Memorial Day. De meeste Amerikanen hebben de laatste maandag van mei vrij. Het doel van de dag is vergelijkbaar met onze dodenherdenking, al richt het zich wat specifieker op overleden militairen en niet zo zeer alle slachtoffers van oorlog. In de praktijk is dit lange weekend vooral de traditionele aftrap van het toeristische zomerseizoen. Van Memorial Day to Labor Day (in begin september) zitten de terrasjes en publiekstrekkers veelal vol.
Ook hier in Michigan is dat niet anders. Plezierbootjes komen uit de opslag in midden mei, lokale pretparkjes openen eindelijk, horeca stoft de parasolletjes af. Het is je vergeven als je denkt “huh, toerisme in Michigan?”, want veel mensen kennen vooral Detroit en hoewel ook die stad aan een culturele en economische ommekeer bezig is, is dat niet de reden dat mensen massaal hierheen trekken. Nee, als je in het Midwesten van de VS woont dan weet je dat “up north” in Michigan pas echt heerlijk ontspannen is.
Een betaalbare Amerikaanse variant op de Waddeneilanden, zo zou je ’t kunnen zien. Overal haventjes, overal meertjes en aan de kust van de grote meren Lake Michigan en Lake Huron zou je net zo goed aan de zee kunnen zitten. Hetzij dat ’t vrij van zout en haaien is hier. De ouders van mijn vrouw hebben ook een boot hier, waar we zoveel mogelijk tijd proberen door te brengen. Het is normaal gesproken vier makkelijke uren rijden naar de haven, maar dit keer kiezen we voor een omweg op zoek naar een paar unieke credits.
We zijn er en PRTPRK is er ook!
Sfeer!
Op ongeveer een half uur van de snelweg van Detroit naar de Mackinac Bridge, ergens halverwege tussen die twee uitersten, ligt namelijk Cedar Valley’s Wild Frontier Fun Park. Nogal een mondvol. Cedar Valley is de naam van het resort inclusief golfbaan, Wild Frontier is de naam van de camping en Fun Park maakt duidelijk dat dit het pretpark is. Ik moet bij aankomst een beetje lachen. Het is de eerste dag van het seizoen, het park is net open, er staan twintig auto’s in het stoffige grind. Bij de kassa zit een olijke oudere heer met een krijtbordje met excuses dat ze worstelen met personeel vinden en dat we misschien even naar operators moeten zwaaien als we iets willen doen waar niemand staat. De belangrijkste zin is echter “All rides are operating!”
Dat is een meevaller. RCDB vertelt je namelijk dat dit parkje maar twee achtbanen heeft, maar Coaster-Count biedt er drie. De uniekste is het twijfelgeval en die doen we maar eerst, want vorig jaar was ie volgens de verhalen zelden tot nooit open met technische vraagtekens. Nu worden we bij de Water Jumper vrolijk welkom geheten door twee operators, die nauwlettend alles draaiende houden. De Water Jumper werd – zo valt met beetje speurwerk op het internet te lezen – in 2001 eerst opgebouwd in Australië. De rit zelf laat zich het beste omschrijven als de welbekende Heege Nautic Jet, maar dan van Fabbri, met een volwaardige lifthill met achtbaantrack, een hogere drop en vervolgens een korte tweede ketting met twee bochten aan track om het rondje af te maken. Het is niet de 2.0, maar de 0.5-versie van een watercoaster. Er schijnt in Koeweit een tweede versie van dit ding te staan met maar liefst twee drops, maar volgens het park hebben ze de enige ter wereld.
Crrrredit
Zeg 't maar...
Deze telt sowieso
Achter dat hek lagen nog een boel extra attracties, waaronder heel veel spoor voor de locomotief links
Spelletjes
Als ik uit de Water Jumper stap word ik door een ouder koppel aangesproken. Ze wijzen naar mijn Holiday World-shirt en vragen of ik ook achtbaanfanaat ben. Uiteraard! Dit stel uit Ohio reist al hun hele leven naar pretparken. Ze erkennen zelf lachend waarschijnlijk meer de leeftijd van onze ouders te zijn en niet onszelf. We maken samen een rondje in de Galaxy 500, de grootste achtbaan van het park, en praten bij over clubs, favorieten en wat we wel en niet tellen. Net als ik hanteren ze een brede definitie en we zijn het eens dat Water Jumper wel echt een credit mag heten hoor. Ik vraag nog of ze ook even verderop naar Arzo Park zijn geweest. “Daar waren we vanochtend”, is het lachende antwoord. Het is op dat moment dat Grace beseft dat ik deze hobby nooit ga ontgroeien.
De laatste credit in Wild Frontier is een familiebaantje dat al in 1950 opende in een stadspark in New York. Vaak zijn dit soort kleine baantjes de pijnlijkste credits, maar ik pas prima in een karretje en de baan is soepel. Het mag gezegd worden: het park is een beetje een permanente kermis, maar de attracties staan er goed bij en de achtbanen rijden stuk voor stuk prima. In een opslagloods achter de Water Jumper staan meerdere attracties in meerdere en mindere staat, klaar voor een opknapbeurt en latere toevoeging aan ’t Fun Park. Het park zal nooit meer worden dan wat het is (en ik kan het nog het beste vergelijken met de vroegere Valkenier), maar dit is absoluut een plek waar met liefde voor de hobby en de attracties wordt gewerkt. Dat we voor $25 met twee personen alle coasters doen en nog een zweefmolen meepikken spreekt voor de betaalbaarheid van het park. Het is $30 voor een armbandje of tussen de $2.50 en $5 per attractie met behulp van bonnetjes.
Onze nieuwe vrienden uit Ohio
Deze sla ik in de brandende zon even over hoor
Het is inmiddels echt warm en we springen in de auto richting Alpena. Dit stadje aan de oostkust van Michigan met zicht op Lake Huron is namelijk het thuis van een verder vrij eenzaam gelegen credit. In Arzo Park – nog zo’n parkje in privébezit, maar aanzienlijk rommeliger – staat een Orient Express. Het wordt een bliksembezoek. Ik koop voor $8 (oef) een ticket voor de achtbaan. Ik zit er alleen in en moet drie keer van karretje wisselen voordat we een plek hebben gevonden waar mijn gewicht de trein voldoende naar beneden drukt om frictie te vinden met de aandrijfwielen. Voor de succesvolle derde poging en na twee pogingen die halverwege de lifthill en in een bocht zijn gestrand roept Grace lachend “wanneer telt ie?” naar me. Nou, die filosofisch stressvolle vraag blijft voor nu onbeantwoord. Ik maak licht beschaamd vijf hele rondjes.
De rest van het park heeft een raket (ook zoals vroeger in de Valkenier stond), een draaimolen en botsauto’s in een sfeerloze hal, een grote kartbaan en minigolf. De ingang is dwars door een arcade met luidruchtige flipperkasten en andersoortige machines waar kwartjes in moeten. Ik weet het niet. Het is leuk dat het er is en het had me eindeloos gestoord op de grote achtbaankaart van Amerika als ik ‘m niet had afgevinkt, maar dit is wel een credit op het randje van de moeite.
Grace is dolenthousiast
Cult?
Zie me genieten
Raar
Over de rest van de dag en het weekend overigens geen twijfel. De kustweg van Alpena naar Cheboygan, waar de boot ligt, is schitterend. De rest van het weekend kayakken we door stille staatsparken, liggen we voor anker bij idyllische eilandjes en eten we ijsjes, hamburgers en fish and chips in stille vissersdorpen, waar de laatste bed en breakfasts de luiken van de gevel halen, net op tijd voor het korte maar lucratieve zomerseizoen.
Uitwaaien (en nee, we zijn geen enorme patriotten, maar dit zijn territoriale wateren op de grens tussen de VS en Canada en er wordt sterk aangeraden de vlag van je land van registratie te laten wapperen zodat de betreffende kustwacht weet wie te checken)
Kayakken op de Grote Meren
Ik heb de zon zien zakken in 'n meer...
Wie benieuwd is naar toerisme in Michigan is altijd welkom, maar een herhaalbezoek aan Cedar Valley's Wild Frontier Fun Park en Arzo Park is misschien wat veel gevraagd. 😉