Hong Kong Disneyland: wie het kleine niet eert
Vrijdag 25 augustus 2023
China is een land van de overtreffende trap. Alles is er groot, liever nog groter maar het allerliefst het allergrootst. De Verboden Stad is met 9.999 kamers op een oppervlak van 72 voetbalvelden ’s werelds grootste paleis, de Chinese Muur is met meer dan 20.000 over bergruggen gedrapeerde kilometer ’s werelds langste muur, het spoor voor supersnelle treinen is met 42.000 berailde kilometer ’s werelds meest uitgebreide hogesnelheidsnet en Hong Kong heeft met maar liefst 657 wolkenkrabbers op twee havenoevers ’s werelds meeste hemelbestormende torens in één stad. Als we nietsvermoedend dineren in een luxueus restaurant op de 102e verdieping van de hoogste Hong Kongse hemelbestormer, zien we in de verte ineens vuurwerk de lucht in schieten. Precies temidden van al dat groot-groter-grootst-geweld ligt namelijk Disneys meest kleinschalige themapark: welkom in Hong Kong Disneyland!
De volgende ochtend stappen we vanuit de metro over op de Disneyland Resort Line en tuffen we regelrecht de magie in. We zijn er! Samen met mijn reisgenoot kuier ik via een klassieke toegangsboog, tropisch omzoomde promenade en spetterende Mickeyfontein naar een replica van ’t originele Disneylandstation uit Anaheim. We slenteren onder het spoor door en komen zo uit op Main Street, U.S.A. Een fascinerend vista ontvouwt zich: de bekende 20e-eeuwse-gebouwen die de straat flankeren contrasteren curieus met de tropisch begroeide heuvels die het decor van het park vormen én het pompeuze plastieken Castle of Magical Dreams. Ik ben nooit groot voorstander geweest van de ombouw van het kleine kekke kopiekasteeltje naar deze aanstellerige onsamenhangende stapel torens en ook nu ik het panorama in levenden lijve zien ben ik niet honderd procent overtuigd. Het bouwwerk vertelt precies het verhaal van wat het is: een schattig sprookjeskasteel waar een grootheidswaanzinnige hoop lelijkheid tegenaan geplakt werd. Het gevoel van verwondering ontbreekt. Wie het kleine niet eert.
We hebben Premier Access op zak en zijn zo verzekerd van een wachtrijloos bezoek aan de 8 populairste attracties van het park. Daarom besluiten we niet meteen linksaf naar de hoogtepunten te rennen, maar wat bescheidener te beginnen en aan het eind van Main Street rechtsaf te slaan. Zo komen we terecht in Tomorrowland, een themagebied met een identiteitscrisis. Na ’t kasteel meteen de tweede desillusie op zak, een goed begin is het halve werk.
Centraal in Tomorrowland staat een kleurrijke versie van Orbitron met vliegende schotels en daaromheen liggen twee restaurants die met hun golvende googie-daken zo in een sci-fi-tekenfilm uit de jaren ’60 zouden passen. De wat schizofrene identiteit van Tomorrowland wordt vervolgens bepaald doordat Star Wars en Marvel op dit cartoonplein om de aandacht vechten. Van enige cohesie tussen de drie losse componenten is helaas geen sprake, maar gelukkig maken de attracties an sich heel veel goed.
Links aan het space age-plein vinden we de strakwitte kegelkoepel van Hyperspace Mountain. Laten we de dag beginnen met een BB-8-baan! Gelukkig hoeven we met Premier Access niet lang in de Rey te staan, maar Obi-Wandelen we zo naar het station. Ook dit is een kopie van ’n Amerikaans origineel, al is hier de Star Wars-overlay permanent. Zoals wel vaker met zulke themakleedjes is het eindresultaat een eigenaardige mengelmoes die in dit geval neerkomt op een combinatie van de oude EuroSat-esthetiek met Star Wars-chroom, de Imperial March en een hyperspace tunnel. De rit stelt echter niet teleur: de oervorm van Space Mountain is in alle incarnaties achtbaanvermaak van de allerhoogste plank. Getest en goedgekeurd!
Rechts aan het space age-plein ligt Stark Expo, de Hong Kongse Avengers Campus en in deze uitbeelding een wat gek themagebied-in-een-themagebied. Stark Expo stelt een soort wereldtentoonstelling voor met een geclusterd duo Marvel-attracties. De eerste die we tegenkomen is Ant-Man and the Wasp: Nano Battle, welke ‘t leven begon als Buzz Lightyears welbekende shooter. Gelukkig blijkt de angst om na Space Mountain een tweede halfbakken rethematisatie aan te treffen geheel ongegrond: Nano Battle werd veel grondiger aangepakt en is nu een blitse cyberjacht op kwaadaardige krabachtige robots. Het ontgaat ons waar we op welk moment precies zijn en een duidelijke climax in het verhaal ontbreekt, maar de naadloze integratie van schermen in de fysieke sets en vooral de kleurgecodeerde laserpistolen zorgen ervoor dat we de weg in de chaos - die interactieve darkrides bijna per definitie zijn - niet helemaal kwijtraken. Eén van de betere in z’n soort, als je het mij vraagt.
Tweede van het Marvelduo is Iron Man Experience. We bezoeken ‘n tentoonstelling van verschillende vliegende voertuigen en worden door Tony Stark uitgenodigd om in één daarvan een bezoek te brengen aan de Stark Tower in downtown Hong Kong. De simulatorvlucht begint in Disneyland en het verhaal speelt zich daadwerkelijk af tussen de wolkenkrabbers en het havenwater van de stad, waardoor de attractie een tof lokaal elan krijgt. Natuurlijk probeert een slechterik iets te stelen, natuurlijk proberen we dat te voorkomen en natuurlijk schiet Iron Man ons daarbij te hulp. Laten we het erop houden dat de uitvoering beter is dan het verhaal: Iron Mans vliegmachine-avontuur kan zich zonder gêne meten met dat van C-3PO. Stark staaltje pretparkplezier!
We zijn amper een uur binnen en vinkten al 3 van de 8 Premier Access-attracties af. Tijd zat om zonder kompas of landkaart op expeditie te gaan dus! Het park is klein op het knusse af en niets ligt echt ver uit elkaar. We kruisen kris kras door het koninkrijk, drinken hier een kopje koffie, smullen daar van een Mickey Mouse-donut en smikkelen weer een paar passen verder van een Donald Duck-ijsje. Best praktisch, maar de al te vlotte afwisseling tussen stijlen en sferen zorgt er helaas óók een beetje voor dat je zelden écht in de stemming van een bepaald themagebied raakt.
Naast Tomorrowland ligt onze volgende halte: Fantasyland. Achter het megalomane kasteel vinden we een kleine maar klassieke combinatie van riddertoernooitenten en sprookjesboekhuizen. De eerste keer cruisen we er vlot doorheen, maar de tweede keer komen we met een missie terug. We maken evenwel een tussenstop in ’t Fairy Tale Forest, een ontzettend schattig sprookjesbos met koddige miniaturen van beroemde Disneyklassiekers - en daarmee eigenlijk de ontdekplek die Hong Kong Disneyland het beste belichaamt.
Even verderop vinden we twee al even traditiegetrouwe tussenstops. The Many Adventures of Winnie the Pooh is de enige Fantasylanddarkride van dienst en daarmee een aardig tussendoortje, maar Pooh mist het gezelschap en de zeggingskracht van Sneeuwwitje, Peter Pan, Pinokkio, Alice en vooral Anna en Elsa ernstig. it’s a small world (met kleine letters, hoe toepasselijk) doet wat-ie moet doen, namelijk dat irritante melodietje in onze hoofden rammen tot het er bijkans niet meer uitgaat. Deze variant is bovendien bezaaid met gestileerde Disneyfiguren en daarmee net iets sjieker dan soortgenoten.
Geen van deze attracties is echter het doel van onze missie in Fantasyland. Sterker nog: we komen niet eens voor een attractie! In de namiddag nemen we namelijk plaats op de banken van het Storybook Theater voor Mickey and the Wondrous Book. Nu ben ik doorgaans niet zo’n pretparkshowliefhebber want het genre wordt te vaak gekenmerkt door tenenkrommende pruts, maar wat men hier op de planken tovert is fantastisch. Olaf de sneeuwman valt uit het Wondrous Book en Mickey en Goofy moeten hem er terug in frutten voordat-ie gesmolten is. De decors ogen spectaculair, de effecten zijn fris, de themamuziek verdrijft met verve de oorwurm van it’s a small world en het verhaal rijgt moeiteloos enkele van Disneys grootste hits aaneen. Persoonlijk hoogtepunt vind ik de inclusie van het art deco-segment met twee nummers uit Princess and the Frog. Een heerlijk half uur!
Laatste in de waaier van traditionele Disneylanden is Adventureland. Bij opening besloeg deze dichtbegroeide jungle ongeveer de helft van het originele park, al komt dat vooral door de enorme oppervlakte die Jungle River Cruise inneemt. In de tropische setting waarin Hong Kong Disneyland ligt voelt deze expeditie opvallend natuurlijk aan en de finale is met vuurballen en waterbommen spectaculairder dan elders, waarmee dit exemplaar meteen pluspunten scoort. Helaas duurt de jubelstemming niet lang. De tegelijk onúítstaanbare en onwéérstaanbare kitsch van Jungle Cruise valt of staat met de skipper die je aan het stuurwiel treft - en wij treffen een hysterisch gillende keukenmeid die ondanks de belofte geen woord Engels spreekt. Je begrijpt: die pluspunten verdwijnen linea recta in de prullenbak.
Aan de oevers van de rimboerivieren bevinden zich nog wel wat snuisterijen, maar geen enkele daarvan spreekt vandaag tot de verbeelding. De Liki Tikis zijn te nat, Tarzans Treehouse en de vlotten er naartoe blijven op slot en Festival of the Lion King heeft domweg pech: onze honger naar pretparkprutshows is al ruim gestild. Waar Adventureland door de sfeervolle pastiche van uitheemse architecturen en exotische avonturen in andere parken nog wel eens tot mijn favoriete themagebieden binnen het klassieke Disneypalet behoort, komt uitgerekend de editie die daadwerkelijk in het oerwoud ligt er bekaaid vanaf.
Als we Hong Kong Disneyland op openingsdag hadden bezocht, dan waren we nu wel ongeveer klaar geweest. Gelukkig eerde men het kleine nu ook weer niet al te veel en werd er in de voorbije jaren zowel binnen als buiten de treinring driftig aan nieuwigheden gebouwd. World of Frozen zal heel binnenkort haar deuren openen, maar ook nu vinden we in de buitenwijken van het park al drie twee miniatuurthemagebieden van absolute wereldklasse.
Aan het ene uiteinde van Adventureland ligt Toy Story Land en dat is eigenlijk alles wat ik over deze wanstaltig lelijke verzameling plastic in primaire kleuren te zeggen heb. Oké, nog twintig woorden extra dan: we sprinten hier zó snel met de handen voor onze ogen voorbij dat we zelfs de ‘achtbaan’ links laten liggen.
We hollen zo helemaal naar het andere uiteinde van Adventureland, daar is het beter toeven. Onder het treinspoor door belanden we vanuit de jungle plotsklaps midden in het wilde westen, aan de voet van een beervormige berg waarin goud werd gevonden. Grizzly Gulch is een speelse versie van het welbekende Frontierland, zoals inmiddels te verwachten wederom uitgevoerd op zakformaat. Dat is in dit geval overigens geen harde kritiek, want het snoezige goudkoortsdorpje raakt een serieuze snaar met precies genoeg knipogen en kwinkslagen. Bovendien slingert tussen de kleurrijke westernhuisjes, lekkende watertoren, okeroranje rotsen en borrelende geisers één van de meest complete achtbaanervaringen ter wereld.
In één van de Big Grizzly Mountain Runaway Mine Cars tuffen we de goudmijn in en zoals het een klassieker-in-wording betaamt gaat het daarna al snel mis. Bovenaan de eerste lift hill schuurt een grizzlybeer tegen ‘n spoorwissel waardoor we per ongeluk de verkeerde mijnschacht in denderen, bovenaan de tweede lift hill knapt de kabel van de mijnmachinerie waardoor we achterover de helling af kukelen en voor het slotakkoord leunen twee beren net wat te ver op een TNT detonator waardoor we de verrassend krachtige finale in knallen. Waaw! Big Grizzly Mountain Runaway Mine Cars bereikt als één van de weinige achtbanen dat wat ik de heilige graal van darkrides durf te noemen: het ritsysteem staat volledig in dienst van het verhaal en de beleving. Tel daarbij op dat de achtbaan ontzettend soepel, heel gevarieerd en precies pittig genoeg is en als vanzelfsprekend in het themagebied past om tot het eindoordeel te komen. Dit is attractie-avontuur op z’n aller-aller-allerbest.
Naast Grizzly Gulch ligt het laatste themagebied, opnieuw op zakformaat en andermaal met heel veel meer charme dan vierkante meters oppervlak. Mystic Point is een open plek in het hart van een onbereisd oerwoud, alwaar een excentrieke snoeshaan zijn imposante eclectische Victoriaanse landhuis Mystic Manor liet bouwen. Die excentriekeling is Lord Henry Mystic, prominente lid van the Society of Explorers and Adventurers, beschermheer van aapje Albert en fervent verzamelaar van artefacten van over de hele wereld. De aimabele man nodigt ons uit om op tour te gaan door zijn collectie en vooral zijn nieuwste aanwinst te bewonderen, een Balinese muziekdoos die magische krachten zou bezitten - al verzekert Lord Mystic ons dat dát toch wel allemaal bijgeloof zal zijn.
We zetelen in een trackless magneto-electrisch voertuig en starten in de ruimte waar de nieuwe aanwinsten worden gecatalogiseerd. Aapje Albert kijkt met een kwajongensblik naar de Balinese muziekdoos en als-ie ‘m opent begint een tocht van bescheiden proporties maar onuitwisbare indrukken. Sterrenstof uit de muziekdoos brengt het hele huis tot leven! Muziekinstrumenten spelen de fantastische soundtrack, een Griekse vaas danst en drie harnassen zingen terwijl Albert verwonderd toekijkt, maar gaandeweg worden de situaties waarin we de guitige hoofdrolspeler treffen benarder en benauwder: een vleesetende plant wil ‘m verorberen, een middeleeuwse krijger probeert ‘m onthoofden en een serie totempalen en tikibeelden pinnen ‘m met hun blaaspijppijlen tegen de muur. Net op ’t moment dat een Chinees godenbeeld de hele theesalon in een tornado doet veranderen en de muren beginnen af te brokkelen weet Albert de muziekdoos weer te pakken te krijgen en te sluiten. Pfieuw!
Mystic Manor is geweldig, al is niet meteen in woorden te vangen hoe geweldig of waarom. De eerste keer is ‘t zelfs even ‘wennen’, bij gebrek aan een beter woord. We worden niet omver geblazen door gigantische decors of fantastische animatronics, maar in plaats daarvan betoverd door intieme scènes vol kleine wow-momenten. Na een bisnummertje wordt nochtans alles helder: dit is één van de meest magistrale darkrides ter wereld. Het verhaal is doeltreffend, de opbouw subliem, de finale spectaculair. De karakters zijn goedhartig en de architectuur geweldig. Het ritsysteem is elegant, de muziek fenomenaal en de effecten verbluffend. Álles klopt. Andermaal treffen we de heilige graal. En juist in zijn bescheidenheid belichaamt Mystic Manor het ganse park wellicht het állerbest. Wie het kleine niet eert.
Na zoveel perfecte avonturen rammelen onze magen. We schuiven daarom aan in de Egyptische kamer van ’t Explorer’s Club Restaurant, het deftigste etablissement binnen de parkgrenzen. Het concept is nieuw voor me: de voor- en nagerechten worden in all-you-can-eat-buffet gepresenteerd - zó sjiek is de sjiekste eterij hier nu dus ook weer niet - en het hoofdgerecht kiezen we à la carte. Het eten komt in gulle porties en is heerlijk, zeker aangezien pretparkdiners net als pretparkshows toch te vaak gekenmerkt worden door tenenkrommende prut. Bovendien is de ravissante Explorer’s Club gevuld met kunstschatten en memorabilia van andere S.E.A.-leden. Verrukkelijk!
Na het diner lopen we via een laatste tour door Mystic Manor en de naastgelegen goudmijn van Grizzly Gulch terug naar de uitgang. Tegen de tijd dat we weer op Main Street aankomen zijn de voorbereidingen voor de avondshow in volle gang, wat betekent dat het kasteel belicht is in waanzinnig lelijke zuurstokkleuren met een overdaad aan twinkels die het geheel nog onbesuisd opzichtiger maken dan dat het al was. We laten onze fijne indrukken van het park daar niet door bezoedelen, besluiten de show zelf over te slaan en springen voor de meute uit in de Disney Resort Line, terug naar de echte wereld.
Hong Kong Disneyland leek voor m’n bezoek een beetje ongrijpbaar. Het is lastig je een voorstelling van het park te maken voordat je daadwerkelijk door Main Street zwiert. Wat startte als een tropische miniatuur van het originele Disneyland is niettemin uitgegroeid tot een eigenzinnig charmant park. Nooit de grootste of de beste, maar simpelweg enkele weergaloze topattracties, een magnifieke show en smakelijk eten op een bescheiden canvas vol sferen. Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd.