Voor iemand die attractieparken als een hobby beschouwd bezocht ik er beschamend weinig. Niet alleen geld was een probleem – als student klotst het geld nou eenmaal niet tegen de planken – maar ook het gemis van een auto maakt het bezoeken van buitenlandse parken een stuk lastiger. Tel daarbij op dat ik eigenlijk niemand ken om de hobby mee te delen en het resulteerde erin dat ik nauwelijks nieuwe parken bezocht, ondanks dat de wil er altijd wel was.
Zeker het afgelopen jaar zette ik praktisch geen voet voorbij een entreepoort omdat ik mijzelf volledig wilde focussen op een lang en intensief afstudeertraject. 13 maart 2025 was echter een heuglijke dag. Niet alleen mocht ik mezelf vanaf dat moment ingenieur in watermanagement noemen, maar vanaf dat moment was ik ook vrij. En man, ik had behoefte aan vakantie: nieuwe plekken zien, kamperen in prachtige natuur, met de raampjes open en muziek uit de speakers cruisen over kronkelende weggetjes en bovenal had ik zin in achtbanen, heel veel achtbanen. Mijn behoefte aan adrenaline was enorm en mijn behoefte om al te gaan werken was nul. Dit was het moment. Ik had eindelijk tijd, eindelijk genoeg spaargeld om uit te geven en van mijn ouders kon ik een auto lenen. Het enige wat miste was een reisgenoot, maar om het plan daar nou op stuk te laten lopen? “F*ck it”, dacht ik, “ik ga gewoon alleen”. Dus vertrok ik in mijn eentje voor tweeënhalve week naar Denemarken, Zweden en het noorden van Duitsland voor een reis langs 10 voor mij nieuwe parken, vermengd met culturele uitstapjes en het natuurschoon dat in die regionen voor het oprapen ligt. Let’s go!
15-04-25: Tivoli Gardens
16-04-25: Bakken & Kopenhagen
17-04-25: Tivoli Friheden
18-04-25: Djurs Sommerland
19-04-25: Fårup Sommerland
21-04-25: Liseberg
26-04-25: Gröna Lund
26-04-25: Kolmården
29-04-25: Hansa Park
30-04-25: Heide Park
16 april 2025, dag 3, deel 1: Bakken
Bakken? Maar je houdt toch helemaal niet van strandvaka-
Oké, vergeef me het flauwe grapje. Na gisteren kennis te hebben gemaakt met het Tivoli Gardens is het vandaag de beurt aan het tweede stadspark van Kopenhagen én het met 442 jaar oudste attractiepark van de wereld. Dyrehavsbakken, of zoals iedere Deen het simpelweg noemt: Bakken, kent zijn oorsprong in 1583, toen ten noorden van Kopenhagen een natuurlijke bron werd ontdekt. Deze bron werd vanwege de toentertijd niet bijster goede waterkwaliteit in centrum Kopenhagen snel populair bij de inwoners van de Deense hoofdstad en de grote getalen bezoekers die de bron aantrok, trok op zijn beurt weer allerlei entertainers en vermaak aan. De koninklijke jachtgronden waarop de bron zich bevond werden gedurende de 17e eeuw uitgebreid tot een enorm hertenpark en gesloten voor publiek. Toen halverwege de 18e eeuw het terrein weer werd opengesteld, keerden het publiek en daarmee de entertainers en venters terug naar het gebied. Zij centreerden zich rondom een heuvel (Deens: Bakke) aan de zuidkant van het hertenpark (Deens: Dyrehave), waar een soort permanente kermis ontstond.
En die permanente kermis staat er vandaag de dag dus nog altijd! En ook nog altijd aan de rand van een prachtig bos, waardoor Bakken niet echt aandoet als een stadspark. Om het een stadspark van Kopenhagen te noemen is technisch gezien al helemaal foutief, omdat het in de noordelijk voorstad Klampenborg ligt. Deze ochtend begint voor mij dan ook met een klein halfuurtje in de S-tog naar station Klampenborg, vanwaar het tien minuten (licht heuvelop!) wandelen is naar de entree van Bakken.

Omdat ondergetekende gedurende de hectische laatste paar weken per ongeluk het grootste deel van de geschoten plaatjes uit Bakken heeft verwijderd, gaan we dit weer doen.
Bakken is het eerste park dat ik bezoek waarvoor geen entree betaald hoeft te worden: hier mag iedereen gewoon naar binnen lopen om dan per attractie te betalen! Ik kies er echter toch voor om weer een turbånd te halen waarmee ik de hele dag lang iedere attractie 10 keer mag doen. Ondanks dat ik met openingstijd arriveer, blijken meer mensen hetzelfde plan te hebben bedacht: doe in je hoofd de rij op de foto hierboven ongeveer keer acht om een indruk te krijgen van de interesse voor Bakken deze ochtend. Als ik na een tijdje wachten aan de beurt ben, herinnert de printer waaruit de bandjes rollen zich opeens dat hij een printer is en schiet onmiddellijk in storing. Het meisje achter het raam heeft geen idee hoe het te fixen. Haar buurman ook niet. De leidinggevende daarnaast wel, maar die heeft weer een eigen rij mensen voor de neus. Na een minuut of tien hebben ze de printer weer aan de praat, maar ik kan wel stellen dat dat tien minuten aan toenemende paniek achter de balie waren. Printer is gonna printer.
Ik moet toegeven dat ik Bakken eigenlijk alleen maar op mijn lijstje heb gezet vanwege één ding, en dat was niet eens de leeftijd van het park. Nee, wat mij hier naartoe heeft getrokken is de spinnende coaster Tornado en dan specifiek de zowel legendarische als beruchte boost-mode die die achtbaan biedt. Je moet hem specifiek aanvragen bij de operators, die dan als het niet al te druk de trim brakes uitschakelen, de snelheid van de lifthill verhogen richting een de facto lancering én je karretje handmatig een flinke slinger geven als je het station uit rijdt. De verhalen die ik over deze boost-mode heb gehoord zijn fascinerend. Coasterfans die overal instappen, maar dit te ver vinden gaan. Mensen die een uur lang op een bankje hebben moeten bijkomen. De onride die een blur is van bizar snelle richtingswisselingen waardoor je op video al niet meer weet wat er gebeurt. Ik kijk niet alleen uit naar deze attractie; ik ben er ook een beetje bang voor. Daarom stap ik direct na binnenkomst meteen naar het midden van het park, waar Tornado op mij wacht.
Bij het instappen tref ik de operator die volgens verschillende comments op YouTube al jarenlang bij Tornado werkt en je altijd graag op de gebooste rit trakteert. Maar helaas: wanneer ik erom vraag, vertelt hij dat de speedmode stuk is. Wat balen zeg! Teleurgesteld – maar stiekem toch ook een beetje opgelucht – neem ik alsnog plaats in een karretje voor een reguliere rit. En damn: die stelt niet teleur. De manier waarop de supersnelle lift je de first drop in smijt is absurd en de verdere rit bestaat uit bochtenwerk dat in combinatie met het spinnen doet overkomen alsof je heel snel heen en weer beweegt op een golf. Bij vertrek krijg je de instructie om je hoofd tegen je hoofdsteun te drukken en ik kan beamen dat dat absoluut nodig is. Tornado is een spinning coaster die een niveautje verder gaat dan je standaard Dwervelwind of Super Mouse. Snap ik waarom Intamin niet meer van deze apparaten heeft verkocht? Ja. Is het mijn favoriete spinner? Ik denk het wel. Er zijn veel achtbanen die de naam Tornado dragen, maar dit exemplaar draagt die naam met recht.

Het grootste deel van Tornado is overdekt door een onaangeklede loods. Vanbuiten is de loods echter goed gethematiseerd in een cartoony thema en de achtbaan die af en toe naar buiten piekt zorgt voor de nodige dynamiek; erg leuk!
Tijd om de rest van het park te ontdekken. Middenin Bakken staat… Rutschebanen! Hoewel deze dezelfde naam heeft als de prachtige klassieker in Tivoli, gaat het hier om een andere houten achtbaan. Desondanks is ook dit met ruim negentig jaar oud een al hoogbejaarde achtbaan, die zijn status als echte klassieker in 2010 kwijtraakte toen de originele treinen met brakeman werden vervangen door nieuwe computergestuurde exemplaren van de ons aller favoriete fabrikant KumbaK. Helaas heeft deze digitalisering ook invloed gehad op het ritverloop. Hoewel ik de achtbaan nooit met brakeman heb gedaan, vóél je gewoon dat ‘ie nu wel heel conservatief draait; de treinen kruipen laaaaangzaam door de bochten en voor iedere afdaling word je weer afgeremd. De drops zijn nog steeds goed en je krijgt op verschillende punten wat fijne airtime, maar het is gewoon jammer om te voelen hoeveel meer er in de baan zit. Ondanks het feit dat deze veel groter is, is het voor mij duidelijk de mindere van de twee Rutschebanen.

In tegenstelling tot zijn oudere broer in centrum Kopenhagen is Rutschebanen niet gethematiseerd, maar eerlijk gezegd heeft zo’n statige houten achtbaan met klassieke lay-out dat ook helemaal niet nodig.
Doorlopend passeer ik Safari, een indoor shooter darkride die ik gezien mijn abominabele prestaties in dit soort attracties maar even oversla, en een logflume waarvan ik hetzelfde model al vaak zat heb kunnen doen op de kermis. De eerstevolgende attractie waar ik daarom instap is alweer credit nummer drie: Mine Train Ulven. Deze family coaster werd in 1997 voor Bakken custom ontworpen door Intamin, wat als je het mij vraagt een succes was. Dit is een perfecte achtbaan voor de hele familie: een trein-treintje, verschillende tunnels, op plaatsen nog flinke g-krachten en lekker lomp. Als ik één nadeel moet noemen, dan is het wel dat je van de achtbaan zelf heel weinig kan zien vanuit Bakken zelf; ouders die hun kinderen op de foto willen zetten kunnen dat het beste met een flinke zoomlens van buiten het park doen. Maarja, da’s ook zo creepy.

Oud beeld maar er is niet veel veranderd: dit is alles wat je van de Mijntrein ‘De Wolf’ kan zien vanuit het park.
Wat me bij Mine Train Ulven wel opviel was dat er geen poortjes op het station stonden om te voorkomen dat kleine kinderen, blinde volwassenen of baldadige jongeren zomaar de track op kunnen lopen. En er draaide gewoon popmuziek, Everybody van de Backstreet Boys om precies te zijn. Geen poortjes, betalen met muntjes (of bandje), ‘normale’ muziek… het is net een kermis. En terwijl ik doorloop besef ik me dat Bakken inderdaad nog steeds die permanente kermis van vroeger is. Net als in Tivoli Gardens staat hier een onmogelijke hoeveelheid eettentjes, restaurants en spelkramen naast elkaar, maar het zijn hier duidelijk semi-permanente gebouwtjes of zelfs zaken die ik zo op mijn thuiskermis in Tilburg tegen zou kunnen komen. De logflume van zojuist ook, en verderop staan nog een schommelschip, een spookhuis, een polyp en meerdere kindermolentjes die eruit zien alsof ze morgen weg zouden kunnen rijden als het moest.
Wat wél permanent is, is Tårngyset, een kleine S&S Space Shot van 30 meter hoog. Het is ook mijn eerste Space Shot, want die in Biddinghuizen heb ik steevast overgeslagen wegens drukte. Van drukte is hier echter niets te vinden. Na de rit vraagt de operator of we nog een keer willen, wat alle zeven mensen in de attractie (moi incluis) helemaal prima vinden. Als we weer naar beneden zijn gezakt dezelfde vraag: willen we nog een keer? En jawel, we worden voor de derde maal op rij omhoog geschoten. Daarna hou ik het voor gezien: ik heb honger en zo interessant is de ride nou ook weer niet. Hij geeft fijne kriebels in de buik, maar is te laag om verder echt spannend te zijn of iets van uitzicht te bieden.
Op zoek naar wat te bikken kom ik langs de centraal geplaatste SkyRoller (heel verrassend een model Gerstlauer Sky Roller) en besluit die toch vóór het eten maar even te doen. Tot nu toe had ik alleen ervaring met de Sky Flys in Nigloland en Toverland en naar mijn idee is het in deze variant van de bepaal-zelf-hoe-vaak-je-over-de-kop-gaat-carrousel wat gemakkelijker om te tollen. Ik klok uiteindelijk af op 28 keer, vooral gelimiteerd door de nogal korte ritduur. Volgens mij was dit het specifieke exemplaar waar enkele jaren geleden een jongen interne bloedingen heeft opgelopen nadat hij in enkele minuten tijd ruim 100 keer over de kop was gegaan, dus ik kan me voorstellen dat men de rit iets korter heeft gemaakt.
Afijn, eten! Voor wie zin heeft in frietjes, hamburgers, spareribs, nachos, churros of in chocolade gedoopte bollen is er in Bakken bakken aan keuze. Degene die net als ik liever een wat meer Nederlandse lunch heeft in de vorm van een broodje, die moet wat verder zoeken. Naast Tornado tref ik na een tijdje rondkijken echter een zaakje aan dat precies alleen maar broodjes verkoopt en als extraatje een fijn terras heeft dat op het moment vol in het lentezonnetje ligt, dus met rammelende maag bestel ik een broodje warme kip. Maar als ik afreken gaat het mis: het pinapparaat weigert. Na een paar minuten komt de dame achter de balie met het bericht dat hun internet is uitgevallen, waardoor de pin niet meer werkt. Met vervolgens de vraag of ik MobilePay heb - een e-wallet die in Denemarken enorm veelgebruikt wordt - maarja, ik ben niet Deens: die heb ik niet. Uiteindelijk besluit ze mij het broodje maar gratis op te laten eten. Ik biedt nog aan ergens wat contact geld te gaan pinnen, maar ze staat erop dat ik het broodje gewoon opeet, want ik kan er ook niets aan doen. Super vriendelijk, en het broodje was gelukkig nog lekker ook!
Tijd om de laatste paar attracties af te vinken. Aan de rand van het park staat, ingegraven en ingebouwd, een wilde muis van het Mack model Wilde Maus die hier de originele naam Vilde Mus heeft gekregen. Hoewel hij er veelbelovend uitziet, moet ik bekennen dat deze muis niet erg wild is: ik mis het lompe smijtwerk in de haarspelbochten die dit type achtbaan zo typeert. Het is wel aanwezig, maar dan op zo’n 50% van de normale intensiteit. Een kleine tegenvaller dus, die stevig gerelativeerd wordt door het feit dat er toch geen wachttijd is. Wat Vilde Mus wél heel goed doet is cateren naar de kijkers langs de kant: langs bijna de hele zijkant is het mogelijk de zigzaggende bakjes te aanschouwen, wat er vanwege de verdiepte ligging van de achtbaan nog best indrukwekkend uitziet ook. Een fijn plekje om even te staan kijken. Een onverwachte aanvulling aan het rijtje aan bijna hypnotiserende dingen waar ik uren naar kan kijken: kampvuur-aquarium-Vilde Mus.

Wilde muis in het zonnetje.
Bakken telt vijf coasters en de oplettende lezer weet dat ik er nog eentje mis. Het is degene die het dichtst bij de entree van het park staat, maar ook degene die ik bewust als laatste doe. De schaamcredit van het park: Mariehønen, een originele Zierer Tivoli Small inclusief lieveheersbeestje-trein! De baan onderscheidt zich doordat ie mooi in een tuintje ligt, maar vooral door het ruime platform vanwaar ouders hun kids in het achtbaantje constant kunnen aanschouwen. Geen onride foto hier, dat doen de ouders zelf wel. En ohja, hij gaat onder het mini-reuzenrad door!

Dit is denk ik met afstand het kleinste reuzenrad dat ik ooit heb gezien. Stel je voor dat dit ding gewoon op de grond zou staan, dan was ie zo’n drie, vier meter hoog geweest!
Met de bingo in handen heb ik alles wat ik wilde doen en is het tijd voor nog wat rerides. Na twee ritjes op Rutschebanen, een stuk of vijf op Tornado en nog een aantal tevergeefse pogingen om mijn record op Sky Roller te verbeteren besluit ik echter dat ik het wel gezien heb ik Bakken. Ik moet bekennen een klein beetje teleurstelling bij mezelf te ontdekken, maar weet ook dat ik vier uur terug met te hoge verwachtingen naar binnen ben gelopen. Bakken is het oudste pretpark ter wereld, maar het is ook een permanente kermis. Dat is niet per se een slecht iets, want het geeft daarmee ook die bekende kermissfeer, maar het is belangrijk er niet teveel van te verwachten. Zou ik nog eens terug gaan naar Bakken? Ja, misschien wel, want Tornado in boost mode staat nog steeds hoog op mijn lijstje. Een turbånd zou ik echter niet meer halen. In plaats daarvan zou ik het USP van Bakken gebruiken: bezoek een dagje de Koninklijke jachtbossen en loop daarna gratis naar binnen, geniet van een concert en betaal apart als je een attractie wil doen. En vergeet je niet te beseffen dat je op heilige grond staat, want tja: toch het oudste pretpark van de wereld!

Als ik het park verlaat staan daar tot mijn verbazing een aantal prachtige koetsen met net zulke mooie paarden te wachten. Ze zijn echter voor rondritjes in de bossen, dus de route naar het station moet ik toch echt wandelend afleggen.
16 april 2025, dag 3, deel 2: Kopenhagen
Surprise: een trip report in een trip report! Bakken is bij lange na niet dagvullend, dus ik had gepland om deze middag eens een rondje door Kopenhagen te maken. Niet teveel losse tekst hier, gewoon wat foto’s en de onderschriften vertellen het verhaal wel. Wel moet ik alvast benoemen dat ik Kopenhagen als gewoon een hele fijne stad heb leren kennen. Objectief gezien is er voor een toerist niet eens heel veel te doen: na twee (misschien drie dagen als je Tivoli meerekent) heb je het denk ik wel gezien. Maar er hangt een ontzettend fijne sfeer en je kunt overal heen lopen of fietsen en ook het OV verdient een shoutout. Hele fijne stad, ik kom er graag nog eens terug!

Zomaar een straatje. Hoge huizen, veel fietsen: dit heeft wel wat weg van een stad als Amsterdam, maar dan met meer kleurrijke huizen.

Ik heb de serie Borgen een jaar of twee geleden echt ontzettend hard gebinged, dus hier moest ik natuurlijk naartoe. Dit is de Christiansborg, in de volksmond gewoon ‘Borgen’, een voormaling Koninklijk paleis dat tegenwoordig het Deens parlement huisvest. Helaas voor mij waren de rondleidingen door de politieke arena voor deze middag een week geleden al uitverkocht. De toren is gratis te beklimmen voor een mooi uitzicht over Kopenhagen, maar de rij daarvoor was nog langer dan die voor de kassa van Bakken vanmorgen. Die heb ik dus maar overgeslagen.

In de metro gestapt richting Christiania. Het openbaar vervoer in Kopenhagen is heel erg goed, maar de metro is ronduit fantastisch. Het is een vrij nieuw systeem, zo’n 20 jaar oud, en dus grotendeels in één keer ontworpen. Vrijwel alle stations zijn daarom hetzelfde opgebouwd, met lange roltrappen die omhoog lopen en waartussen via grote raampartijen gewoon daglicht naar binnen valt. Ook de metrostellen zelf zijn bijzonder, want die rijden zonder bestuurder. Door het wegnemen van het menselijk reactievermogen kunnen de metro’s dus snel achter elkaar rijden, waardoor op veel stations in het centrum om de minuut een trein komt. Goed openbaar vervoer is een politieke keuze die in Nederland jammer genoeg nooit gemaakt wordt, want zulke systemen zijn voordelig voor iedereen.

Het laatste stuk wandelend naar Christiania kwam ik langs de Vor Frelsers Kirche met de bijzonder mooie torenspits. Ook deze valt buitenom te beklimmen, maar ook deze heb ik overgeslagen in verband met drukte.

Toch nog wat beeld van Google Maps, want op dit moment had ik mijn camera al opgeborgen. Vrijstad Christiania fascineerde mij al jaren. Een zelfverklaarde, semi-gedoogde vrijstaat middenin de Deense hoofdstad, gevuld met hippies, kunstenaars, anarchisten en voor lange tijd ook drugdealers: hoe werkt dat? Sinds in 2024 Pusher Street (de beruchte centrale straat waar openlijk gehandeld werd in drugs) werd gesloten, is het veilig om foto’s te maken in Christiania, maar voor de zekerheid en uit respect voor de bewoners besloot ik toch om de camera in de tas te laten. Ergens jammer, want het is een erg kunstzinnig gebied waar enorm veel interessants te zien is. Een werkelijk uniek stukje stad, neem er een kijkje als je in Kopenhagen bent!

Een heel stuk gelopen naar het noorden van de stad en dit kerkje tegengekomen. Hij staat een beetje in z’n eentje nabij de vesting Kastellet en ik vind hem spookachtig mooi. Jammer genoeg kijkt niemand ernaar om, want iedereen loopt hier door richting de grootste trekpleister van Kopenhagen…

Nouja, groot: ik heb d’r gevonden hoor!

Alle gekheid op een stokje: Den lille Havfrue wordt vaak genoemd als een van de grootste tourist traps ter wereld. Zoveel aandacht voor een klein beeldje is misschien ook wel wat overdreven, maar ik vind het geen lelijk beeld. Het heeft iets, iets sereens ofzo waardoor ik er toch een heel tijdje naar heb staan kijken. Absoluut geen spijt van de lange wandeling ernaartoe.

Bloesem, mooi! Wat ik vakkundig niet op de foto heb gezet zijn de weetikveelhoeveel toeristen, stelletjes en internationale studenten die hier ware Instagram fotoshoots aan het houden waren.

Terug in het centrum om wat te eten te zoeken. Laat het duidelijk zijn dat het heerlijk weer was deze dag, waardoor de straten vol waren met mensen die van het lenteweer genoten.

Deze foto zou zo uit Nederland kunnen komen. De street foodmarkt die ik op het oog had was ontzettend druk. Het eten was gelukkig ook erg lekker; ik heb zitten smikkelen van een garnalenpokebowl en een groot glas van een lokaal gebrouwen IPA.

Tot slot nog even naar de bekendste ansichtfoto uit Denemarken.

De Nyhavn! Een iconisch beeld natuurlijk, maar als je het mij vraagt is dít de grote tourist trap van Kopenhagen. Onder de vrolijk gekleurde gevels aan de rechterkant van het haventje zit overmatig dure horeca en de souterrains van de gebouwen aan de linkerkant zijn gevuld met vele souvenirwinkeltjes die allemaal hetzelfde plastic spul voor premium prijzen verkopen. En het bruggetje vanaf waar deze foto is genomen? Die is gevuld met honderden toeristen die al dan inet met selfiestick allemaal ongeveer dezelfde foto willen maken. Als toerist heb ik me er maar gewoon aan overgegeven, in een souterrain een royaal ijsje gekocht en daarmee rustig teruggewandeld naar het hotel. Dat was Kopenhagen dan, voor de eerste keer, maar waarschijnlijk niet de laatste. Vi ses!