Japan spreekt tot de verbeelding en dat is eigenlijk nog een understatement. Ieder jaar reizen miljoenen toeristen naar Japan voor hun portie tempels, noedels en oogverblindende natuur. Hoe torenhoog het cliché ook klinkt; dit Aziatische land heeft werkelijk voor ieder wat wils. Dat geldt trouwens ook wanneer je jezelf een pretparkliefhebber noemt. Als we de Roller Coaster Database mogen geloven, telt Japan op het moment van schrijven maar liefst 200 operationele achtbanen. En hoewel het merendeel van deze rollercoasters zich in regionale amusementsparken bevindt, kan je hier ook enkele internationaal geroemde themaparken bezoeken. Wist je dat vier Japanse adresjes zelfs een notering in de top 20 van ‘s werelds drukst bezochte pretparken behaalden? Ereplaatsen zijn weggelegd voor de beide parken van Tokyo Disney Resort, achtbaanparadijs Nagashima Spa Land en Universal Studios Japan.
Universal Studios Japan opende op 31 maart 2001 als het eerste Universal-themapark buiten Noord-Amerika. Sindsdien werden er nog twee andere Aziatische vestigingen toegevoegd, maar die veranderden niets aan de populariteit van het park in Osaka. Voor de pandemie trok Universal Studios Japan zowat 14,5 miljoen bezoekers per jaar en na corona maakte het park een sterke comeback. In 2022 stapten er bijvoorbeeld 12.350.000 gasten door de poorten en daarmee presteert Universal straffer dan de hyperpopulaire parken van het 400 kilometer verderop gelegen Tokyo Disney Resort. Fantastisch nieuws voor het management van Universal Studios Japan, maar voor jou en mij hangt er een logische consequentie aan vast: je deelt het park doorgaans met tienduizenden medebezoekers. Maakte je ooit al een extreem volle dag mee in Disneyland Paris, Parc Astérix of de Efteling? Wel, zulke drukte is eigenlijk dagelijkse kost en business as usual hier in Universal Studios Japan.
Geen zin meer om Universal Studios Japan te bezoeken na het lezen van voorgaande alinea? Geen nood! Het park gaat extreem goed om met drukte en die mensenmassa hoeft jouw langverwachte dagje Universal dus heus niet te verknallen. Een van de belangrijkste richtlijnen om de dag goed te laten starten: verblijf zo dicht mogelijk bij het park. Universal Studios Japan ligt weliswaar niet ver van Osaka en is prima bereikbaar met de lokale JR-treinen, maar een hotel in het stadscentrum kan je reistijd ‘s ochtends toch behoorlijk verlengen. Kies dus liever voor een van de accommodaties rondom Universal CityWalk, die zich allemaal op enkele wandelminuten van de parkingang bevinden. Ik wil niet verzwijgen dat deze hotels niet bepaald binnen de budgetcategorie vallen, maar dankzij vroegboekdeals kan je hier alsnog voordelige tarieven scoren. Onze keuze valt op Keihan Universal Tower, een viersterrenresort dat zowat 130 meter boven CityWalk en Universal Studios uittorent. Onze kamer is voorzien van al het nodige comfort en de ontbijtruimte op de 32ste verdieping biedt een duizelingwekkend uitzicht op Universal Studios. Het prijskaartje voor twee nachten inclusief ontbijt bedraagt in ons geval 315 euro.
Lekker lang uitslapen vooraleer we aan ons dagje Universal Studios Japan beginnen? Dat doen we niet… en daar is een goede reden voor. Japanse pretparkbezoekers zijn immers geen langslapers en velen staan al ruim vóór openingstijd aan de poorten van het park. Wie pas later arriveert, plaatst zichzelf dus automatisch in een nadelige positie. Het is op vakantie weliswaar niet fijn om je wekker in te stellen op halfzeven, maar voor bezoekjes aan Universal is dit toch aan te raden. Het is in Universal allesbehalve uitzonderlijk om wachttijden van 60, 90 of 120 minuten bij de topattracties aan te treffen, maar tijdens het eerste uur na parkopening kan je vaak nog van beduidend kortere rijen genieten. Niet onbelangrijk: Universal Studios Japan doet tijdens onze twee bezoeksdagen de poorten een volledig uur vroeger open dan de website beloofde. Van een leuk cadeautje gesproken!
De drukte is in Japan weliswaar iets extremer dan in Hollywood, Orlando of Singapore, maar verder herkennen we heel wat elementen uit de andere Universal-resorts. Luid weerklinkende filmmuziek? Check. Een gigantische ronddraaiende wereldbol met Universal-letters? Check. Een hoofdstraat in Hollywood-thema? Nogmaals check. Universal Studios Japan maakt een ijzersterke eerste indruk en dat is vooral aan de grootschaligheid te danken. De Main Street bestaat uit een reeks prachtige façades en tijdens minder mooie dagen beschermt een bijhorende overkapping je tegen de regenbuien. Langs de rand van dat sierlijke dak zien we overigens elke minuut een B&M-achtbaantrein voorbijrazen. Zin in een ochtendlijke portie sensatie?
Hollywood Dream – The Ride werd in 2007 geopend en is tegenwoordig een van de meest opvallende attracties van Universal Studios Japan. De baan kronkelt schilderachtig door het halve park en levert daardoor een heerlijke dynamiek op. Deze coaster is de Japanse voorganger van Hollywood Rip Ride Rockit en oogt (mede dankzij z’n stijlvolle liftkoker en subtiele kleurstelling) een stuk chiquer dan z’n Amerikaanse tegenhanger. Hollywood Dream ziet er stralend uit en we hebben reuzeveel zin om de beugel zelf dicht te trekken. Onder m’n medebezoekers heerst blijkbaar hetzelfde sentiment, want het ding is ontzettend populair. De conventionele versie kost je vanochtend 60 minuten wachttijd en voor de achterwaartse Backdrop-versie wordt er zelfs anderhalf uur geafficheerd. Met behulp van de single rider line kunnen we deze wachttijd gelukkig aanzienlijk reduceren.
Als we Hollywood Dream – The Ride vergelijken met andere Hyper Coasters van B&M, vallen de statistieken behoorlijk tegen. Met zijn hoogte van 44 meter, de tracklengte van 1.200 meter en een topsnelheid van 90 kilometer per uur presteert de baan immers opmerkelijk zwakker dan soortgenoten zoals Silver Star, Shambhala en Nitro. Toch moet de uiteindelijke ritervaring niet onderdoen voor die van de grote broers. Hollywood Dream heeft namelijk een buitengewoon hoog fungehalte. Dat fungehalte is deels te danken aan de sterke lay-out en de leuke shotjes airtime, maar ook (en vooral) aan de on-board audio. Inzittenden krijgen vijf verschillende songkeuzes voorgeschoteld, al is Taylor Swift wellicht de enige correcte keuze om deze coaster op z’n mooist te beleven. De first drop afdonderen terwijl het refrein van Shake It Off ingezet wordt, dat is gewoonweg heel erg fijn. Laat je dus niet bedotten door het eerder beperkte cijfermateriaal, want Hollywood Dream blijkt een topachtbaan van formaat.
Ook de volgende achtbaan vinden we terug in het Hollywood-themadeel. En dat is meteen een rollercoaster waar ik fijne herinneringen aan heb. Tijdens een vorig bezoek zorgde Space Fantasy – The Ride namelijk voor een aangename verrassing door z’n originele concept. Overdekte achtbanen met een ruimtethema zijn weliswaar niet uniek, maar Space Fantasy pakte het zo vernieuwend aan dat ik er met een brede glimlach uitstapte. De baan werd gekenmerkt door kleurrijke planeten, schattige ruimtewezens en een oorverdovende finale die ik als een soort big bang zou omschrijven. Jammer genoeg wordt Space Fantasy tegenwoordig veelvuldig gebruikt voor tijdelijke overlays en begin november ervaren we een Halloween-achtige versie. Sadako’s Curse – Dark Horror Ride heeft een duistere voorshow en helaas is duister ook het juiste woord voor de eigenlijke achtbaanrit. Op een paar schermscènes na, beleven we Sadako’s Curse immers in een pikdonkere hal. Het lijkt erop dat Space Fantasy’s decor-elementen nog steeds aanwezig zijn, dus ik hoop van harte dat deze vrolijke ruimtereis weldra terugkeert. Sadako’s Curse wordt door Bram en mij alvast als dé teleurstelling van Universal Studios Japan beschouwd.
We reizen rechtstreeks van Hollywood naar New York City. Wanneer je ooit Universal Studios Florida bezocht, beleef je hier overigens een soort déjà-vu. De opbouw van dit parkgedeelte is namelijk bijna identiek als in Orlando, al komt daar binnenkort hoogstwaarschijnlijk verandering in. Universal Studios Japan houdt immers grote schoonmaak in deze zone en neemt afscheid van enkele bekende attracties. Het gebouw van live-action show Terminator 3D staat al enkele seizoenen leeg en in 2024 zal ook The Amazing Adventures of Spider-Man zijn laatste rondjes draaien. Het einde van Terminator raakt me niet, maar het is wel doodzonde dat ook de definitieve sluiting van Spider-Man nabij is. Er bestaan immers maar weinig attracties die hun bezoekers op zo’n overtuigende wijze meesleuren in hun verhaallijn. Wanneer ik plaatsneem in een van die fancy vormgegeven voertuigen, geloof ik dan ook vrijwel meteen dat ik middenin een clash tussen goed en kwaad beland ben. Spider-Man gooit ons van de ene ijzersterke actiescène in de andere. Daarbij worden 3D-beelden en reële decors naadloos gecombineerd tot een darkride die de perfectie benadert. Alleen al de slotscène, waarin we naar het dak van een wolkenkrabber gesleurd worden, verdient heel wat lof. De Japanners moeten binnenkort dus een van de allerbeste Universal-attracties ooit missen, maar ik trek me op aan het feit dat The Amazing Adventures of Spider-Man voorlopig wel gewoon blijft bestaan in Islands of Adventure.
Ooit was Disney een alleenheerser op het vlak van animatiefilms, maar die tijd is voorbij. Ook Universal heeft met DreamWorks en Illumination immers twee succesverhalen geschreven. Deze beide studio’s leverden ons niet alleen Shrek, Kungfu Panda en How To Train Your Dragon, maar ook Despicable Me. Het grote publiek kent Despicable Me vooral omwille van de Minions. De populariteit van deze gele wezentjes is immens en ‘t is dus logisch dat ze in de Universal-parken sterk vertegenwoordigd zijn. Hier in Osaka kan de Minion-fanbase terecht in Minion Park, een vrolijk straatje vol shops, horeca en fotogelegenheden. Het attracteaanbod van Minion Park bestaat uit Freeze Ray Sliders (een familievriendelijke, origineel gethematiseerde flat ride) en de onvermijdelijke Despicable Me Minion Mayhem. Het ritsysteem van deze motion simulator is weliswaar een beetje anders dan in de Verenigde Staten, maar de film en de bijhorende effecten zijn gelijk. Geen topper, wel een prima familieattractie.
Niet alleen de Minions zijn onlosmakelijk verbonden met Universal; ook Jurassic Park is een onmisbare franchise. Dit fictieve dinopretpark kreeg bijgevolg in ieder Universal-resort een plekje. Het gebied wordt telkens gekenmerkt door een jungle-achtige setting, avontuurlijke vibes en John Williams’ magistrale soundtrack. Deze Japanse variant scoort trouwens pluspunten dankzij z’n uitgestrektheid, het prima straatentertainment met levensechte dinosauriërs en de kwalitatief hoogstaande horeca. Onze lunch bij Lost World Restaurant blijkt heerlijk, al is dat eigenlijk van toepassing op alle maaltijden die we in Universal Studios Japan uitproberen. In dit park zijn Instagrammable snacks trouwens even alomtegenwoordig als in Tokyo Disney Resort en de Japanse bezoekers houden ervan. Hou er dus rekening mee dat wachttijden voor de populairste restaurants en hipste foodcarts hoog oplopen.
In Hollywood, Orlando en Singapore is het Jurassic Park/World-gebied telkens de thuishaven van een grootschalige waterattractie. Da’s in Osaka niet anders. Jurassic Park – The Ride begint als een rustige boottocht langs ongevaarlijke dino’s, maar even verderop slaat de sfeer om. Plots ontmoeten we iets minder vriendelijke creaturen en de climax van de rit is een 26 meter hoge afdaling. Het staat allemaal garant voor een fantastische ervaring, maar helaas moeten we Jurassic Park – The Ride in november 2023 missen. De attractie ondergaat tijdens ons bezoek een grootschalige opknapbeurt en naar verwachting zal die pas eind 2024 afgerond zijn. Het is op dit moment niet bevestigd of de ride zal omgebouwd worden naar Jurassic World (zoals dat in Universal Studios Hollywood gebeurde), al zou dat wel verklaren waarom de sluiting zo lang duurt.
Er staan behoorlijk wat heftige rollercoasters in Japan. Spectaculaire exemplaren vind je vooral terug in achtbaanparken als Nagashima Spa Land en Fuji-Q Highland, maar ook Universal Studios Japan opende in 2016 een ronduit indrukwekkende thrill-machine. We hebben het over The Flying Dinosaur, een B&M Flying Coaster. Laat me met het slechte nieuws beginnen: visueel is het geen hoogvlieger. Hoewel de baan er vanaf een afstandje erg imposant uit ziet, hebben de wachtruimte en het stationsgebouw een ronduit saaie vormgeving. Bovendien moest er heel wat tropisch groen wijken om deze reus van staal te bouwen. Ten slotte hangt de hele Jurassic Park-zone tegenwoordig vol veiligheidsnetten, die moeten verhinderen dat passanten geraakt worden door vallende items. Ik begrijp dat veiligheid voorop staat en ik zou niet graag een losgekomen schoen tegen m’n gezicht krijgen, maar als amateurfotograaf ervaar je zulke netten vooral als storend. Je kan anno 2023 zelfs geen leuke foto meer maken van de iconische Jurassic Park-poort.
De overvloed aan netten is jammer, maar uiteindelijk telt vooral de ritervaring. Omwille van z’n custom lay-out en onconventionele inversies ziet The Flying Dinosaur er alvast sensationeel uit. En de rit, die stelt niet teleur. Na een wachttijd van zowat 40 minuten beleven we namelijk een van de meest intense rollercoasters van de planeet. Vooral de tweede en derde inversie (zo’n legendarische pretzel loop) leveren ongelooflijk heftige g-krachten, wat extra scherp aanvoelt omdat er tussen beide elementen eigenlijk geen adempauze zit. Ik ben er bijgevolg van overtuigd dat deze machine heus niet voor iedereen weggelegd is. Persoonlijk kan ik ‘m wel smaken, maar hou er rekening mee dat The Flying Dinosaur heel wat meer punch bevat dan gelijkaardige rides als F.L.Y. en Galactica. Personen met een zwakke maag gaan dus beter op zoek naar softer vermaak.
Het is logisch dat Universals populairste kaskrakers een grote zichtbaarheid krijgen in de parken. Waarom men in vier van de vijf resorts een stuntshow wijdt aan een geflopte film uit 1995, is daarentegen een raadsel. WaterWorld kreeg een prominente plek in Hollywood, Osaka, Singapore en Beijing, en dat is op z’n zachtst gezegd merkwaardig. Is er tijdens de afgelopen dertig jaar geen andere film gemaakt die inspiratie biedt voor een stuntshow? Begrijp me niet verkeerd… WaterWorld is op zichzelf een best vermakelijke voorstelling, al dank ik dat voornamelijk aan de splash zone. Toeschouwers op de voorste rijen krijgen immers regelmatig enkele emmers water over hun hoofd gekieperd en dat zorgt voor leedvermaak. Er is in Universal Studios Japan overigens nog meer te beleven voor fans van live entertainment. We genieten van verbazend sterke zang bij Universal Monsters Rock and Roll Show en we wonen ook een kleurrijke middagparade bij. De leukste show zien we echter in het Illumination Theater, waar Sing On Tour speelt. De voorstelling bestaat uit knappe decors, overtuigende animatronics en live acteurs. Ik had animatiefilm Sing nog nooit gezien, maar deze show gaf me oprecht zin om daar verandering in te brengen.
Universal investeert de laatste jaren hard in z’n parkendivisie en Super Nintendo World is een van de nieuwste paradepaardjes. Deze bonte zone is reeds een hit in Californië, maar verrijst momenteel eveneens in Florida en Singapore. De wereldpremière was in 2021 echter weggelegd voor Universal Studios Japan en we mogen van een succes spreken. Het aantal parkbezoekers met hoedjes van Mario of Luigi is nauwelijks te tellen en we zien ook heel wat andere Nintendo-merchandising de revue passeren. Universal begrijpt duidelijk goed hoe het geld uit deze hype moet kloppen, want ook de zogenaamde Power-Up Bands vliegen in sneltempo over de toonbank. Deze armbanden triggeren doorheen het hele themagebied bepaalde effectjes en ze leveren blijkbaar zelfs een meerwaarde bij de hoofdattractie van Super Nintendo World. Tijdens ons bezoek kost de Power-Up Band 3.800 yen, wat omgerekend uitkomt op een dikke 23 euro.
Zelfs zonder Power-Up Band slaagt Super Nintendo World erin om indruk te maken. We betreden het gebied langs het kasteel van Princess Peach en zien vervolgens een waanzinnig panorama verschijnen. De blikvanger van het gebied is een blokkerig vormgegeven bergketen waarop ontzettend veel leuke details te ontdekken zijn. Wie ooit Super Mario speelde, herkent meteen de tollende schildpadden, de ronddraaiende gouden coins en de rode, vleesetende planten. Werkelijk overal is er beweging, er weerklinken blitse jingles en we spotten ook enkele hoofdrolspelers uit de Super Mario-wereld, die klaarstaan voor meet & greets. Hou er rekening mee dat Super Nintendo World druk, chaotisch en luid is. Ik vind het prachtig en fascinerend, maar kan niet ontkennen dat hier een zware sensory overload heerst.
De actie van Super Nintendo World werd verspreid over twee etages. Op de benedenverdieping vinden we een reusachtige souvenirshop, het extreem populaire Kinopio’s Café en de ingang van Yoshi’s Adventure. Dit geldt duidelijk als de B-attractie van het gebied, al betekent dat niet dat de wachtrijen automatisch kort zijn. Wij moeten bijvoorbeeld 50 minuten schuifelen en tegen de avond klimt de wachttijd zelfs nog hoger. Eerlijk is eerlijk: dat is Yoshi’s Adventure niet waard. Ik ben gecharmeerd door de schattig vormgegeven voertuigen en de minstens even aaibare poppetjes langs het traject, maar de ritduur is lachwekkend kort. Het interactieve zoekspelletje is dan weer geschikt voor kinderen tot zes jaar. Als je deze attractie wil skippen, is dat absoluut niks om je over te schamen.
Gelukkig is Yoshi’s Adventure niet de eyecatcher van Super Mario World. Die rol is namelijk weggelegd voor Mario Kart – Koopa’s Challenge. De haast infantiele simpelheid van Yoshi’s Adventure staat in schril contrast met de high-tech ervaring die deze darkride voorschotelt. Zoals de naam doet vermoeden, laat Koopa’s Challenge z’n passagiers deel uitmaken van de Mario Kart-wereld. Da’s een welgekomen momentje van nostalgie voor mij, want ik heb als kind heel wat uren met een Nintendo-console doorgebracht. Mario Kart was toentertijd mijn favoriete game en het is bijgevolg heerlijk om die surrealistische wereld vertaald te zien worden naar een hedendaagse pretparkattractie. En daar komt behoorlijk wat techniek bij kijken, zo blijkt. Koopa’s Challenge bestaat immers niet alleen uit klassieke scènes, maar er is ook een interactieve game en er wordt gebruikgemaakt van Augmented Reality. Vooral dat laatste component is bijzonder: je draagt in deze attractie namelijk een doorschijnende bril, waar van binnenuit extra projecties op verschijnen. Je kijkt dus door de bril naar reële scènes, terwijl er in de voorgrond virtuele elementen toegevoegd worden. Via de AR-projecties krijg je bovendien instructies, die je vervolgens moet uitvoeren op het stuurwiel dat iedere rijder individueel voor zich heeft.
Klinkt het bovenstaande allemaal nogal ingewikkeld? Wel… ook ik ervoer Koopa’s Challenge tijdens m’n eerste rit als een tamelijk overweldigend en gecompliceerd geheel. Er gebeurt veel tegelijkertijd en er komen prikkels vanuit elke richting. De eigenlijke darkride-scènes zijn op zichzelf al erg indrukwekkend, maar je kan ze helaas amper bewonderen doordat de interactieve gameplay veel aandacht opeist. Toch vormt Augmented Reality weldegelijk een toegevoegde waarde. In dit specifieke geval is het immers een schitterend hulpmiddel om een computerspel tot leven te wekken. Vooral de Rainbow Road-scène (misschien wel de meest legendarische Mario Kart-track ooit) haalt veel power uit het perfecte samenspel tussen AR en echte decors. Tijdens onze tweede rit hebben we het interactieve spel trouwens al beter onder de knie, wat het totaalplaatje van Koopa’s Challenge veel beter uit de verf doet komen. Ik ben dus fan van deze attractie en ik wil Universal feliciteren met de succesvolle implementatie van Augmented Reality, al blijft m’n voorkeur bij klassieke darkrides liggen. Koopa’s Challenge presteert nu eenmaal niet op het niveau van pakweg Mystic Manor of Pirates of the Caribbean, als je het mij vraagt.
Als het over oude attracties gaat, is Universal minder behoudsgezind dan de concurrentie bij Disney. Regelmatig verdwijnen er klassieke rides om plaats te maken voor moderner materiaal. Een van de weinige overblijvers is Jaws, die er al sinds de begindagen van Universal Studios Japan staat. Jaws zit ergens in de grijze zone tussen nostalgie en waardeloos antiek. Met een toeristenbootje langs rubberen haaienkoppen en ontploffende waterbommen varen… echt vernieuwend is dat niet. Toch hangt er een bepaalde feel-good vibe rond de attractie en zo’n vaartuig vol extatisch gillende Japanners draagt bij aan de sfeervolle belevenis. Wanneer we ten slotte de wondermooie setting in havenplaatsje Amity in rekening brengen, kan ik Jaws eigenlijk alleen maar liefhebben. Cult in pretparkland, het bestaat en het moet gekoesterd worden. Toch geloof ik niet dat deze boottocht er over tien jaar nog zal staan. De attractie neemt een aanzienlijke lap grond in beslag en wordt omsingeld door de hyperpopulaire zones van Nintendo en Harry Potter. Vroeg of laat zal een van beide franchises deze locatie wellicht kunnen gebruiken voor een uitbreiding…
We proeven in Amity Village van een broodje haaienvlees (van een originele pretparksnack gesproken!) en nemen vervolgens een kijkje in Universal Wonderland. Hier zien we geen dreigende haaien of vlijmscherpe tanden, maar wel een zee van pastelkleurige schattigheid. Deze zone is er voor de jongste bezoekers en werd gebaseerd op Snoopy, Hello Kitty en Sesame Street. Qua attracties mag je de klassiekers verwachten die je in zowat ieder kindergebied van ieder pretpark tegenkomt, maar de hoogwaardige decoratie levert hier wel een pluspunt op. Bovendien geeft Universal Wonderland een goede reden om Universal Studios Japan met jonge kinderen te bezoeken, en dat missen sommige andere Universal-parken een beetje.
Drie themagebieden aan de zuidelijke parkzijde hebben een merkwaardige gelijkenis. Zowel Super Nintendo World, Universal Wonderland als de Harry Potter-zone zijn namelijk doodlopende parkgedeelten met één ingang. De algemene flow van het park lijdt daaronder, want de toegangspaden zijn vaak overvol met heen- en weer lopende bezoekers. Toch heeft deze keuze ook een positief gevolg voor de immersie. Super Nintendo World creëert bijvoorbeeld een wow-gevoel doordat de skyline zich pas op het allerlaatste moment ontplooit en ook The Wizarding World of Harry Potter bereik je via een spanningsopbouwende, mysterieuze wandelroute. Qua sfeerschepping scoort deze kopie van Hogsmeade dus stukken beter dan de Amerikaanse versies.
Wanneer de toegangspoort van Hogsmeade opdoemt, maakt haast iedere bezoeker minstens één foto voor zijn/haar social media. Ik doe vrolijk mee, maar besef vooral dat het allemaal wel erg herkenbaar oogt. Een stomende locomotief aan de rechterzijde, een uit z’n voegen barstende snoepwinkel links, een Butterbeer-stand centraal en een imposant kasteel aan het uiteinde van de steeg. Enkel de ontbrekende Hagrid’s Magical Creatures Motorbike Adventure herinnert ons eraan dat dit niet Islands of Adventure is. Verder zijn de gevelrijen en de summier gestylede familieachtbaan Flight of the Hippogriff nagenoeg exact kopieer-en-plakwerk.
Hoewel de allergrootste hype rond Harry Potter and the Forbidden Journey na al die jaren wat getemperd is, blijft de attractie garant staan voor lange rijen. Een groot stuk van de dag voorspelt men immers een wachttijd van 80 minuten. Wanneer we kort voor parksluiting onze kans wagen, moeten we echter maar een tiental minuten geduld oefenen. De eigenlijke attractie hoef ik wellicht niet tot in de fijnste details te beschrijven, want we weten inmiddels wel hoe het gaat. Zwaaiende robotarmen, vliegende scènes voor bolle schermen en de duistere setting maken Forbidden Journey veel heftiger dan je doorgaans van een darkride verwacht. Jammer genoeg spot ik tussen die brokken intensiteit ook enkele pijnlijke onnauwkeurigheden. Onsubtiele scène-overgangen, onafgewerkte plafonds en een vluchtige blik op de techniek… ‘t Zijn schoonheidsfoutjes die je bij een dergelijk bejubelde ride eigenlijk liever niet ziet. Begrijp me niet verkeerd: The Forbidden Journey is een krachtige attractie met een transportsysteem dat blijft verbazen. Maar de perfectie van Spider-Man of die van Disney’s betere darkrides evenaren, dat lukt in mijn ogen niet.
We kuieren door een feeëriek verlicht Hogsmeade en we begeven ons vervolgens naar de uitgang van het park. Dat we een aangenaam gevoel aan ons bezoek overhouden, spreekt voor zich. Er zijn goeie themaparken en superieure themaparken, en Universal Studios Japan mag zonder twijfel in die tweede categorie geplaatst worden. Het park bevat meerdere attracties van wereldklasse, het themaniveau ligt erg hoog en de personeelsleden zijn (naar goede Japanse gewoonte) fantastisch. Dankzij al deze pluspunten denk ik zelfs dat dit m’n favoriete Universal-themapark ter wereld is. De grootste concurrent is wellicht Islands of Adventure in Orlando, maar het completere entertainment-aanbod doet mijn voorkeur naar het Japanse park neigen. Ik gun Universal Studios Japan bijgevolg z’n sterrenstatus en ik kan er ook mee leven dat we zelfs op doordeweekse dagen met grote drukte geconfronteerd werden. Het ziet er overigens niet naar uit dat Universal’s populariteit binnen afzienbare tijd zal afnemen. Super Nintendo World verwelkomt binnenkort een nieuwe Donkey Kong-achtbaan en Spider-Man zal hoogstwaarschijnlijk vervangen worden door een populaire franchise.
Het was een plezier om Universal Studios Japan opnieuw te bezoeken. We beleefden een high-tech race bij Mario Kart, we proefden een vleugje nostalgie in Amity Village en we shake-shake-shake’ten it off tijdens een ritje Hollywood Dream. Stuk voor stuk topervaringen, maar de pret houdt niet op wanneer we dit park achter ons laten. We stappen namelijk meteen op zo’n hippe Japanse Bullet Train en morgen staat er al een andere legendarische pretparkbestemming op de agenda. We gaan namelijk naar een plek waar ruim 8.500 meter achtbaanrails en een wereldrecord te vinden zijn. Wordt vervolgd in Nagashima Spa Land.
Glenn