Het Sun Moon Lake is een van de populairdere bestemmingen in Taiwan. Een groot meer omgeven door bergen en prachtige natuur maakt natuurlijk dat het niet vreemd is dat deze bestemming zo populair is. De natuur was voor mij echter niet de hoofdreden om naar het Sun Moon Lake te reizen, maar Formosan Aboriginal Culture Village was dit wel. Zoals de naam al verklapt is de hoofdzaak van dit park een soort openluchtmuseum over de oorspronkelijke bewoners van Taiwan, maar een kabelbaan richting het Sun Moon Lake en een aardig groot attractiedeel maken het ook het bezoeken waard voor de pretparkliefhebber.
Ik verbleef in Taichung, wat ook de plek is waarvandaan de bussen naar het Sun Moon Lake vertrekken. Vanaf mijn hostel, een eindje buiten het stanscentrum liggend, reisde ik naar de opstapplek van de bus, gewoon aan de doorgaande straat is en waarvandaan de ene naar de andere bus vertrekt richting het Sun Moon Lake. Wil je naar Formosan Aboriginal Culture Village, dan is het even opletten geblazen, want alhoewel er een enorme stroom aan bussen richting het meer vertrekt, stopt er dagelijks maar een handjevol bussen bij het park. De goede bus nemen dus, wat niet heel moeilijk was door duidelijke bebording, veel personeel rond de bushalte en bovenal oplettendheid.
Na zo’n 1,5 uur in de bus, waar je net zoals op veel plaatsen met de zogenaamde EasyCard, een betalingspas waar je handmatig geld op kan storten, kan betalen, stond ik voor de ingang van het park. De entree, inclusief studentenkorting 750 NTD en omgerekend ergens rond de 23 euro, was voor het aanbod van het park aan de lage kant te noemen. Niet gek overigens, want Taiwan is nou eenmaal goedkoper dan Nederland.
De eerste halte vandaag was Aladdin’s Pavillion. Verwacht hier, ondanks de grote Oriëntaalse toegangspoort tot deze indoorhal, geen wonderbaarlijk Oriëntaals themagebied. Deze indoorhal is een allegaartje van allerlei thema’s, van prehistorisch tot Oriëntaals tot futuristisch. Laten we eens bij die laatste beginnen.
De eerste attractie vandaag werd namelijk Space Mountain. Ondanks dat de wachrij vol stond sloot ik toch maar aan, de wachtrij was immers niet bepaald lang en de rij stond vol met een reden. Naast de wachtrij en schuin voor het station staat namelijk een klein hokje, waar, als het volk in het station is weggewerkt, de hele wachtrij in wordt geduwd, om een filmpje over de VR-optie van deze achtbaan te bekijken, welke voor een meerprijs van 50 NTD, dus iets onder de 2 euro, te beleven valt. Hier was echter niet veel interesse voor en ook ondergetekende voelde niet veel voor een VR-beleving. Jammer dat het de wachtrij ophoudt aangezien het station toch leeg blijft voor een paar minuten, maar het was nou ook weer niet zo druk dat dit ergerlijk was.
De achtbaan zelf was een bescheiden pareltje. Space Mountain is een indoorachtbaan van hetzelfde type als Revolution in Bobbejaanland of, misschien een beter voorbeeld, Megablitz in Wiener Prater, inclusief de treinen waar twee achter elkaar kunnen zitten met de harmonicabeugel. Wie Megablitz gedaan heeft weet dat het een fijne familieachtbaan is met een paar pittige momenten dankzij de snelle bochten en de bijbehorende G-krachten. Space Mountain is in principe een tammere versie hiervan. Weinig G-krachten of airtime, maar wel een – voor een familieachtbaan – aardig hoge en snelle achtbaan met fijn bochtenwerk. Helemaal goedgekeurd dus. Het was overigens interessant dat ik geen transfertrack kon ontdekken. Of ik heb er overheen gekeken, of deze baan draait standaard met twee treinen.
Een paar meter verderop, in een soort uitsteeksel van de indoorhal, gaan we een paar duizend jaar terug in de tijd. Jurassic Cruise is precies wat de naam al verklapt. Varen langs prehistorische scenes in een bootje. Denk hierbij aan veel dinosaurussen met aan het einde wat holbewoners, omgeven door veel groen. Voor zover ik me kan herinneren bewogen de animatronics in deze ride wat stroef, maar voor de rest was dit een prima darkride. Zeker geen wereldtopper, maar een leuk om mee te pakken.
Later zou ik nog terugkomen in deze hal, maar eerst was het tijd voor de volgende achtbaan. Min of meer aan de andere kant van het park – niet heel ver aangezien het park, alhoewel lang, niet heel breed is – stond die volgende achtbaan. Een wit-groene Vekoma SLC. Wie ergens in Europe een wit-groene SLC heeft gedaan, weet dat dit meestal geen plezante rit oplevert. Wonderen verwachtte ik niet en dat was heel verstandig, want ook hier was de oude wit-groene SLC, welke overigens Mayan Adventure heet, een marteling voor het lichaam en met name het hoofd. Puur voor de credit, en het feit dat ik de trein voor me alleen had liet zien dat velen het met me eens waren – al heeft de onbestaande drukte hier ook een grote rol in gespeeld.
Over Mayan Adventure ben ik echter nog niet uitgepraat. Natuurlijk, de rit zelf was slecht en die mening veranderd niet. Toch wil ik het park wel een pluim geven voor het thema. Mayan Adventure is omgeven door een tempelcomplex en zeer veel groen. Tijdens de rit vliegt de trein door tempels, vlak over een watervalletje en sommige tempels zijn zelfs voorzien van wat thema aan de binnenkant, zoals een stuk creatief groen. Mayan Adventure is de mooiste SLC die er is, en dat is zeker het vermelden waard!
Met de nabijgelegen droptoren gaan we weer een paar duizend jaar vooruit. UFO, zoals de droptoren heet, is verrassend genoeg gethematiseerd naar een UFO. Het is niet de gondel welke de UFO is, maar het aanhaakmechanisme die de gondel naar boven brengt. Dit aanhaakmechanisme is dankzij de enorme UFO die eromheen is gebouwd nog groter en breder dan de gondel zelf en is een lust voor het oog. Neem daarbij dat de droptoren zelf een 85-meter-hoge Gyro Drop Tower van Intamin is, wat voor mij het beste type droptoren is, en je kan wel raden dat dit een waar toppertje was. Zeker één van de beste droptorens die ik heb gedaan.
De coasterbingo was echter nog steeds niet binnen, dus staken we een vrij brede asfaltweg over – geen service road maar waarschijnlijk wel een weg waar het busje naar de top van de berg overheen reed, want inderdaad, het park lag tegen een berg op – om naar het nieuwste themagebied van het park te gaan: de Spanish Coast. De eerste halte in dit gebied was de Mack SuperSplash welke er al een jaartje of 12 ligt. Armada Invencible is zoals gezegd een Mack SuperSplash en volledig vergelijkbaar met Europa Park’s Atlantica SuperSplash. De rit is precies hetzelfde en ook het station is vergelijkbaar. Zelfs de wachtrij heeft gelijkenissen want ook hier ga je via een schipwrak naar binnen, al loop je onder het schipwrak door in plaats van erin te lopen. Er is echter een verschil. Bij deze baan kijk je namelijk tegen de backdrop van bergen en natuur aan in plaats van een houten achtbaan, wat het geheel, ondanks dat er minder thema aanwezig is, toch wel wat mooier maakt.
Armada Invencible was zoals zijn oudere Europese broer totaal niet nat, al hadden de waterbommen die afgevuurd werden wel de potentie om mensen nat te maken als ze beter getimed waren. De poncho was dus toch welkom, voor de zekerheid. Over de rit zelf is verder weinig te vertellen. Een prima familieattractie.
Goed, deze achtbaan was niet helemaal nieuw, maar de rest van dat gebied is wel splinternieuw, inclusief een paar attracties. Het geheel is een combinatie van blauwe wateren, witte muren en als eyecatcher een groep huisjes gebouwd in de stijl van Gaudi. In één van deze huisjes is de ingang van de rapid te vinden, welke leidt naar een enorm stationsgebouw, in de vorm van een kathedraal, ook gebouwd in de stijl van Gaudi. Zeer indrukwekkend. Alhoewel de attractie zelf, de rapid, er ook zeer indrukwekkend uitziet, is de rit dat niet. Deze rapid is gebouwd door Hafema, welke vaak leuke elementen in rapids weet te bouwen. Deze rapid had de voor Hafema karakteristieke draaikolk, maar verder waren er niet heel veel elementen te vinden, wat de rapid ietwat saai maakt, want buiten de speciale elementen weet Hafema zijn rapids vaak niet heel spectaculair te maken. Prima rapid dus maar een andere bouwer had er vast meer uit gehaald.
Voor het uitzicht heb ik de hangende monorail meegepakt, met individuele scheepjes als karretjes. Geen snelle ride maar leuk om het gebiedje even vanuit een vogelperspectief te bekijken. Deze monorail had overigens een dubbele track, waarbij de tweede track voor evacuaties was. Veiligheid is duur!
In dit gebied heb ik ook even gegeten. Het park had een mooie combinatie van vet eten voor de liefhebber, met gezond eten voor wie liever non-typisch pretparkvoedsel eet. Het eten was wat duurder dan gemiddeld in Taiwan, maar dat is logisch voor een pretpark, en vergeleken met Europese prijzen viel het helemaal mee. En zeg nou zelf, waar in Europa serveren ze nou een lekker maissoepje?
Na het eten klom ik het dak op. Mag dat? Jazeker, want de huisjes zijn gemaakt in de stijl van Gaudi, en naast de functie als uitzichtpunt zijn de daken van de huisjes ook prachtig gedecoreerd in de stijl van Park Güell in Barcelona. Prachtig gedaan, en zeker leuk als extra walkthrough en fotopunt.
Ik wist dat dit park ook een log flume had. Eerst dacht ik dat deze zich bovenin het park bevond, aan de bovenkant van de berg, maar kijkend op de kaart zag ik dat deze zich tussen de Spanish Coast en Aladdin’s Pavillion bevond. Ik liep de asfaltweg dus af en dacht de ingang gevonden te hebben. Ik liep echter de attractie in vanaf de achterkant, wat betekende dat ik eerst door het gebergte ging om daarna bij de ingang van de ride aan te komen.
Ook deze ride, genaamd Goldmine’s Adventure, was weer prachtig. Het gebergte is, alhoewel aardig betonachtig, prachtig gedaan en deed me zelfs een beetje denken aan Splash Mountain. Verder zit er ook genoeg thema in de ride met wat typische Wild West taferelen en is de ride lekker snel en lang, met fijne drops. Een toppertje dus!
De achtbanen gedaan, de andere grote rides ook, klaar toch? Nee, de attractie ik zou willen bestempelen als de hoofdattractie van het park was nu aan de beurt, of althans, bijna. Ik liep weer naar de andere zijde van het park, waar een kabelbaan naar de bovenkant van het park liep. Mooi uitzicht over het park en de omgeving, maar niet de hoofdattractie waar ik het over had. De hoofdattractie lag buiten het park, dus stempeltje scoren om weer binnen te komen om een paar meter verderop een enorm kabelbaanstation tegen te komen waar ze op drukke dagen blijkbaar een wachtrijticketsysteem (kunnen) hanteren en waar een zigzag stond waar flink wat mensen in kunnen staan. Dit was de kabelbaan terug naar de onderkant van de bergen. Niet naar de ingang van het park, maar naar het Sun Moon Lake.
Deze kabelbaan was een enorm ding, welke eerst bij een andere berg omhoog ging, om vervolgens twee enorme kloven tussen buurbergen te overbruggen, om tot slot vanuit de hoogte het Sun Moon Lake te naderen, met als toetje een prachtig uitzicht over het desbetreffende meer. Prachtige uitzichten en ondanks dat de ride buiten het park ligt, inbegrepen bij de prijs van een kaartje omdat het park de kabelbaan opereert. Na de rit liep ik even een paar minuten rond de kade en genoot van het meer, om daarna weer terug naar het park te gaan via dezelfde kabelbaan.
Waar de heenreis gratis was omdat je vanuit het park geen andere kant op kunt dan de kabelbaan, was de terugreis niet gratis tenzij je een stempel had, aangezien het immers als een transportmiddel naar het park fungeert. Ik had natuurlijk een stempel omdat ik het park net uit kwam. Omdat het totaal niet druk was besloot ik even 10 minuten te wachten in plaats van 0, zodat ik met een gondel met een glazen vloer terug kon. Bovenal een leuke gimmick, maar doordat het de vloer betreft, wordt het glas al snel minder doorzichtig door de vele schoenen die er dagelijks overheen schuiven. Desondanks een prima ervaring, want voor prachtige uitzichten heb je een glazen vloer natuurlijk helemaal niet nodig in deze kabelbaan.
Om terug naar de onderkant van het park te komen, waar de attracties te vinden waren nam ik niet de kabelbaan in het park, maar de benenwagen. Het gebied met de aboriginal villages, zich bevindend in de achterste helft van het park, was vrij groot. Als ik alle gebouwtjes en showtjes hier had bekeken was ik zo een halve dag verder geweest, dus liep ik er vrij vluchtig doorheen, nog even stilstaand bij een muziekshow die in een van de dorpjes bezig was. Voor de liefhebber is hier veel te leren en te zien, voor mij was het leuk om even doorheen te lopen en gezien te hebben. Daarnaast moet ik wel zeggen dat ook hier de boel er weer verzorgd uitzag!
De rest van de dag stond in het teken van rerides. Ik deed nog meerdere bisnummertjes op Space Mountain en UFO, deed zelfs Mayan Adventure nog een keer en ook de flume werd niet overgeslagen. Daarnaast deed ik nog twee nieuwe rides. In Aladdin’s Pavillion bevond zich een monorail die om de buitenkant van de hal heenging, met nog een indoorstuk door het stuk heen waarin Space Mountain zich bevond. Het was echter te donker om echt iets te zien, ondanks dat er wat lampjes aansprongen. Leuk feitje was dat de naam “Mack” zeer groot pronkte op de monorailtreintjes.
<
Verder deed ik nog een vage simulator vlakbij de ingang, welke een verhaal had waar de mascottes van het park teruggingen in de tijd om een eenhoorn (of een ander dier?) te vangen, om vervolgens bijna te verdrinken in het Sun Moon Lake en nog op tijd gered te worden door een zeemeermin, die de beschermer van het meer was. Conclusie? Zorg goed voor de natuur, zodat de volgende generaties er ook nog van kunnen genieten.
Al met al was Formosan Aboriginal Culture Village een pareltje. Okay, voor de achtbanen moet je er zeker niet heengaan, maar de natuur, de locatie, het verzorgde totaalaanbod aan attracties en de kabelbaan zijn enkele redenen waarom dit zeer verzorgde park zeker een bezoekje waard is. Ik zou zelfs durven te beweren dat dit park voor pretparkfans een goed alternatief is voor een dagje Sun Moon Lake, aangezien je met de kabelbaan naar het meer toe kunt, er even kunt rondwandelen, en het toch kunt combineren met het pretpark. In conclusie dus een toppertje.
De terugreis is nog wel een epiloog waard. Ik stond te wachten voor de bus, maar omdat de bus eerst een paar andere haltes aandoet voordat deze bij het park aanbelandt en dus al gedeeltelijk gevuld is waren de wachtenden voor mij de laatsten die in de bus pasten voordat de zitplekken allemaal gevuld waren. Het leek er dus op dat ik een uurtje mocht wachten. Ineens vroeg een medewachtende mij echter of ik een taxi wilde delen. Wat bleek, iemand die de wachtrij bij de bushalte dirigeerde trok ineens een auto uit de parkeerplaats om ons voor omgerekend zo’n 20 euro, dus 5 euro per persoon, naar de dichtstbijzijnde busterminal te brengen. Het leek erop dat een lokale bus 15 minuten later ook naar deze terminal ging, maar dit wist ik niet zeker en ik waagde het er ook maar niet op. Ik deelde met mijn medewachtenden dus een taxi, waarvan ik nog niet zeker weet of de bestuurder een particulier was of een echte medewerker van het park. Geen vragen stellen, ik was bij de busterminal en de bestuurder van de auto had een waarschijnlijk mooi bedrag verdient met dit ritje. Nadat mijn medepassagiers van de taxi en ik een tijdje in de goede rij bij de busterminal gewacht hadden, verliep de rest van de reis gelukkig zonder verdere problemen.