Welkom bij dit negende en laatste report vanuit Taiwan. Want inderdaad… onze reis loopt ten einde en vannacht zullen we een vliegtuig richting Europa nemen. De vlucht naar Amsterdam duurt zowat twaalf en een half uur. Da’s lang. Te lang om doelloos voor je uit te staren, als je het mij vraagt. Er zijn gelukkig twee opties om de tijd aan boord te overleven. Eén: je investeert een klein fortuin aan een zitje in de business class. Twee: je zorgt ervoor dat je doodmoe instapt, om vervolgens urenlang te slapen. Ik heb vooralsnog geen geldboom en kies dus voor die tweede mogelijkheid. En doodmoe worden, dat lijkt me vandaag absoluut geen probleem. We stonden namelijk ontiegelijk vroeg op en we bezoeken tijdens deze laatste dag niet één, maar twee themaparken. Vanochtend waren we in Window on China, vanmiddag zijn we te gast in Leofoo Village Theme Park.
Leofoo Village beschrijft zichzelf als het grootste themapark van Taiwan. Hoewel dat klinkt als promotionele grootspraak, ben ik geneigd om het als waarheid te beschouwen. De oprijlaan van het resort telt maar liefst drie rijbanen en het parkeerterrein is enorm. Gelukkig voor ons is dat parkeerterrein ook nagenoeg leeg. Er staan een twintigtal reisbussen en drie rijtjes auto’s, maar verder lijkt de drukte hier even minimaal als in de andere Taiwanese pretparken die we bezochten. Ook herkenbaar vanuit die andere parken is de fameuze foreigner discount. Als buitenlander krijgen we aan de kassa zo maar even vijftig procent korting, wat resulteert in een toegangsprijs van amper 499 Taiwanese dollars, zowat 15 euro. Da’s best een goeie eerste indruk.
Leofoo Village is qua ontwerp eigenlijk een Disney-themapark. Kijk gerust even op Google Maps en je begrijpt meteen wat ik bedoel: het park is volgens het hub-and-spoke concept gebouwd. Centraal bevindt er zich een enorm cirkelvormig plein en daarrond liggen de verschillende themazones. Ook de blikvanger van elk klassiek Disney-park is aanwezig: het kasteel! Het visuele middelpunt van Leofoo Village Theme Park is namelijk een sprookjesachtig Oosters paleis dat rechtstreeks uit Aladdin geplukt lijkt. Er werd zelfs een onsubtiele verwijzing naar die Disney-animatiefilm uit 1992 voorzien. En hoewel die verwijzing nogal goedkoop oogt, is het paleis op zich een prachtige eyecatcher.
In de meeste Magic Kingdoms vind je een westerngebied links van de hub. Leofoo Village volgt dat voorbeeld en verwelkomt ons in The Wild West. Zo’n westerndorp is allesbehalve origineel, maar men pakte het wel erg groots aan. De gevels zien er schitterend uit, er zijn veel details en de zone is bovendien een pak groter dan ik verwachtte. Een van de toppers in dit gebied is Big Canyon Rapids Ride. Deze gesimuleerde vaartocht over de Colorado River is dankzij z’n 740 meter lange vaarkanaal wellicht een van ’s werelds langste rapid rivers en hij ziet er qua decor voorbeeldig uit. Toch slaan we deze attractie over omdat het vandaag opmerkelijk frisser is dan de vorige dagen. En nu ik op YouTube een onride video bekeken heb, weet ik dat dit de juiste beslissing was. De makers van dat filmpje kregen immers de volle lading en waren doorweekt.
The Wild West levert ons vandaag twee credits op. De eerste van dat duo heet Little Rattler en dit is een Vekoma Junior Coaster. Het is zo’n model dat je ook in Attractiepark Slagharen en TusenFryd terugvindt. Standaard en voorspelbaar, maar tegelijkertijd zijn het uitstekende baantjes. De eerste bochtencombinatie is tamelijk heftig en de lay-out heeft een prima lengte. Leofoo Village werkte deze Little Rattler trouwens geslaagd af met een mijntrein-thema (inclusief houten plankjes onder de track, zoals het hoort) en een prachtig stationsgebouwtje.
Ook Screaming Condor – achtbaan nummer twee – heeft een beeldschoon stationsgebouw. Dat station bevindt zich half ondergronds, wat deze zogenaamde Impulse Coaster nog interessanter maakt. Je herkent dit achtbaantype misschien uit Dorney Park of Cedar Point: het is een heen en weer schommelende trein die onder de rails hangt. Niet de beste rollercoaster ter wereld, maar dankzij de spiraalvormige spike is de baan toch verrassend tof. Jammer genoeg kunnen we er vandaag niet oneindig van genieten. Screaming Condor wordt immers maar vier keer per uur opgestart, wat de herhalingswaarde drastisch verlaagt. Volgens de informatieborden doet men dit om oververhitting tegen te gaan, al is het volgens mij eerder een lepe besparingsmaatregel. Dit is in Taiwan geen alleenstaand geval. Vorige week ontdekten we dat ook Lihpao Land zo’n vreselijke operations hanteert, waardoor we twee uur in de rij moesten staan. Vandaag kunnen we gelukkig met de eerste vertrekkende trein mee, waardoor de wachttijd alsnog beperkt blijft.
Leofoo Village is het meest westerse en Disney-achtige themapark dat we tijdens deze reis bezoeken. Dat uit zich in de lay-out van het domein, maar ook in de themagebieden en in de herkenbaarheid. Eigenlijk kan je dit gerust als een soort compact Walt Disney World beschouwen. Het park heeft een kasteel (hallo Magic Kingdom), een eigen hotel (hallo Grand Floridian), een waterpark (hallo Blizzard Beach) en bovendien is een aanzienlijk gedeelte van ’t park als zoo ingericht (hallo Animal Kingdom). Dat dierengedeelte heet African Safari en we spotten hier een enorme verscheidenheid aan beestjes.
In deze Afrikaanse zone zijn vooral de Nairobi Express en de Carnivore Area Tour Bus het vermelden waard. Met Nairobi Express maken we een twintig minuten durende treinrit langs de savanne, om zo neushoorns, zebra’s en buffels van dichtbij te zien. De Carnivore Bus rijdt dan weer langs Bengaalse tijgers, zwarte beren en andere lieverdjes. Het is allemaal wat minder gethematiseerd dan bijvoorbeeld Kilimanjaro Safaris in Disney’s Animal Kingdom, maar op zich zijn dit allebei uitstekende attracties. Zo’n transportsysteem maakt een dierenpark altijd een tikkeltje spannender, vind ik.
De African Safari is er niet alleen voor dierenliefhebbers; ook creditjagers komen hier aan hun trekken. De derde achtbaan van Leofoo Village is een spinning coaster met de naam Sahara Twist. Het ding gaat vrijwel themaloos door het leven en buitengewoon groot is ie ook niet. Ik zou kunnen besluiten dat hij daardoor al bij voorbaat oninteressant is, maar de eigenlijke rit spreekt dat tegen. De voertuigen doen terugdenken aan die van Höllenblitz, een Duitse kermisachtbaan. En hoewel de lay-out niet zo heftig is als bij dat kermisbroertje, geraken we toch in een haast even gekke draaiing. Reken Sahara Twist dus niet af op z’n omvang, want er zit wel degelijk pit in dit ding.
Over naar themazone Arabian Kingdom, een soort bizarre mix van Disney’s Adventureland en Fantasyland. Dit gebied bevindt zich volledig tussen de muren van het Oosterse paleis dat ik daarstraks al vernoemde. En stiekem voelt het even alsof ik Arabian Coast in Tokyo DisneySea binnenwandel, want verdorie… dit ziet er allemaal prachtig uit. De minaretten en de witgekalkte muren glimmen in de zon, terwijl er Fata Morgana-achtige muziek weerklinkt. Als het over theming en sfeerschepping gaat, speelt Leofoo Village echt wel in de hoogste klasse.
Helaas is er niet enkel goed nieuws. Want hoe fabuleus het Arabische Koninkrijk er ook uit ziet, de sfeer is doods. Van de zeven attracties die deze zone telt, zijn er vandaag namelijk maar drie geopend. En dat zijn zeker niet de meest sensationele attracties: ik heb het over een carrousel, een 3D-cinema en een vage lasergame waarbij vier teams van twee personen het tegen elkaar opnemen. Nick en ikzelf wagen onze kans in die game-attractie met de naam Anubis’ Judgement, al vermoed ik dat we door de taalbarrière behoorlijk wat essentiële info mislopen.
Bij de gesloten attracties horen een familiale monorail inclusief dark ride-gedeelte, een klassiek vliegend tapijt, Ring of Fire (een oneindige loopingmachine) en dark ride Sultan’s Adventure. Wanneer ik de website van Leofoo Village raadpleeg, merk ik zelfs dat de twee laatstgenoemden definitief gesloten zijn. Da’s jammer, zeker nu ik weet dat Sultan’s Adventure een soort lokale versie van Indiana Jones Adventure was. Het weinige beeldmateriaal dat ik op internet vind, toont me een transportsysteem met robuuste terreinwagens en enkele dreigende scènes. Geloof me… het feit dat we dit vandaag moeten missen, smaakt erg zuur.
Een kopie van ’s werelds meest volmaakte dark ride zullen we vandaag helaas niet doen. Als goedmakertje mogen we echter wel genieten van een briljant gethematiseerde boomstammenbaan. Ik heb in m’n leven al vele log flumes gezien en die zien er vaak mooi uit. Toch zag ik nog maar zelden zoveel pracht en praal als hier. Mighty Mountain Flume Adventure behoort tot het South Pacific-gedeelte. Deze Polynesisch geïnspireerde zone bevat alles wat je van een dergelijk gebied verwacht: er is een Tiki-cocktailbar, er staan een heleboel exotisch ogende hutjes en de palmbomen wuiven in de wind. Mighty Mountain is dankzij z’n twee steile drops sowieso een must-do, maar dankzij deze waanzinnige setting is het pas echt een blikvanger. Indien het geen 30 graden is, kan het overigens geen kwaad om een poncho aan te trekken. Deze Polynesische vaartocht kan immers behoorlijk verfrissend (lees: doorweekt) uitpakken.
Kijk nog eens naar bovenstaande foto om pure schoonheid te bewonderen. Toch vragen oplettende zielen zich misschien af wat die metershoge dino in godsnaam met de Stille Oceaan te maken heeft. En eerlijk gezegd: ik weet het antwoord niet. Het lijkt erop dat Leofoo Village iets met de hype rond dinosauriërs wilde doen en dan is dit themagebied alleszins een betere keuze dan The Wild West of het Arabische paleis. Je kan de dino’s overigens ook van dichtbij bekijken tijdens een walk-through die zichzelf tussen het vaarkanaal van de log flume bevindt. Niet de meest uitmuntende attractie, al levert deze Lost World het zoveelste bewijs dat Leofoo Village veel belang hecht aan thema en sfeer.
In het lijstje ‘dingen die Glenn niet graag doet, tenzij ze leuk gethematiseerd zijn’ staan torenattracties op nummer één. Een kale lanceertoren zoals die in Walibi Holland is voor mij bijvoorbeeld een njet, maar een rit op Disney’s spectaculaire Tower of Terror zal ik nooit weigeren. Leofoo Village pakt uit met Pagoda’s Revenge, een vrijevaltoren die ook van een overtuigend decor voorzien werd. Ik raap m’n moed dus bij elkaar, stap in en merk vervolgens dat Pagoda’s Revenge ondanks zijn beperkte hoogte best intens is. Dit Intamin-fabrikaat is zowat vijftig meter hoog en kreeg zowel op de grond als aan de top een verrassend Tiki-thema (let vooral op de gecrashte gondel ter hoogte van het naambord). Leuk, maar m’n honger naar flat rides is hiermee weer voor een paar maanden gestild. De nabijgelegen rupsmolen en de misselijkmakende inversiemachine – beiden opnieuw voorzien van een verrukkelijk themasausje – sla ik dus zonder pardon over.
Qua decoratie en oog voor detail doet Leofoo Village terugdenken aan Disney. Qua openingsuren lijken ze zich daarentegen te spiegelen aan de Efteling in het pre-2019 tijdperk. Hoewel het park volgens de kalender tot 17:00 uur geopend blijft, gaan de attracties namelijk al vanaf 16:00 dicht. Tijdens het laagseizoen is dat niet helemaal onbegrijpelijk, maar dan zou men beter 16:00 uur als sluitingsuur voor het hele park hanteren. In de huidige situatie moesten we helaas nogal beteuterd afdruipen toen we merkten dat de rides een na een sloten.
Oké, het woord beteuterd is wellicht wat overdreven. Wanneer we de uitgang van Leofoo Village bereiken, besef ik immers dat het prachtige dag was. Iedereen zegt altijd dat je het beste tot ’t einde moet bewaren. We hebben die raad uitstekend opgevolgd door Leofoo Village op de laatste dag van deze reis te plannen. Dit was niet alleen het grootste, maar tevens het meest verrassende themapark van het land. Vooral qua thema viel ik hier van de ene verbazing in de andere. Want ik meen het: Leofoo Village is Disney-achtiger dan sommige Disney-parken. Het park is prachtig opgebouwd, het attractieaanbod is mooi uitgebalanceerd en ik was onder de indruk van het personeel. Men werkte overal vlot door (die rare dispatch-perikelen bij Screaming Condor zijn natuurlijk niet hun keuze) en het merendeel van de crew spreekt een aardig woordje Engels. Leofoo Village oogt dus niet louter als een internationale bestemming; ze hebben ook alles in huis om zich effectief op de buitenlandse markt te richten.
Er zijn natuurlijk ook zaken die voor verbetering vatbaar zijn. Zo mist het park op dit moment een goeie dark ride en ik zou de bouw van een nieuwe topachtbaan ten zeerste aanmoedigen. Wanneer B&M hier een Mega Coaster neerploft of wanneer men een Helix-achtige multi-launcher bestelt, dan kan je pas echt van een toppark spreken.
Dat was ‘m dan… Taiwan 2019 is een feit. Ik geef toe dat het een impulsaankoop was, dat vliegticket naar Taipei. Ik plande oorspronkelijk een tripje naar Japan, maar besefte plots dat ik daar nauwelijks nieuwe dingen zou ontdekken. Het zou een soort best of worden, met herhaalbezoekjes aan Tokyo Disney Resort, Nagashima Spa Land en Universal Studios in Osaka. Taiwan – een plek die ik uitsluitend kende als de thuishaven van Gravity Max – werd m’n tweede optie en ik denk dat er vierentwintig uur later reeds een KLM-bevestiging in m’n mailbox zat. Het was de juiste keuze, dat weet ik nu. Ik deed die befaamde Tilt Coaster, ik zag die beroemde Hammerhead Stall, ik genoot van het zwoele weer, ik voelde Leofoo’s onmiskenbare Disney-vibe en ik ontdekte plekken waar ik een half jaar geleden zelfs nooit over gelezen had. Goh… ik heb nog nooit zo weinig spijt gehad van een impulsaankoop.
Glenneke