Schotland en Ierland stonden al lang op mijn bucketlist. Tien jaar geleden zag ik James Bond in Skyfall door de Schotse Hooglanden rijden in zijn Aston Martin - en ik zag mezelf ook ooit op zo’n zelfde manier naar het bergachtige, desolate, door mistbank geflankeerde ‘einde van de wereld’ trekken, een glas Whiskey ’s avonds laat op mij wachtend in een lokale kroeg.
Mijn reis naar IJsland en diverse trips naar Scandinavië in de afgelopen jaren hebben mij doen beseffen dat we hier in Noord Europa in onze handjes mogen wrijven wat natuurschoon betreft. Ik hou van de koude ruige natuur. Grillige bergruggen, reflecties in ijzig water, silhouetten van dennenbomen die door de nevel priemen. Eindeloze stukken ongerepte natuur, enkel doorbroken door een kronkelende slinger asfalt die vraagt om nóg verder koers naar de horizon te zetten.
Schotland en Ierland sluiten hier naadloos op aan, dus hop de daad bij het woord. Google Maps, Wikipedia, Booking.com, plan de campagne! Wat is er mogelijk.
Dit is er mogelijk. Een roadtrip van bijna twee weken met eigen auto, waarbij varen met de boot als secundaire rode draad de reis bij elkaar stikt. En er is ruimte voor nog wat extra smaakmakers. Harry Potter, Titanic, The Beatles, bier en whiskey - het wortelt hier allemaal in een Engels sprekende cirkel op steenworp afstand. Gaat u mee?
Route tegen de klok in linksom (we zullen immers hetzelfde met onze auto op de weg moeten): Vanuit (1) IJmuiden naar (2) Newcastle, om achtereenvolgens bezoek te brengen aan (3) Alnwick Castle, (4) Edinburgh, (5) Glencoe, (6) Loch Ness, (7) Skye, (8) Fort William en (9) Glenfinnan. Vanuit (10) Cairnryan naar (11) Belfast, een uitstap naar de Noordkust van Noord-Ierland, vervolgens door naar het Ierse (12) Dublin. Oversteek naar (13) Holyhead voor een slotbezoek aan (14) Liverpool om uiteindelijk terug te keren vanuit (15) Hull naar (16) Rotterdam.
2.250 kilometer rijden, 1.000 km varen, ik ben nu al moe! Nou dan blijf je maar thuis. De boot vertrekt. Toet toet! Vergeet je Engelse stekker niet een uur terug te zetten.
Geen land meer in zicht. Blij toe met de boot. Dit was lastig geworden met enkel auto.
Alnwick Castle! Officieel de residentie van de Hertog van Northumberland, maar in de volksmond -en voor mij ook- bekend als het kasteel dat in de eerste twee Harry Potter films dienst uit deed als Hogwarts.
Daar weet men hier moeiteloos op in te spelen. Volwassenen en kinderen huppelen op licht infantiele wijze over het gras met een voorstellingsvermogen dat groter is dan de bezemsteel die ze vast houden, ik glunder vooral bij de gedachte dat dit bouwwerk echt bestaat.
Geen spuitbeton, lekker ECHT! Mijn voetstappen galmen op de manier zoals Albus Dumbledore het graag zou horen. Vlotte tred, op naar je volgende les.
Welkom in Edinburgh, Schotland! We blijven in de Potter sferen. J.K. Rowling woonde hier toen ze de boeken schreef en het moge duidelijk zijn dat de stad haar op veel plekken inspiratie gaf. Het uitzicht alhier wordt verzorgd door de grootste toeristische trekpleister van de stad: Edinburgh Castle.
Voor dit op een heuvel gelegen kasteel kun je rustig enkele uren uittrekken om de diverse musea met relieken van de Schotse strijdkrachten te bewonderen.
Terug beneden in Old Town - een gebied dat zich kenmerkt zich door historische heuvelachtige straten omzoomd met fraaie gevels, velen behuisd met winkeltjes en bars op de eerste verdieping.
Boeken, snuisterijen en curiositeiten.
❤️
Vanuit New Town, aan de andere zijde van het spoor, zie je het hoogteverschil van Old Town goed.
Danse Macabre.
Wonderlijk genoeg heeft Edinburgh ruimte genoeg om een heel bergmassief onbebouwd te laten in het midden van de stad. In Holyrood Park kun je aan de drukte van de straten ontsnappen en hiken naar de top van Arthur’s Seat, om te genieten van een mooie vista over de skyline.
De hike zelf krijgt een pluim, het uitzicht heb ik gemist.
Toch mooi.
Victoria Street, goed voor een plaatje dat iedere Lonely Planet boekcover over de stad kan sieren.
Deze straatjes verbinden de grotere straten over verschillende niveaus. Ze worden closes genoemd aangezien ze vroeger in de avonduren echt op slot gingen.
De avond is gevallen, tijd voor voer en drank. Edinburgh, gaat het zien!
Rise and shine, de stad uit en de natuur in. De Schotse Hooglanden roepen! Yas. Geniet mee.
De natuur van Glencoe heeft weinig meer woorden nodig dan WOW. De route voert overzichtelijk door de vallei en best stop je om de paar kilometer om uit de auto te stappen en al wandelend je nog nietiger te voelen.
Verderop ligt het misschien wel bekendste meer ter wereld: Loch Ness. Vanzelfsprekend heeft het meer zélf niet zoveel om het lijf maar is het vooral de mythische aanwezigheid van een onderwatermonster dat de gemoederen al decennia lang bezig houdt. Vooruit dan maar, met een kasteeltje erbij is het fraai.
Op weg naar Skye.
Don’t follow the lights…
Onderweg.
Een schots en scheef kasteel met zeven torens en een spook. Ik moest er maar naartoe gaan en als jij gaat, ga ik ook.
Skye! Een brug verbindt het eiland met het Schotse vasteland.
Hoe verder je naar het Noorden trekt, hoe ruiger het landschap wordt.
Het Pièce de résistance van Skye is The Old Man of Storr, een 719 meter hoge rotswand ontstaan door een aardverschuiving.
De hike hier naartoe is adembenemend.
Haast buitenaards.
Het zachte groene mos gecombineerd met de harde zwarte rotsen - contrast is codewoord. Waanzinnig.
Letterlijk het hoogtepunt van de reis. Makkelijk in de top vijf mooiste plekken ooit bezocht. Van het pad beneden tot aan de spikes in het midden ben je snel drie kwartier tot een uur onderweg door het nogal intensieve hoogteverschil hier en daar. Eenmaal aangekomen kun je zo lang als je zelf wil slenteren over de paadjes die over het plateau voeren. Trek minimaal drie uur uit voor deze plek zou ik adviseren! Het is schitterend.
Meer moois van een geheel ander kaliber vinden we terug in het Zuiden. In Glenfinnan vind je een van de bekendste viaducten…
… waar de meest magische trein denkbaar overheen sjokt. Dagelijks passeert hier The Jacobite Steam Train, die gebruikt is als Hogwarts Express voor wederom Potter. Het is mogelijk om er zelf ook een rit mee te maken, ik kies echter voor het uitzicht vanaf de nabijgelegen heuvels.
Nog een laatste keer over de weg door Glencoe, op weg naar het schip dat richting Belfast in Noord-Ierland vaart.
Belfast + schip = Titanic. Hoewel de blockbuster uit 1997, mijn all-time favorite film, doet vermoeden dat Titanic uit Southampton komt is niks minder waar: Southampton was ‘slechts’ een tussenhaven en Belfast is de geboorteplek van het beroemdste schip ter wereld. Rederij Harland & Wolff zorgde voor een booming business in Belfast rond het begin van de twintigste eeuw en het is ook daar waar ik aanmeer: het voormalige hoofdkantoor van Harland & Wolff is omgebouwd tot een hotel waar je jezelf weer even kunt wanen in vervlogen tijden.
Het trappenhuis zoals het oorspronkelijk was.
De ‘presentatiekamer’, waar een bedrijf als een White Star Line kwam kijken naar de eerste model voorstellen voor de door hen bestelde schepen.
Nu de bar van het hotel, vroeger een van de tekenkamers. Eind 19e eeuw was Belfast nog niet aangesloten op het elektriciteitsnetwerk en om toch zoveel mogelijk licht voor de tekenaars te verschaffen, zaten er grote raampartijen in het dak.
Verderop op de werf vind je het Titanic museum.
Hier wordt het volledige verhaal van het schip verteld van bouw tot wrak.
In een droogdok vind je het laatste nog bestaande schip uit de White Star Line serie: de Nomadic, het schip dat Titanic begeleidde rond de havens alvorens het haar ruimere sop verkoos.
De materialen, geuren en kleuren - je gaat nergens zo dicht bij de sfeer en het gevoel van het schip uit 1912 komen. Place to be voor de liefhebber!
Belfast zelf dan. Een stadhuis dat er mag wezen.
Belfast kent een treurige historie waar de open wonden, eenmaal het centrum uit wandelend, nog steeds duidelijk zichtbaar van zijn. The Troubles was een grimmige periode in de tweede helft van de afgelopen eeuw, waarin de Katholieken en Protestanten elkaar het leven op zijn zachts gezegd behoorlijk zuur maakten. Hoewel muren en hekken nooit een oplossing mogen zijn, zijn ze dit tot op de dag van vandaag op sommige plekken nog steeds in Belfast: mensen aan weerszijden van de straat moeten vaak nog steeds vrij weinig van elkaar hebben en geweld steekt zo nu en dan nog eens de kop op hier.
Een plek die me een wranger gevoel gaf dan ik dacht. Het stadsbestuur wil vanzelfsprekend zo snel mogelijk van de muren af, maar ik vraag me af hoeveel generaties er nog nodig zijn voordat dit kan.
Mijmerend maar proberen te genieten van de mooie zaken die de binnenstad inmiddels toch ook wel te bieden heeft. De blik maar op vooruit!
Op naar de noordkust van Noord-Ierland. Onderweg een korte tussenstop bij the Dark Hedges. Inmiddels bij het grote publiek bekend geworden door een appearance in Game of Thrones en in die zin een nieuwe toeristenmagneet. Met de auto door de laan rijden mag niet meer, in grote getale (moi inclus) allen hetzelfde plaatje trekken wel. Ach geef toe, een beetje authentiek is het toch nog, inmiddels daterend uit de achttiende eeuw.
Hoogtepunt van de natuur in Noord-Ierland: Giant’s Causeway.
Natuur natuur wat ben je soms wonderlijk.
Zo’n 40.000 basaltzuilen vormen een tamelijk spectaculaire kustlijn.
Ik kan er met mijn hoofd nog steeds niet helemaal bij hoe gigantische hitte, contractie en blabla van vulkanische gesteente organisch hebben weten in te ruilen voor systematisch.
En dan te denken dat er waarschijnlijk nog heel wat zuilen verborgen zitten in de grillige kustlijn. Je ziet een enkeling hier vervaarlijk uitsteken boven de grond. Het is vandaar dat het pad vanaf hier dan ook is afgesloten en ik een reden heb om door te reizen naar de op-een-na-laatste stop van de trip:
Dublin, Ierland.
Boekje lezen, iemand? De universiteitsbibliotheek heeft er zeven miljoen waarvan er ruim 200.000 hier staan, in the Long Room. Tevens vind je hier de oudste nog bestaande harp van Ierland, het symbool van het land.
Dublin = pubs.
Pubs = Guinness.
Een alleraardigste tour door de oorspronkelijke brouwerij mag eigenlijk niet ontbreken bij een bezoek aan Dublin.
Afsluitend met proeverij en pint op de bovenste verdieping, uitkijkende over de stad.
En als we dan toch bezig zijn - op steenworp afstand ligt de oorspronkelijke distilleerderij van Jameson. De Whiskey. Ook hier kun je een tour doen. Iets intiemer dan die van Guinness, waarbij je in een kleiner groepje van een gids leert over de geschiedenis, het productieproces en het proeven van Jameson Whiskey.
Doei Dublin! Nog een nachtje de alcohol uit het lijf slapen, om vervolgens de oversteek te maken terug naar het Verenigd Koninkrijk en uit te komen voor de laatste 24 uur in:
Liverpool.
En wie Liverpool zegt, zegt The Beatles. ‘Zo’n bandje met iets van popmuziek in de jaren ’60’ - je kent ze vast wel. The hall of fame in deze club zegt genoeg: hier traden ze tussen 1961 en 1963 maar liefst 292 keer op en gaven ze gestalte aan The Beatle Mania. Heilige grond voor de muziekliefhebber!
The Cavern Club heeft in de jaren daarna nog vele bekende gezichten gezien maar viert vandaag de dag vooral dat waar ie het bekendst van is - Lennon, McCartney, Harrison en Starr. De sfeer is ongekend goed hier, trekt bezoekers van alle leeftijden over de hele wereld en is de kers op de taart.
It's been a hard day's night, and I’ve been working like a dog
It's been a hard day's night, I should be sleeping like a log
Daar helpt de hut op de boot terug naar Nederland wel weer bij. Nog een voordeel van het reizen over water, uitgeslapen terug aan komen in eigen land.
Zoveel moois gezien, zoveel daarvan niet kunnen delen in dit verslag, maar
You know I feel alright
🎵🇬🇧🇮🇪