veranderde vliegtuigontwerpen voor altijd en bewees de waarde van ’t scenariovliegen in simulators voor piloten. (Hier de Nederlandse wiki: https://nl.wikipedia.org/wiki/United_Airlines-vlucht_232, maar neem vooral ook de tijd voor de Engelstalige pagina, die wegleest als een spannend boek.) Ik vind ’t bovenal een leuk uitgevoerd museum dat niet alleen maar enthousiast over eigen stad praat, maar ook de keerzijdes van verscheidene industrieën laat zien. Na meer dan elf uur in de auto vandaag eet ik vervolgens op ’t rustige terras van ’t Hard Rock Casino in de stad een hamburger en zoek ik mijn eigen hotel even verderop op.
Tof hoor
Goed museum dit
De volgende ochtend voelt pas echt als de eerste dag van mijn vakantie, want het is vandaag tijd voor twee pretparken en wel de twee grootste parken van Iowa. Er zijn er momenteel drie (een klein parkje naast een honkbalstadion op de grens met Illinois heeft een SBF Visa spinning coaster) en een vierde park (dat Kanonen kocht van Liseberg) is in aanbouw, maar mijn bestemmingen vandaag bevatten gezamenlijk acht van de negen actieve credits in deze plattelandsstaat.
Na twee uurtjes vanuit Sioux City door eindeloze graan- en maisvelden te hebben gereden kom ik aan in het toeristische dorpje Lake Okoboji. Hier word je door een grote vrolijke toegangspoort over de weg welkom geheten in Arnold’s Park. Een pretpark dat door de ligging aan ’t water en collectie aan historische attractie doet denken aan de fijne oude strandparkjes in New Jersey en California. Aan dit meertje wordt al meer dan 150 jaar vakantie gevierd!
Iconische binnenkomer
Ik ben vooral in Arnold’s Park omdat hier een schitterende houten klassieker staat. The Legend opende in 1930 als de Giant Dips Roller Coaster en heeft de tand des tijds door sterk onderhoud en veel liefde uitstekend doorstaan. In 1999 stonden de bulldozers bijna klaar, maar een lokale inzamelingsactie leverde de benodigde zeven miljoen dollar op om Arnold’s Park te redden en het parkje is een stichting zonder winstbejag sinds.
De regels om tijdens deze tijd van Covid-19 dit park te betreden en hun beleid om mensen gezond te houden is rigoureus: verplicht mondkapjes op, rijen open tussen iedere groep, je temperatuur wordt gemeten bij binnenkomst, alle attracties en beugels worden na iedere rit met chloordoekjes schoongemaakt en je kunt alleen buiten zitten om te eten. Het is rustig genoeg dat de regels me hier alvast geen enkel moment storen.
Ik begin maar meteen met de belangrijkste reden om de verre rit naar Lake Okoboji te maken en The Legend valt me niks tegen. Relatief kort, maar met een toffe eerste drop en turnaround en genoeg airtime op weg terug naar ’t station. Omdat er niemand staat te wachten mag ik meteen nog een rondje en ik keur ‘m helemaal goed als eerste van de vele coasters die me deze week te wachten staan.
Gelukkig is deze houten klassieker niet de enige achtbaan in het park. Ooit stond er een historische stalen wildemuisbaan, maar die moest in een ver verleden het veld ruimen. Vorig jaar verraste het parkje door een tweede historische Wild Mouse op te knappen. Deze baan debuteerde in 1959 in Tulsa, Oklahoma, stond decennialang in Joyland in Texas en verscheen na een grondige opknapbeurt in de zomer van 2019 ineens in Iowa. Nieuw voor Arnold’s Park dus, maar de baan zelf is meer dan zestig jaar oud. De rit zelf verklapt wel de jaren, want er zitten een paar wilde tikken in, maar de karren zonder beugels voegen zeker iets toe aan een hilarische ritervaring.
Er staat ook nog een kleine achtbaan van Miller Manufacturing, waarvan de leeftijd niet helemaal bekend is. De operator vraagt meteen “Coaster enthusiast?” als ik aan kom lopen. Na mijn bevestigende antwoord legt ie uit dat ie me officieel niet in mag laten stappen, maar wel als ie duimpje omhoog krijgt van kantoor. Ik wandel dus even langs de gastenservice, waar ze gezien de rust in het park me uiteraard een rondje op de Little Coaster gunnen. Ik maak daarna nog een relaxt rondje reuzenrad, schiet kiekjes van The Legend en spring vervolgens in de auto voor mijn tweede bestemming van de dag.
Charmante ingang
Wild Mouse
Boemelen!
Echt een toffe klassieker
Draaimolen op 't plein
Drie uur ten zuiden van Arnold’s Park ligt Iowa’s grootste pretpark: Adventureland! Ik verwachtte er geen hele dag nodig te hebben, dus als ik rond twee uur in de middag aankom en nog zes uur heb totdat het park sluit, zie ik geen problemen te hebben om mijn bingo te scoren. Dat vermoeden wordt bevestigd door de weinig gevulde parkeerplaats. Wel vervelend is dat de opgestelde regels in de verste verte niet worden nageleefd. Mondkapjes worden zelfs door ’t personeel amper gedragen, markeringen zijn weggesleten of zelfs helemaal nergens te vinden en in ’t waterpark staan de mensen uitgebreid op elkaar te spetteren. Eigenlijk is de enige regel die ze wel naleven het open laten van rijen in de attracties, waardoor je in oncomfortabele rijen zonder regels langdurig staat te wachten. Het slechtste van twee werelden dus.
Het park ligt er ook niet zo best bij, helaas. Het park speelde bij de bouw van het entreegebied duidelijk leentjebuur bij Disneyland, met het stationnetje op de heuvel, tunnels aan de beide kanten en een entreeplein met Main Street erachter, maar de meeste winkeltjes zijn dicht en het is ’t allemaal niet. De eerste credit die ik tegenkom is wel open en de rij is gelukkig kort. Phoenix is een weinig aangeklede Maurer spinning coaster met dezelfde bekende layout als Spinning Racer en Crush. Het enige verschil is dat de baan al vanaf de top van de lifthill begint te draaien en niet pas na de eerste drop.
Stationnetje
't Is geen Anaheim, zullen we maar zeggen
Er zijn leukere banen genaamd Phoenix in dit land
Ik kom vervolgens The Underground tegen. Volgens RCDB een achtbaan en in 1996 gebouwd door Custom Coasters International, maar de attractie is vooral een darkride die toevallig houten achtbaantrack en een typische houten achtbaantrein gebruikt. Ik stap niet snel uit een credit op RCDB waarvan ik twijfel of ik ’t wel een credit vind, maar dit is niet half zoveel achtbaan als bijvoorbeeld Blazing Fury in Dollywood. Het helpt ook niet dat echt alles aan de attractie ongekend suf is. Afvinken en doorlopen dus.
Gelukkig staat om de hoek de belangrijkste reden om wel een bezoekje aan Adventureland te brengen. In 2016 bouwde Gerstlauer hier The Monster en dat is echt met afstand de beste Gerstlauer die ik tot nu toe deed. Deze Infinity Coaster biedt waanzinnige inversies, ongekende hangtime, goeie g-krachten, een soepele rit en non-stop spektakel. Het is mijn eerste serieuze wachtrij van de dag, maar na een half uurtje aanschuiven maakt de baan absoluut de verwachting waar. Wat een gave coaster!
In dit "gebouw" zit The Underground verstopt
Dè topattracties hier in Des Moines
Na The Monster resten mij nog twee credits. Tornado van ontwerper William Cobb opende in 1978 en is een typische out-and-back woodie met een first drop van net geen dertig meter. Er zit genoeg vaart in de baan, maar de rit stelt een beetje teleur door een gebrek aan airtime en weinig snelheid over de heuvels. De niet zo spannende layout, die volgens mij zichzelf niet een keer kruist, helpt ook niet. Toch zal ik Tornado niet snel vergeten, want volgens Coaster-Count is ’t maar liefst mijn honderdste houten achtbaan. Hoera! Een mijlpaal!
Ik stap even later ook meteen in houten achtbaan nummer 101, want het park heeft ook Outlaw. Een CCI uit 1993, waarvan de layout eigenlijk meer doet denken aan de vroege GCI’s. Degelijk bochtenwerk, maar op deze warme zomermiddag ook vervelend ruw. Ik denk ’t niet snel bij een coaster van formaat, maar een tweede ritje hoeft van mij niet zo. Ik blijk echter geen keuze te hebben, want de dame op leeftijd die als operator staat te werken staat als we ’t station binnenrollen naar de horizon te turen en vergeet ons prompt op tijd te stoppen. Aangezien de voorste kar al halverwege het station uit is rest haar niets dan excuses over de intercom en ons nog een keer de baan te sturen.
Mijn honderdste houten baan!
Het is echt een CCI hoor
Je denkt misschien: stond in Adventureland niet nog een achtbaan? Jawel, maar ik kan slechts toekijken hoe bulldozers en kranen de Hopkins-loopingbaan Dragon tot schroot verknippen. Het station, de takelhelling en de twee enorme loopings staan er nog wel, maar de helix aan ’t einde en remsectie liggen in stukjes naast ’t water. De baan was ogenschijnlijk helemaal op en wordt volgend jaar vervangen op dezelfde locatie door een S&S 4D Free Spin met de originele naam… Dragon Slayer.
Rustig wandel ik terug richting het midden van het park, waar ik zonder wachten een rondje in hun Mondial Windseeker maak. Vanuit de top zie ik de verte het onweer al en de wind hoog boven het park verraadt dat de storm rap mijn kant op komt. De rij voor The Monster - die ik graag nog eens zou doen - is opgelopen tot meer dan een uur en volgens mijn betrouwbare buienradarapp Storm Radar is de kans groot dat het dan al plenst. Ik pik daarom nog maar een rondje op Phoenix mee en ontdek ook nog eens een Huss Break Dance midden in een arcade in de Main Street. Na twee lange dagen geloof ik ’t wel, want mijn tijdelijke bingo is binnen en het weer belooft weinig goeds.
Knip, knip, knip
Net Kaatsheuvel he?
Een Break-Dance midden in de arcade, uiteraard met ouderwets gaar pretparkritprogramma
Als ik met mijn take-out biefstukje en patat een uurtje later op mijn hotelkamer zit regent ’t buiten dat het giet. Ik had met de beste wil van de wereld een tweede rondje The Monster niet meer gered. Tijd om met de voetjes omhoog te gaan en morgen richting Missouri te verkassen.
Up next: Six Flags St. Louis, de St. Louis Zoo, Holiday World èn USA Today's #1 pretpark van Amerika!