Hoewel een groot deel van de Japan trip van Robert en mij gevuld was met dagen pretpark, die op hun beurt, eerlijk is eerlijk, ook voor een aanzienlijk deel de aanjager waren voor de reis, staat buiten kijf dat de indrukken in de parken slechts een onderdeel van de belevenissen vormden. Misschien wel zo tof om daarom toch ook even een kijkje in het grotere foto album te geven dat Japan als land op de kaart zet.
Goed idee? Ja toch.
Mocht dit report echter volledig uit de lucht komen vallen, dan wil ik toch nog wel even terug linken naar de vorigen uit de serie...
Nagashima Spa Land, Coasteren in het Oosten
Universal Studios Japan, gelukkig wat meer dan universeel
Tokyo Disneyland, op zoek naar de verschillen in het kasteelpark
Tokyo DisneySea, Vaticaanstad van de pretparken
... want die verzorgden toch bijna de helft van de tijd dat we in Japan verbleven.
Gaan we nu door!
Dus, Japan. Waar te beginnen? Misschien is het goed om te vertellen dat ik in groep 7 op de basisschool een werkstuk heb gemaakt over kernwapens en in groep 8 een spreekbeurt heb gehouden over ditzelfde onderwerp. De atoombom op Hiroshima is dus een thema dat al vrij vroeg indruk op mij heeft gemaakt en wetende dat Japan op het menu stond, leek het me ook meer dan interessant om Hiroshima toe te voegen aan de reis. Dit gaf al meteen wat extra houvast op de kaart; Hiroshima ligt namelijk vrij ver in het Westen van het land en met Tokyo in het Oosten als hub vanuit Europa ontstond er een gebied van zowat hemelsbreed 900 kilometer op de kaart waartussen we idealiter onze andere culturele tussenstops zouden plakken.
Laat ik eens starten met wat algemene indrukken.
Japan is namelijk dit...
... maar ook weer dit. Op de een of andere manier moet het óf krankzinnig druk, óf volledig zen. Heeft men dat laatste nodig om in dat eerste te overleven? Of is het de jeugdige generatie die de tradities hier en daar wel eens van zich af wil schudden?
In welke van de twee werelden je ook komt, dit is wat overal opvalt; Japan is brandschoon. En dat is bevreemdend. Een jaar of vijftien geleden zag ik een aflevering van 'Hoe schoon is jouw huis' waarin een studentenwoning flink onder handen genomen werd. Resultaat: een vreemd gezicht, want een studentenhuis dat eruit ziet alsof je er van de grond kunt eten, is niet zoals je het kent. En dat geldt voor een stad niet anders. Ergens verwacht je wel rondzwervende peuken, blikjes, zand of ander gruis desnoods. Maar niks van dit alles in Japan.
Maar wil je persé chaos, dan kun je het ook krijgen hier. Efficiënt voelt het allemaal niet: in Japan gaat nog veel analoog en traditioneel. Alles contant betalen, papieren ticketjes, complexe systemen.
Maar daar tegenover staat dan wel weer dit: de Shinkanzen treinen gaan meer dan 300 kilometer per uur en voeren je in een halve dag van de ene kant van het land naar de andere.
Alsof je in een vliegtuig stapt. Hier hebben wij veel kilometers mee afgelegd. De grote tip dus, als je langer dan een week flinke stukken wil reizen: schaf al in Europa via de digitale wegen een Japan Rail Pass aan en maak gebruik van deze machtige machines.
Ook lekker veel moois te zien onderweg, per spoor.
Maar hoe je het ook wendt of keert; het vinden van de weg blijft een complexe onderneming. Inwisselbare namen to the max.
Japan is dus een beetje het land van de tegenstellingen. De toiletten lijken supersoninsch...
... maar de treinkaartjes komen nog als stukjes papier van de spoorwegbeambte.
Compleet de weg kwijt in het land van de media...
... maar middels deze bordjes met plastic eten (die je overal ziet!) weer super handig om te zien wat je kunt eten bij een restaurant.
Japanners eten met hun ogen zegt men. En dat moet gezegd; ieder gerecht ziet er fantastisch uit.
En als je dan nog dorst hebt, zoek naar deze machines; op elke straathoek vind je ze terug. Frisdranken voor supermarktprijzen.
Nu goed, welke plaatsen hebben we bezocht? Tokyo, Nagoya, Osaka, Kyoto en Hiroshima. Vooraf wil ik al even zeggen dat je hieronder van Nagoya slechts 1 foto tegen gaat komen, aangezien ons hoofddoel voor Nagoya het pretpark Nagashima Spa Land betrof. Van Tokyo, Osaka, Kyoto en Hiroshima heb ik meer plaatjes, maar er is daar overal zóveel te zien dat ik niet anders kan dan slechts het topje van de ijsberg te laten zien. En dat reflecteert dan ook weer een beetje de eigen belevenis van de reis: we hebben ter plaatse duidelijke keuzes gemaakt en ons gefocust op hetgeen dat dié specifieke stad bijzonder maakt. Tokyo en Osaka zijn vooral moderne metropolen, Kyoto en Hiroshima vragen meer aandacht om hun verleden.
Beginnen we bij Tokyo. Wat een GIGANTISCHE metropool is dat, zeg. Ik was dusdanig onder de indruk dat ik Wikipedia erbij pakte om te kijken waar het bebouwde gebied zich ergens bevond op de lijst met grootste metropolen ter wereld, en het verwonderde me niet dat Tokyo, als agglomeratie, op de tweede plek staat (na het Chinese Ghenzou). Ik ben op de een of andere manier gewend om een grote stad al snel met New York te vergelijken maar die agglomeratie vinden we 'slechts' op de elfde plek terug. En dat verschil zie je ook wel als je een hoog gebouw zoals hier beklimt: er komt zo ver als je kunt kijken, nergens een einde aan de bebouwing. Immens.
In het gebied Groot Tokyo wonen in totaal zo'n 39,8 miljoen mensen.
Shibuya Crossing, waarschijnlijk een van de bekendste zebrapaden ter wereld.
Wij troffen het vrij vroeg op de dag, met als gevolg dat de mensenmassa's nog meevallen op deze foto.
Als achtbanenliefhebber pik je deze natuurlijk even mee! Thunder Dolphin is 80 meter hoog en zo als onderdeel van de stad een tamelijk bijzondere constructie.
Tokyo kent veel verschillende wijken en overal waar je met de metro boven de grond komt, voelt het net weer wat anders aan. Op talloze plekken in de stad vind je ook tempels, die allen een soort zelfde indeling hebben (toegangspoort, plein met een kiosk-achtig gebouw waarin men zich klaar maakt voor het bidden, hoofdgebouw aan het eind met daarin een altaar waar naar gebeden kan worden).
De tempels zijn, anders dan ik verwacht had, gretig in trek bij de lokale bevolking die zich vaak ontzettend fraai opdossen in kimono voor hun bezoek. Mooi om te zien.
Natuurlijk geldt dat je op dit soort plekken ook veel mede toeristen ziet, maar het voelt alsof dit soort plekken ook wel echt de oorden zijn waar de lokale bevolking letterlijk hun heil komt zoeken in het weekend of aan het einde van de werkdag.
Daarna is er nog wel tijd over voor ander vertier...
Het is complete madness in dit soort gebouwen. Games, games, games. Het Las Vegas van Azië.
Wat nog niet tot leven gekomen was overdag, begint wel te shinen met het vallen van de duisternis.
Maak er zelf ook vooral onderdeel van uit!
Op ontdekkingstocht door de smalle steegjes, op weg naar voedsel.
Gevonden. Een enorme aanrader, dit soort tentjes! In kamers niet groter dan 9 vierkante meter is ruimte voor 1 kok die eten bereidt voor een tiental mensen die aan zijn bar zitten. Heerlijk om hier diverse kleine gerechtjes uit te proberen.
Terug de massa in.
Het is hier, aan het eind van de eerste dag, dat ik tot het besef kom hoe groot deze stad is. We kunnen vanuit hier duidelijk zien welk gebied we in de afgelopen uren bewandeld hebben, realiseren ons terdege hoeveel maffe overdaad we in die tijd gezien hebben, maar zien hier hoe piepklein dat gebiedje slechts is in vergelijking met de rest van de stad. Voor de Star Wars kenners, ik moest denken aan de planeet Coruscant hier. 'The whole planet is a city'.
Het is allemaal behoorlijk wat! Mocht je nu zoals wij enkele dagen de tijd hebben, dan raad ik aan om vooral zelf even wat rond te zoeken op internet naar highlights en aan de hand hiervan placemarks te zetten op je kaart. Bekijk dan in welke uithoeken van de stad deze zaken zitten en hoe je ze tijdtechnisch het best kunt combineren, want in tegenstelling tot menig andere stad is het reizen van de ene kant van de stad naar de andere kant, ondanks dat er metro's gaan, een onderneming die aardig wat tijd kan opslokken.
Nagoya! Ik moet voor de volledigheid hier toch even een plaatje van tussendoor gooien. Onderschat het formaat van deze stad ook niet; in de complete stad wonen meer dan tien miljoen mensen. Zoals ik al zei, voor ons was het in deze stad hoofdzakelijk Nagashima Spa Land dat de klok sloeg. Dus gaan we nu door naar...
Osaka!
Hier te zien vanuit het Umeda Sky Building. Een bijzonder bouwwerk, tevens gratis te bezoeken. Met een lift zoef je relatief snel naar de onderkant van het plafond alhier, om de laatste verdiepingen via een roltrap door de lucht te overbruggen naar de andere zijde van het gebouw. Must-do in deze stad als je het mij vraagt.
Osaka Castle, ook een must-do, maar ik moet toegeven dat deze zich op het randje van een tourist trap begeeft. Het gebouw zelf is vanzelfsprekend prachtig, maar de toeristentreintjes rijden hier af en aan en tot mijn grote spijt moet ik mededelen dat het interieur van dit kasteel compleet getransformeerd is in een dertien-in-een-dozijn museum over het verleden van het kasteel.
Geniet dus vooral even van het uitzicht als je hier naar binnen gaat, maar verwacht niet veel van de historie; dit kasteel is in het verleden dusdanig verwaarloosd (true story) dat er buiten een facade niet heel veel meer van over is.
Shinsekai, een oude wijk in het zuiden van de stad die als een potpourri van de Japanse cultuur zichzelf tentoon stelt.
Streetfood.
Per trein op weg naar Kyoto!
Ah, Kyoto, de stad van de tempels. Kyoto is de oude keizerlijke hoofdstad van Japan. Veel historie dus hier. Hierboven een enorme reeks aan Torii van Fushimi Inari-taisha. Dateert alweer uit 711 n.C.!
Veel, héel veel van dit soort structuren.
Zicht op Kyoto zelf.
Pracht en praal.
Maak er maar een foto van.
De details!
Deze tempel is op zijn gouden ornamenten na volledig van hout.
Prachtige tuinen.
Historie.
Even een Wie is de Mol? bezinningsmomentje in de bus, tussen de locals in.
Dé ultieme foto uit Kyoto.
Het moet gezegd dat de tempelcomplexen stuk voor stuk prachtig zijn. De historie achter de complexen, de functie ervan, de bijbehorende tradities en overtuigingen zijn echter dusdanig ingewikkeld dat ik moet toegeven dat het op veel plekken voor mij blijft bij kijken, fotograferen en dus vooral genieten van de architectonische schoonheid. Je zou eigenlijk alleen in Kyoto al een week op pad kunnen gaan. Wij hadden slechts 1 dag en nacht de tijd...
Waarbij gezegd moet worden dat we de nacht ook in Kyoto op een bijzondere wijze hebben weten door te brengen: we verbleven in een ryokan, een traditionele Japanse overnachtingsplek. De kamers van een ryokan zijn sober ingericht, hebben tatami matten op de vloer en bevatten in plaats van reguliere bedden dunne futon matrassen waardoor je bijna op de vloer slaapt.
Dit alles in een wonderlijke omgeving, aanschouw de pracht uit het raam!
In een ryokan, waarbij het gebruikelijk is dat je toilet en badkamer deelt met de andere gasten, gelden bijzondere regels zoals het gebruik van schoeisel. Bij aankomst wordt verwacht dat je je eigen schoenen uit doet en je verdere tocht door het gebouw vervolgt op slippers die door hen verstrekt worden; in de kamer zelf is het devies om enkel op sokken of blote voeten te lopen omdat de tatami matten duur en erg kwetsbaar zijn. De ruimtes zijn afgescheiden met schuifdeuren en op de een of andere manier hangt er een serene rust in deze omgeving waardoor je zelf haast op fluistertoon wil gaan praten met elkaar.
Nog even terug naar buiten.
Kyoto, schitterende stad.
Zwaait
Mooi man.
En goedemorgen! Ik kan niet anders dan toegeven dat ik voortreffelijk heb geslapen. Op mijn rug. Schijnt ook de beste lighouding te zijn. 'Ja, dat slapen hebben die Japanners wel onder controle', zei mijn chiropractor een paar weken vooraf nog. Nou houd me tegen, voordat ik mijn slaapkamer thuis ook ga ombouwen met deze heerlijk geurende matten.
Een overnachting in een ryokan komt vaak met traditioneel Japans ontbijt. En dat is uit-ge-breid! Japanners eten dusdanig veel in de ochtend, wederom zó netjes gepresenteerd ook, dat het bijna als een belediging voelt om niet alles op te eten. Ik moest dus eventjes uitzoeken wat de etiquetten precies zijn, maar gelukkig kan ik stellen dat, hoewel Japanners wel ook alles opeten, ze zich beseffen dat wij als Westerling ook niet overal in mee kunnen gaan. Gelukkig maar.
Nou, tijd voor Hiroshima.
Daar ligt het (uitzicht vanuit ons hotel). Één ding kun je stellen over dit uitzicht: alles wat je hier ziet, is gebouwd na 1945. Pijnlijk maar waar.
Een foto uit oktober 1945, enkele maanden nadat de Amerikanen een bom met de naam Little Boy vanaf 9.500 meter hoogte op de stad neer lieten vallen. De feiten van deze ramp zijn zó absurd. In 1 klap kwamen per direct 78.000 mensen om het leven als gevolg van de drukgolf en extreme hitte. Die hitte bedroeg 4.000 graden binnen een straal van anderhalve kilometer vanuit het epicentrum. In de jaren daarna overleden nog eens dubbel zoveel mensen aan de gevolgen van de vrijgekomen radioactieve straling. Geschat wordt dat deze ene bom aan meer dan 237.000 mensen het leven heeft gekost.
Japan had al extreem geleden onder de oorlog met de Amerikanen, waarbij vanzelfsprekend even gezegd moet worden dat zij zelf ook niet helemaal onschuldig waren op elk vlak. De situatie leek uitzichtloos en omdat de Amerikanen een atoombom hadden ontwikkeld (oorspronkelijk om Hitler voor te zijn) werd de verklaring van Potsdam opgesteld door de geallieerden: Japan zou zich over moeten geven omdat het anders 'totaal zou worden verwoest'.
Maar Japanners kennen een extreem plichtsbesef. Ondanks de waarschuwingen vooraf bleef het land voet bij stuk houden en was er, na de grote ramp in Hiroshima, zelfs nog een tweede nucleaire aanval nodig op Nagasaki, om de keizer uiteindelijk een toespraak te laten houden waarin medegedeeld werd dat 'Japan zich zou aansluiten bij de verklaring van Potsdam'. Japan capituleerde.
Nog steeds zijn de Japanners niet trots op wat hen destijds overkomen is. Daarom vind je in Hiroshima zelf ook niet op elke straathoek herdenkingsplaatsen terug die wijzen op hetgeen er gebeurd is; de stad is herbouwd met de materialen van nu en op 1 plek gesitueerd vinden we een ruïne terug als het vredesmonument, een nabijgelegen park als herdenkingsplaats en een museum om een beeld te schetsen van dat wat nooit meer mag gebeuren.
In het museum. Beelden zeggen genoeg...
Tijd van de inslag.
Aan de ene kant wordt een uur tot uur verslag van de gebeurtenissen uit de doeken gedaan en men daarna ook verder uit met de data van zowel Hiroshima als Nagasaki, de hele techniek achter kernwapens en de complete nasleep van de koude oorlog tussen Amerika en Rusland die daar op volgde.
Veel bekijks, en maar goed ook.
De kraanvogel is daarna het symbool geworden voor de herdenking van de ramp.
Om dit verslag niet helemaal in mineur te besluiten, voeg ik nog 1 extra locatie toe: Het dorp Miyajima, dat ietwat uit de kust van Hiroshima op het eiland Itsukushima ligt.
Misschien wel de grootste aanrader van de hele reis.
Vanuit Hiroshima ben je hier zo met de boot: het eiland, dat een paar honderd meter boven het water uit reist, is bedekt met een jungle waar vanuit de oevers diverse tempelcomplexen tegenop gebouwd zijn.
En dat is werkelijk waar schitterend!
We bezochten Disney als eerste op onze reis en ik vroeg me een beetje af of we daar goed aan zouden doen aangezien we daarmee voor mijn gevoel het hoogtepunt aan het begin van de reis hadden zitten. Maar eenmaal hier heb ik door dat we het in de juiste volgorde hebben gedaan: Een Indiana Jones tempel uit Disney maakt als je het enkele dagen later zou bezoeken waarschijnlijk lang niet meer zo'n indruk als je soortgelijke tempels in het echt hebt gezien.
Contrasten.
Waarbij ook gezegd moet worden dat gedurende onze aanwezigheid er een dienst gaande was in een van de gebouwen, waardoor geprevel, trommelslagen en het galmen van een gong enkele tientallen minuten de klanken van de jungle overstemden. Een sacrale sfeer.
Onderdeel van de natuur.
Buddha.
Normaliter zou ik hier iets als 'net echt' als commentaar geven, maar dit ís echt.
Gaat dit zien dus!
Japan maakt indruk. Waar het eigenlijk op neer komt is dat alle kaarten opnieuw geschud lijken te zijn als je het vliegtuig uitstapt. Alles is anders en het is op zoek gaan naar een bepaalde houvast die je niet snel gaat vinden. De taal lieert nergens aan, de tekens voelen chaotisch en onbekend, de omgangsvormen zijn anders dan we gewend zijn in het Westen, de vriendelijkheid van de mensen is hartverwarmend, de tegenstellingen in hyperactiviteit en meditatie zet aan tot vragen, het eten is vaak te mooi om op te eten, elke stoeptegel is brandschoon en de hoeveelheid te bezichtigen zaken is immens. Het land overweldigt maar is tegelijkertijd zo ontzettend schoon en veilig dat ik niets anders kan dan dit land aan iedereen aan te raden.
Hopelijk heb ik jullie een béetje mee kunnen nemen op reis! Bedankt voor het lezen!
// Vincent
En mocht je je afvragen of we de hoogste berg van Japan, Mount Fuji, ook gezien hebben? Nou eh, nee. Die verschool zich precies achter dit regenfront toen we erlangs zoefden met 320 kilometer per uur. Mount Foetsie zeggen we dan...