In augustus heb ik voor de derde keer in een jaar tijd een solo treinreis door Europa gemaakt, met deze keer de grootste hoeveelheid kilometers tot dusver. Ik wilde graag naar Polen en Italië, maar ik wilde ook niet langer dan twee weken wegblijven. Het leek lang onmogelijk, maar mijn gepuzzel werd beloond met een prachtig reisschema.
Deel 1: Energylandia (14 augustus 2023)
Deel 2: Centraal-Europese Sprint (15 & 16 augustus 2023)
Mirabilandia
Een grotendeels afgebladderd plakkaat op het station impliceerde dat de shuttlebus naar Mirabilandia hier voorbij zou komen. In de verte was de skyline van het park al te zien, dus in het ergste geval zou ik lopen of liften. De situatie was al een verbetering ten opzichte van de bushaltes in Rimini zelf, want die waren mij te obscuur om het überhaupt te proberen. Na een kwartier vol onzekerheid verscheen er inderdaad een touringcar op het pittoreske oprijlaantje van het station. Instappen was er nog niet bij, want de bus had een paar minuten nodig om op dit krappe terrein om te keren. Altijd charmant, dit soort houtje-touwtje-diensten.
De bus bracht mij tot op een steenworp van de ingang, maar de volgende stappen gingen achteruit: met nog 45 minuten te gaan was er al een enorme rij ontstaan voor de ingang. Honderden mensen, honderden meters. Italiaanse tokkies met sigaretten. Je moet er wat voor over hebben.
Gewaarschuwd voor aanzienlijke wachtrijen in het park bewoog ik me na opening direct naar iSpeed (#233) - een baan waar ik hoge verwachtingen van had. Dit was een goede zet, want later zou de wachtrij nog ver oplopen. Mijn twee ritten aan het begin van de dag bleven mijn enige. In de wachtrij voor front seat kreeg ik het nog aan de stok met enkele voordringers, want ik was niet in the mood om dat over me heen te laten gaan. Eenmaal in iSpeed, nu nog na slechts ongeveer een kwartiertje wachttijd, werd het chagrijn vanzelf van me af geschud. Ik had me al vermaakt met de lanceerbanen in Energylandia, maar Intamin laat hier weer zien waarom het de koning van de lanceerbanen is. De vekomalanceringen zijn kinderspel in vergelijking met iSpeed! De rest van de baan is natuurlijk ook fijn, maar iSpeed blijft laag bij de grond en verspeelt veel snelheid met wat flauw bochtenwerk en enkele vreemde uitgerekte stukken. Er zitten wel wat heuvels in, maar de hoeveelheid airtime valt me behoorlijk tegen. De lancering met de daarna volgende tophat zijn daarmee letterlijk en figuurlijk het hoogtepunt.
Ik maakte nog een tweede rit op de achterste rij, ditmaal na 40 minuten wachten. De wachtrijen in het park waren dus flink aan het oplopen, en de zon stond inmiddels ook hoog aan de hemel. Met enige tegenzin sloot ik aan in de wachtrij voor Rexplorer (#234), een powered coaster. Deze rij ging tergend langzaam, en waar er geen schaduw was was het geen pretje. Iets later bleek waarom de wachtrij zo traag was: een meid moest de hele attractie met alle bijbehorende facetten in haar eentje bedienen. Haar routine: (voel je vrij om dit niet te lezen)
- Mensen uit de trein laten uitstappen
- Poortjes bij de trein opendoen
- Poortje bij de wachtrij opendoen om mensen het station in te laten
- Wachtrij sluiten
- Lopen naar fastpassrij.
- Mensen bij de fastpassrij tellen en hun fastpass checken. Het duurt een minuut voordat er uit deze richting mensen het station in komen sinds de reguliere wachtrij werd gesloten.
- Terug naar de gewone wachtrij om resterende stoelen te vullen.
- Wachtrij sluiten.
- Kijken naar instappende mensen.
- Teruglopen naar fastpassrij om toch nog één iemand erbij te laten.
- Beugels checken. De poortjes staan nog open en wijzen naar het treintje toe, waardoor ze bij elk karretje om het poortje heen moet lopen in plaats van dat ze in één beweging langs de hele trein kan lopen.
- Naar haar hok lopen.
- Hekken sluiten.
- Baan starten.
Al met al valt het nog mee dat er toch nog elke 7 minuten een trein kon vertrekken… Gelukkig is de baan een powered coaster van het formaat kermisbaantje. Geen leuke layout met interactie met paden, maar gewoon twee op elkaar gepropte spiraaltjes. Dat was ‘m. Uren voor in de zon staan creperen. Overigens: ik neem het de medewerker niet kwalijk dat ze niet wat meer doorwerkte of iets dergelijks. De baan is duidelijk onderbezet. Ze voert haar taak uit en krijgt betaald ongeacht hoe langzaam of snel ze ‘t doet. Ze heeft groot gelijk. Als het park het te langzaam vindt, gooien ze er maar een medewerker of twee bij.
Met wat goodwill zou je kunnen stellen dat Rexplorer lekker compact met groen en rotswerk is ingebouwd.
Tijd voor wat leuks. Master Thai (#235) zou een reputatie hebben voor verschrikkelijke wachtrijen en hoge storingsgevoeligheid, maar ik kwam ‘m tegen met slechts 15 minuten wachttijd. Vreemd ding, een möbiuslayout waarin alle treinen (een stuk of zes?) tegelijkertijd worden geladen. Qua operations komt het eigenlijk meer overeen met een flatride. Eenmaal uit het station vertrokken volgt er een redelijk kort en vlot baantje in tweevoud. Later op de dag lag de baan in storing, dus al met al was dit een klein succesje.
Vanaf Master Thai kom je gemakkelijk bij Desmo Race - een dubbele single rail coaster van Maurer met een achterlijk lage capaciteit, die bovendien pas later op de dag zou openen. Het gebogen staal zag er mooi uit, maar even voor de aangekondigde openingstijd stond er al een rij te wachten die me deed besluiten om Desmo Racer vandaag maar te laten voor wat het was. In de buurt van Desmo Racer ben ik maar even friet gaan eten bij het naburige restaurant. Daarna was het tijd voor het echte werk, en de baan waar ik het meeste naar uitkeek…
De B&M’s in Europa zijn doorgaans een slag kleiner dan wat we gewend zijn in Amerika (en Azië) te zien. Er zijn slechts een paar uitzonderingen op de regel, waarvan de meeste in Spanje te vinden zijn. Katun (#236) is een andere. Een B&M Invert van Amerikaanse proporties, en ook qua capaciteit een monster. Men reed met één trein, maar een kwartier na het betreden van de wachtrij stond ik alweer buiten.
Bijzondere reliëfjes in de wachtrij
Oordeel: heerlijk. Mooie layout, mooie afwisseling van inversies en bochtenwerk, klassiek B&M geluid. Vooral de platte bocht die de zero-G-roll met de cobra roll verbindt is een lekker stukje. Heel soepel is Katun niet meer na 25 jaar, maar hij is verre van ruw. Ik zou de baan nog vele malen doen, achter elkaar. Het voordeel van alleen zijn is dat je soms wat kunt sjoemelen met waar je komt te zitten. Zie ik een groepje van de 3 in de rij voor front seat? Daar kan ik best bij aanhaken! Of ik doe alsof ik de instructies van de grouper niet heb gehoord en ga op de plek staan waar ik wil, als eenling valt dat toch niet op.
Het is weer een hete dag in Italië, dus ik neem weer even een pauze op een indoor terras in het (best sfeervolle) ingangsgebied. Hoera voor airconditioning.
Een andere manier van verkoeling bood Divertical (#237), de 50 meter hoge watercoaster van Intamin. Echt een achtbaanervaring geeft Divertical niet, een vermoeiende hete wachtrij wel. De splash is niet zo nat als je zou verwachten, maar nadat de boot in het water is geland en volledig is afgeremd komt er teruggekaatste golf over de boot heen. Mijn tas, die ik bewust de gehele rit van de bodem had opgetild om niet in het water te komen te staan, kreeg de volle laag. Oeps! Gelukkig niets aan de hand, behalve verder wat natte benen.
Divertical)
Inmiddels was het half zes. Tijd om de resterende credits (behalve Desmo Racer) af te tikken. De eerste daarvan was Leprotto Express (#238), een eenvoudig kinderbaantje van kermiskaliber. Gek genoeg al de zoveelste achtbaan met groente- en fruitthema die ik dit jaar heb gedaan. Waar zijn de kipnuggetthema’s?
Bij Gold Digger (#239) moest ik 20 minuten wachten - gelukkig veel minder dan waar ik op had gerekend. Veel woorden ga ik aan deze muisbaan verder niet vuilmaken.
Hier ben ik niet in geweest.
Deze post-apocalyptische shooter ben ik wel in geweest. Twee keer zelfs, want direct instappen, en shooters zijn leuk.
Tussendoor ben ik ook nog in het reuzenrad gestapt, want ik bekijk de wereld (en zeker pretparken) graag van boven. Groot ding, met een afzichtelijk groot logo erop geplakt.
Het was nu kwart voor zeven, en ik had eigenlijk wel een voldaan gevoel met het grootste deel van het park. Ik had iSpeed nog wel een keer willen doen, maar ik was klaar met de wachtrijen van drie kwartier. Het enige wat mij nog restte was dus Katun, en inmiddels kwam dat neer op herhaaldelijk 5 minuten wachten, 5 minuten rijden. Erin en eruit. Eronder. Erop. Voorin. Achterin. Erin en eruit.
Ik vertrok tegen achten richting de bus, wat ik nog best spannend vond omdat de bushalte slecht stond aangegeven. Ik moest een poosje wachten, dus ik verkende nog even het park aan de buitenkant van het hek, vooral om Katun nog even van een andere kant te bewonderen. Vanuit het park zelf is de baan eigenlijk grotendeels verscholen, maar hier was een gaashek het enige obstakel. Dit leverde een paar aardige plaatjes op, mijns inziens.
De bus naar het station hield me nog even in spanning, en ik was klaar om een lift of een uber te regelen, maar uiteindelijk kwam alles nog in orde. De kaartjesautomaat op het treinstation was op raadselachtige wijze onklaar gemaakt, dus zwartrijdend keerde ik terug in Rimini.
De volgende morgen ging de wekker rond half zes. Vandaag zou ik de trein richting het noorden pakken, maar ik wilde niet gaan voordat ik de Middellandse Zee nog even had begroet. Ik nam plaats op een strandbedje, klapte mijn laptop open voor wat Roller Coaster Tycoon, en zag de zon uit de zee verrijzen. Laptop dicht. Stevige passen. Trein. Arrivederci Italia.