Made in Taiwan. Dat klinkt herkenbaar, hè? Toch denk ik dat een groot deel van de Europeanen Taiwan niet op een wereldkaart kan aanduiden. Dus ik help even: Taiwan is een eiland voor de oostkust van China, ten noorden van de Filippijnen. Het is net wat groter dan België, net wat kleiner dan Nederland en er wonen ongeveer 24 miljoen mensen. Deze dichtbevolkte plek wordt ook wel de Republiek China genoemd, wat niet verward mag worden met de Volksrepubliek China. De relatie tussen Taiwan en de Volksrepubliek is een beetje gek, maar open vooral een gespecialiseerde website om daar meer over te lezen. Ik zou namelijk graag dieper ingaan op de toeristische waarde van Taiwan. Lijkt me gezelliger dan zo’n ingewikkelde politieke situatie, toch?
Taiwan is voor West-Europeanen niet zo’n voor de hand liggende reisbestemming. Wie naar Azië reist, kiest bij voorkeur voor plekken als Thailand, Japan, China of Indonesië. Maar Taiwan, wat valt er daar in godsnaam te beleven? Een dik half jaar geleden kon ik daar geen antwoord op geven. Ik wist wel dat de staat bekend is omwille van z’n technologie en dat er een hippe Vekoma Tilt-achtbaan staat, maar that’s it. Pas toen ik op zoek ging naar een leuke nieuwe reisbestemming, viel m’n oog op dit eilandstaatje. Dankzij het sterk uitgebouwde OV-netwerk, de blitse steden en de aanwezigheid van behoorlijk wat middelgrote pretparken, leek Taiwan de ideale plek om aan de najaarsblues te ontsnappen. Op maandag 28 oktober 2019 was het zo ver: tezamen met Nick reisde ik vanuit Schiphol naar Taiwan. De rechtstreekse vlucht naar Taipei duurt bijna dertien uur, maar dankzij China Airlines’ hypermoderne Airbus A350 is dat helemaal geen straf. Na de landing springen we haast meteen op de High Speed Rail van Taiwan, een lokaal alternatief voor de beroemde Japanse Shinkansen. Deze trein transporteert ons met een snelheid van 300 kilometer per uur naar de andere kant van het eiland. Daar ligt namelijk de eerste halte van onze trip: Kaohsiung.
Als je nog nooit van Kaohsiung gehoord hebt, is dat geen ramp. Het is een van de grootste steden van Taiwan, maar met z’n drie miljoen inwoners is dit ook weer geen wereldstad. Kaohsiung stond aanvankelijk zelfs niet in de planning van onze reis. We zouden de eerste twee dagen van de trip oorspronkelijk doorbrengen aan het schilderachtige Sun Moon Lake, centraal in Taiwan. Helaas waren de weersvoorspellingen voor deze regio nogal triest. We zouden aan Sun Moon Lake veel regen te verduren krijgen, terwijl men in ’t zuiden van Taiwan warm zomerweer voorspelde. We schrapten dus de hikes rondom het meer en ons bezoek aan Formosan Aboriginal Culture Village (een nabijgelegen pretpark) verdween helaas van de kalender. Maar niet getreurd: ook Kaohsiung heeft alles in huis om ons twee fantastische dagen te bezorgen. In dit report neem ik je trouwens graag mee naar zeven plekken die beslist de moeite waard zijn.
1. Love River
Londen heeft de Thames, Antwerpen heeft de Schelde en Parijs doet het met de Seine. In diezelfde categorie is er de Love River, die dwars door Kaohsiung stroomt. Er circuleren op het internet twee verklaringen voor de huidige naam van deze rivier, die in een vorig leven gewoon Kaohsiung River genoemd werd. De eerste is romantisch en tragisch tegelijkertijd: een verliefd koppel stapte hier ooit gezamenlijk uit het leven… for love. De tweede verklaring is wat luchtiger en lijkt rechtstreeks weggeplukt uit Disney’s Typhoon Lagoon in Florida. Er waren (en zijn) behoorlijk wat rederijen die toeristische boottochtjes aanbieden. Een van die rederijen heette Love River Cruise. Toen tijdens een typhoon een deel van het naambord weggeblazen werd, stond er echter alleen nog maar Love River op de gevel. Ik ben niet romantisch genoeg aangelegd om die eerste bewering als waarheid te beschouwen en ik vind die tweede bovendien veel grappiger. Maar oordeel vooral zelf.
Waar de naam vandaan komt, is uiteindelijk niet zo belangrijk. Hoe de Love River er vandaag bij ligt, interesseert me meer. En dat valt reuze mee. In tegenstelling tot m’n thuisstad Antwerpen, waar de rivier een beetje vaag náást de binnenstad ligt, omarmt Kaohsiung letterlijk z’n waterloop. In het centrum wordt de stroom omzoomd door het Love River Park, een prachtig wandelpark vol groen en bankjes. Hoewel het me een heerlijke plek lijkt om zwoele Taiwanese avonden door te brengen, is er overdag helaas weinig te zien. Er zitten enkele bejaarde locals die zich duidelijk afvragen wat twee westerse toeristen hier te zoeken hebben, maar verder is het Love River Park doods.
2. Shoushan
Er is vanmiddag weinig reden om lang rond de Love River te hangen, dus we wandelen meteen naar onze volgende bestemming. Dat is Shoushan, een berg ten westen van Kaohsiung. Je kan met de auto en met de scooter naar boven, maar wij opteren ervoor om te voet te gaan. Dat is in de tropische weersomstandigheden van zuidelijk Taiwan een zweterige uitdaging, maar het loont de moeite. Wanneer we het uitzichtpunt bereiken, is het panorama over Kaohsiung immers prachtig. We zien het dambordpatroon van de stad, de groene heuvels van het binnenland en de containerschepen in de nabijgelegen haven. Kaohsiung is misschien niet ’s werelds mooiste metropool, maar dit uitzicht mag gezien worden.
Het meest Instagram-waardige plekje van Shoushan is het Love-Sign bovenop de berg. Deze verwijzing naar de rivier is een lokale versie van I Amsterdam en de Ushuaia-letters. Het is bovendien extra leuk dat er hier geen mensenmassa staat te dringen om dat waardevolle fotootje te maken. Sterker nog… er is helemaal niemand. Het is natuurlijk geen hoogseizoen in de toeristische sector, maar het is toch opmerkelijk dat we hier met z’n tweeën rondlopen.
Vlak naast het Love-sign vinden we nog een interessant plekje om te bezoeken. Het zogenaamde Martyrs’ Shrine is een prachtige tempel op een schilderachtige locatie, al creëert de doodse stilte hier ook een relatief kille sfeer. Het is de moeite waard om even binnen te springen en je verplichte gebeden op te zeggen. Maar dan heb je het stiekem wel weer gezien.
3. Monkey Mountain
De Shoushan-berg is voor toeristen een geliefde hotspot. Je maakt er niet louter selfies met de skyline van Kaohsiung of de tempel van hierboven; je kan ook beestjes spotten in de Kaohsiung Zoo. En zelfs wanneer je geen ticket voor dat dierenpark wil betalen, is het perfect mogelijk om wildlife te zien. Shoushan is namelijk ook bekend als Monkey Mountain omdat er een groot aantal Taiwanese Makaken leven. Ze zijn blijkbaar op de hele berg te zien, maar wij opteren voor de trail die start bij parkeerplaats Chaishan Dengshan, vlak naast een indrukwekkende tempel. Je hebt van hieruit directe toegang tot een houten trap die tussen tropische begroeiing richting heuveltop leidt.
De vraag is niet óf je apen gaat zien, maar wel hoeveel en hoe actief ze zullen zijn. Ik mag mezelf vanmiddag alvast een gelukkig man noemen, want de primaten zijn talrijk en erg levendig. Het gaat zelfs zo ver dat ik op ’n gegeven moment wat ongemakkelijk word van hun aanwezigheid. De apen zijn duidelijk gewend aan hun hikende bezoekers en ze lopen dus rakelings langs me heen terwijl ik hier naar boven klim.
4. Lotus Pond
De apen op Monkey Mountain zijn leuk om te zien, maar een amateurfotograaf staat er voor een behoorlijk lastige opgave. Plaatjes maken van die dieren is niet simpel omdat ze vliegensvlug zijn en een groot deel van hun tijd op een boomtak doorbrengen. Diezelfde amateurfotograaf krijgt echter een heus cadeau in de schoot geworpen bij een andere toeristische must-do. Ik heb het over Lotus Pond, een prachtige vijver in het Zuoying District. Een Uber (in Kaohsiung talrijk aanwezig en zo’n rit kost haast niks) brengt ons er op een kwartiertje heen, net op tijd voor de zonsondergang. Op dat moment is Lotus Pond op z’n allerbest. De sfeer rondom het water is zomers, de locals komen massaal buiten en we merken plots dat we niet de enige westerse toeristen in de stad zijn. Het zuiderse gevoel wordt vervolledigd door de zacht wuivende palmbomen en de wakeboarders die over het water glijden. Leuk!
Ik zei het daarstraks al: de natuurlijke schoonheid van Sun Moon Lake gaat tijdens deze vakantie helaas aan ons voorbij. Dat gemis wordt hier echter goedgemaakt, want Lotus Pond is wellicht the next best thing. De naam doet iets anders vermoeden, maar Lotus Pond is meer dan gewoon een vijvertje. Het is in realiteit een gigantisch, kunstmatig aangelegd meer. Rondom dat meer liggen kilometerslange wandeltrails, maar vooral het aantal tempels en sprookjesachtige standbeelden is opvallend. Ik had het eerder al over Instagram en ook Lotus Pond is een ideale locatie om dat medium vol te spammen. Jaloersmakende reisfoto’s maak je hier immers in overvloed.
De beroemdste locatie van Lotus Pond is de westelijke hoek. Dat is immers de thuishaven van de Dragon and Tiger Pagodas. Dit fotogenieke gebouw is omzoomd met lotusbloemen en wordt met het vasteland verbonden door een zigzaggend wandelpad. We betreden de pagodes door de drakenmond en gaan opnieuw buiten langs het tijgerstandbeeld, omdat dit geluk schijnt te brengen. Toegegeven: binnenin is er niet bijzonder veel te zien, maar je krijgt van op de verschillende verdiepingen wel een prima uitzicht over de nabije omgeving.
De Draken- en Tijgerpagode zijn het beroemdst, maar er is meer. Vooral wanneer je een voorliefde voor tempels hebt, schuilt er hier extase achter elke hoek. Tijdens de vooravond ontdekken we dus tempels die variëren van authentiek…
… en kunstzinnig verantwoord…
… tot ronduit kitscherig en fake.
Maar hoe authentiek, kunstzinnig, kitscherig of nep die tempels ook zijn… in mijn ogen zijn ze allemaal een bezoekje waard. Sterker nog: de omgeving van Lotus Pond wordt m’n favoriete plekje van heel Kaohsiung. Het geheel oogt weliswaar een beetje gemaakt, maar het is zalig om hier rond te dwalen. Wanneer je de binnenkant van al die tempels wil zien, moet je er echter rekening mee houden dat ze rond zes uur ’s avonds sluiten. Op tijd komen, is dus de boodschap.
5. Night Market
We hoeven niet noodzakelijk vroeg naar bed omdat de tempels om zes uur sluiten. Integendeel zelfs. Vanaf dit tijdstip zijn er namelijk andere dingen te beleven. Een van de populairste activiteiten wanneer het donker wordt: over een avondmarkt kuieren. Night markets zijn in Taiwan big business. Zowat elke stad van enige omvang heeft z’n eigen exemplaar en ze worden behoorlijk druk bezocht. In Kaohsiung alleen zijn er heel wat verschillende avondmarkten, maar die van Rui Feng en Liuhe zijn het bekendst. Onze keuze valt op die tweede omdat Liuhe op wandelafstand van ons hotel in ’t centrum ligt.
Ik bezocht in het verleden al vaker de Temple Street Night Market en de Ladies Market in Hong Kong. Maar wat mag je eigenlijk van zo’n Taiwanese avondmarkt verwachten? Eerlijk is eerlijk: quasi hetzelfde. Ook hier is de straat gevuld met geïmproviseerde eetstalletjes, lokale prullenwinkels zetten enkele rekken op de stoep en er zijn (bedenkelijke) straatmuzikanten aanwezig. De sfeer is opperbest en zo’n night market is bovendien de ideale plek om te eten. Je kan hier wel exotische snacks uittesten en het kost allemaal twee keer niks. Een van de typische specialiteiten op een Taiwanese night market is trouwens stinky tofu. Deze gefermenteerde tofu heeft z’n naam niet gestolen: het stinkt inderdaad vreselijk, maar volgens locals is het heerlijk. Ehm… ik probeer het een ander keertje wel.
Nog iets typisch Taiwanees: grijpkasten. Wij kennen ze van op de kermis en als The Claw uit Toy Story, maar hier is het een soort cultureel dingetje. Op haast elke straathoek is er wel een arcade met tientallen dergelijke machines. Dat geldt niet alleen in Kaohsiung, maar ook in Taipei en de kleinere steden. Taiwanezen beschouwen deze Claw Mania blijkbaar als goedkoop entertainment (de meeste machines werken voor een muntstuk van 10 Taiwanese dollars, zo’n 30 eurocent) in deze dure tijden. Bovendien kan je vaak prijzen winnen die bruikbaar zijn voor het huishouden. Je grijpt hier immers niet enkel naar pluchen dieren, maar ook naar haardrogers, rollen toiletpapier en vaatwastabletten. Bijzonder.
Ik kan me voorstellen dat The Claw voor velen verslavend werkt, maar wij kunnen eraan weerstaan. We laten de grijpmachines en de avondmarkt sowieso vroeg achter ons. De lange nachtvlucht van daarstraks laat z’n sporen na, dus we besluiten om vroeg onder de wol te kruipen. Er staan morgen nog meer sights rond Kaohsiung op de planning, dus laat ons meteen fast-forwarden naar de volgende ochtend.
6. Fo Guang Shan Buddha Museum
Als je naar het Verre Oosten reist, wil je tempels zien. Die typisch Aziatische daakjes spreken tot de verbeelding van een doorsnee westerling en daar reken ik mezelf bij. Na de tempelbezoekjes van gisteren ben ik zelfs nog niet helemaal voldaan, dus we doen het vandaag gewoon opnieuw. Het Fo Guang Shan Buddha Museum dat we deze voormiddag bezoeken, is bovendien nog een heel stuk imposanter dan de tempels die we gisteren zagen. Dit reusachtige complex ligt in het Dashu District, op zowat drie kwartier rijden vanuit Centraal-Kaohsiung. Je kan de tocht voor amper 65 TWD (minder dan 2 euro) ondernemen met buslijn 8501, maar wij opteren vandaag voor een comfortabele Uber.
Wie naar authenticiteit hunkert, is in Fo Guang Shan misschien niet helemaal gelukkig. Je belandt hier namelijk niet in een eeuwenoude tempel, maar wel in een complex dat pas in 2011 geopend werd. Het feit dat men toen reeds aan busladingen vol toeristen dacht, wordt duidelijk in de inkomhal. De grootste toegangspoort van het museum blijkt vanbinnen immers een doodgewoon shoppingcenter. Slaperige monniken halen bij de Starbucks een Pumpkin Spice Latte, anderen schuiven aan bij de all-you-can-eat buffetrestaurants en het aantal souvenirwinkels is nauwelijks te tellen. Het positieve nieuws: als je aan deze commerciële verleidingen weerstaat, hoeft een bezoek aan Fo Guang Shan geen fortuin te kosten. Toegang tot het museum is namelijk gratis, al worden gulle giften uiteraard geapprecieerd.
Wanneer we de onaantrekkelijke inkomhal achter ons laten, wordt het panorama plotseling een stuk beter. De blikvanger van het gehele complex is een veertig meter hoog Boeddha-standbeeld, maar het uitzicht is pas echt indrukwekkend dankzij de acht pagodes die het pad erheen omzomen. Dat zijn respectievelijk de One Teaching Pagoda, Two Assemblies Pagoda, Three Goodness Pagoda, Four Givings Pagoda, Five Harmonies Pagoda, Six Perfections Pagoda, Seven Admonishment Pagoda en de Eightfold Path Pagoda. Hun namen doen al vermoeden dat deze gebouwen bol staan van de symboliek, maar Nick en ikzelf zijn toch lichtelijk teleurgesteld door hun interieur. De pagodes zijn namelijk relatief zakelijk ingericht en je kan ze zelfs afhuren voor meetings. De boeddhisten van Fo Guang Shan zijn blijkbaar helemaal klaar voor de toekomst.
Ook de Main Hall is qua exterieur erg imposant, maar binnenin voelt het allemaal nogal fake aan. Onder deze dome zitten namelijk een concerthal (!), een 4D-filmervaring (!!) en een interactieve walk-through waarin er videomapping op Boeddha’s aangezicht geprojecteerd wordt (!!!). Begrijp me niet verkeerd: het oogt allemaal best cool en het is amusant om die bekende pretparktechnieken terug te zien op zo’n religieuze plek. Bovendien bevat de Main Hall met z’n Golden Buddha Shrine en het schitterende Jade Buddha Shrine ook twee plekken waar je alleen maar stil van kan worden. Maar of ik het allemaal echt geloof? Neen, helaas.
Ik ben geen boeddhist en de echte waarde van Fo Guang Shan gaat daardoor misschien aan me voorbij. Toch kan ik je vertellen dat deze plek echt wel een bezoek waard is. Het museum – of althans het exterieur ervan – staat prachtig op je foto’s, terwijl de aanwezige monniken en personeelsleden erg toegewijd over het complex kunnen vertellen. Je moet hier in mijn ogen niet langer dan twee uur doorbrengen, dus dat geeft ruimschoots de tijd om een extra bezienswaardigheid in de buurt te bezoeken. Wat dacht je bijvoorbeeld van… ons eerste Taiwanese pretpark?
7. E-DA World
Wanneer we vanuit Fo Guang Shan terug naar ons hotel in Kaohsiung rijden, passeren we door een bergachtig gebied. Op wat primitieve landbouwactiviteit na, is er weinig leven. Of althans… zo lijkt het. Want plots zien we achter een tropisch begroeide heuvel een modern resort vol flatgebouwen, hotels en achtbanen opdoemen. Dat komt niet geheel onverwacht. We hadden onze Uber-chauffeur immers gevraagd om ons naar E-DA World te brengen. E-DA is een van de grootste vrijetijdscomplexen van Taiwan. Het bestaat uit een gigantische mall, enkele luxueuze hotels, bioscoopzalen, een reusachtig theater en – zeker niet te vergeten – een pretpark. E-DA World en E-DA Theme Park zijn onze bestemmingen voor deze namiddag. En omdat ik mezelf nog steeds Roller Coaster Traveller noem, vind ik dat daar een apart tripverslag over gemaakt mag worden.
Wordt dus binnenkort vervolgd.
Glenneke