Disneyland Anaheim: terug naar (ab)normaal
Dinsdag 6 en donderdag 8 november 2018
Soms fonkelt er zelfs in de donkerste dagen van de pandemie een sprankelende herinnering. Ik bouw ineens weer met Lego, zoals ik dat in vervlogen dagen oneindig lang samen met mijn broertje deed. Ik heb het uitbundige plezier van koken ontdekt in de recepten van Yotam Ottolengi en Nigella Lawson en transformeer daarmee de smaken van m’n moeder in mijn eigen potten en pannen. En ik lees zo af en toe een trip report van één van de gerenommeerd schrijvers onder ons terug en word daarmee dwars door plaats en tijd vervoerd van hier en nu naar daar en toen.
Precies zo ontsteken enkele recente beschouwingen over Disneyland Anaheim de inspiratie om onderstaand relaas uit het najaar van 2018 onder het stof van de nieuwe normaal vandaan te trekken en eindelijk eens af te maken. Ik hoop op een vlotte terugkeer naar de oude vertrouwde normale wereld… en op een minstens zo vlotte terugkeer naar een absoluut abnormale plek op deze aardbol!
Terug naar 2018. Mijn beste vriend woont net voor de pandemie twee jaar lang in New York én zijn oom zwaait de scepter over het Disneyland Hotel. We hoeven dan ook niet lang na te denken: onze jaarlijkse najaarstocht bestaat dat jaar uit het klassieke Westkustrondje gevolgd door enkele dagen in New York. Zo gebeurt het dat we op maandag 5 november 2018 na aankomst op LAX en enkele heerlijke cocktails in de gezellige tikikitsch van Trader Sam’s het licht uitknippen op de bovenste verdieping van de Adventureland Tower. Als we de lamp de volgende ochtend weer aanknippen en de gordijnen openschuiven, ontvouwt zich ten langen leste een prikkelend vergezicht over al wat we de komende dagen gaan beleven. Voor de eerste van vele keren overvalt me dat gevoel dat iedereen kent maar dat zo lastig in woorden te vangen is… Ik denk dat ‘t het beste te beschrijven valt als het midden tussen “dit gebeurt echt!” en “gebeurt dit echt?”
De eerste keer. De eerste aanblik. De eerste stap. Ik sta voor één van ’s werelds beroemdste treinstations op weg naar een dag vol zinderend avontuur. Samen met mijn reisgenoot slenter ik onder het spoor van the Disneyland Railroad door en kom zo uit op Town Square, waar het in alle vroegte nog sereen kalm is en waar een niet te evenaren sfeer uit elke kier en spleet sijpelt. De originele Main Street U.S.A. is kleinschalig en knus, maar vervult zijn functie desalniettemin met verve. Op klanken van violen, piano’s en saxofoons zweven we in het ochtendgloren richting het – hét – kasteel, hét zweemzoetroze en onweerstaanbaar snoezige symbool van Disneyland. Pas nu daagt het me écht: ik sta waar Walt ooit stond!
Sleeping Beauty Castle sluit zelfs met ietwat idiote nepsneeuw en bijpassend plastieken ijspegels perfect aan op Main Street. Ik snap dat voor latere parken een al maar grotere weenie gebouwd werd en dat voor het één-op-één-kopie in Azië een addendum moest en zou verschijnen, maar het origineel is in alle eenvoud en ingetogenheid een prachtige parel middenin dit bruisende park. Later ontdekken we min of meer per ongeluk de kleinschalige maar toffe scèneserie die door de gangen en gewelven kronkelt en wordt mijn gevoel bevestigd. Dit is met recht en reden een icoon.
Over de ophaalbrug en door het kasteel zetten we koers naar Fantasyland. Dit themagebied is vanzelfsprekend archetypisch Disney en zit daarmee in m’n jeugdherinneringen verankerd - Jungle Book klonk zo aanstekelijk dat we op de banken dansten, Peter Pan werd zo vaak teruggespoeld dat steeds meer scènes kraakten en m’n moeder vond Alice in Wonderland zo stom dat ze onze videoband zonder iets te zeggen aan mijn nichtjes weggaf! Vanzelfsprekend vind ik daarom de klassieke darkrides waarin Sneeuwwitje, Pinocchio, Mr. Toad, mijn vriend Peter Pan en m’n moeders vijandin Alice tot bordkartonnen blacklightleven gewerkt worden ontzettend charmant. Bovendien is het koninklijk hof aan de voet van het kasteel gezellig en romantisch. Daar voorbij gaat het echter toch al rap mis. Storybook Land Canal Boats en Casey Jr. trekken ons niet. De deuren van de glittergouden oerversie van “it’s a small world” blijven dicht om de kinnekes kerstkleren aan te trekken. Er denderen helaas geen watervallen of bobsleeën langs de stijle bergwanden van de wereldberoemde Matterhorn vanwege onderhoudswerkzaamheden. Fantasyland Theater en de nutteloze ruimte tussen Matterhorn en monorail ogen betonnig, tentzeilig en tijdelijk. En als kers op de taart ligt net voorbij de Railroad misschien wel het stomste stuk Disneyland…
Toontown heeft twee vergoelijkende eigenschappen en nummer één is juist dat het weggemoffeld ligt achter een spoorwegtunnel. Zodra ik daar doorheen kuier en de overdreven cartooneske vormen en aanstellerige kleuren in het zicht springen, dringen allerlei herinneringen aan Looney Tunes Land in voormalig Warner Bros. Movie World Germany en schreeuwerige achterwanddecoraties van kermisattracties uit m’n jeugdjaren op. De meet-and-greets slaan we zonder twijfel over en de nietszeggende achtbaan laten we letterlijk links liggen - de achtbaan is zó nietszeggend dat ik tot voor kort veronderstelde dat Inspector Gadget hier de scepter zwaaide in plaats van één van de Rescue Rangers. Zo blijft er eigenlijk nog maar één andere verzachtende omstandigheid over. De daadwerkelijke ster van Toontown is niet de muis waar het allemaal mee begon, maar het konijn dat ons redt uit de klauwen van een bende wezels die alle tekenfilmfiguren uit wil gummen. Roger Rabbit’s Car Toon Spin - in mijn ogen zowel in Amerika als in Japan één van Disneys meest ondergewaardeerde darkrides - is onnavolgbaar, luid en hysterisch, maar biedt voor liefhebbers daarvan wel ’n verdraaid amusante rit.
Disney is in z’n geheel behoorlijk camp en kitsch, maar één themadeel springt er ongetwijfeld onbedoeld met kop en schouders bovenuit. “The pure examples of Camp are unintentional; they are dead serious. The Art Nouveau craftsman who makes a lamp with a snake coiled around it is not kidding, nor is he trying to be charming. He is saying in all earnestness: Voilà! The Orient!” Net op deze manier lijkt Disney in Tomorrowland te willen zeggen: “Voilà! The Future!”
De toekomst bestaat blijkbaar uit een lappendeken van semi-futuristische attracties die ontzettend populair zijn, maar die we allemaal dichter bij huis ook aantreffen. Daarom laten we het trio van Astro Blasters, Autopia en Star Tours zonder morren aan ons voorbij gaan. We houden echter wel halt bij de meest misplaatste ride, gelegen aan de rand van de betonplaat. Finding Nemo Submarine Voyage werd weliswaar gebaseerd op ‘n aardige animatiefilm, de verhaallijn is net als in die film vlot volgbaar en het duikbootconcept is uniek, maar wat verdwaalde clownvissen met Tomorrowland te maken hebben blijft ook in deze versie van de toekomst een raadsel.
Tomorrowland sleept geen schoonheidsprijs in de wacht, maar het is gelukkig niet louter kommer en kwel. Space Mountain, verscholen onder ‘n helderwitte kegel, is namelijk achtbaanvermaak van de allerhoogste plank. Een driedelige lifthill met magistrale soundtrack bouwt de spanning briljant op, waarna de voertuigen zich in een desoriënterend universum vol fonkelende sterretjes storten. Niet de hoogste en niet de snelste, maar ongetwijfeld wel de tofste achtbaan van het resort en omstreken - zó tof zelfs dat Space Mountain over de gehele breedte misschien wel de favoriete attractie van mijn metgezel blijkt. Nog 'n keer!
Disneyland speelde vier-op-een-rij met legendarische darkrides en plaatste in Critter Country, het andere uiterste puntje van het park, de eerste van vier sterren aan het firmament: Splash Mountain. Gedurende het grootste deel van de dag zou de wachtrij niet onder ’t uur zakken, maar tegen die tijd waren wij al lang en breed weer opgedroogd. Door onze Extra Magic Hours slopen m’n trawant en ik via de achterdeur tussen Fantasy- en Frontierland al in alle vroegte naar dit kunststuk en wachtten lege boomstammetjes ons in het station op.
De lange en uiterst vermakelijke vaartocht op de melodie van het zuiden is puur plezier! De liedjes zijn oorwurmen van het beste soort en de oevers van de waterloop staan tjokvol vrolijk boskornuiten. Deze boomstamwildwaterbaan in optima forma wordt voorts vervolledigd door de nodige waterpret en een behoorlijk spectaculaire finale - ‘n Amerikaanse vrouw drukte ons later met onze neus op de feiten toen ze ontdekte dat we niet hadden verwacht dat de expeditie zo nat zou zijn: “It’s called ‘Splash Mountain’ for a reason, honey!”
Critter Country wordt gecompleteerd door The Many Adventures of Winnie the Pooh. Deze eenvoudige darkride is op zichzelf best aardig, maar de teddybeer behoort niet tot mijn assortiment aan jeugdherinneringen en zijn zoektocht naar honing - zóveel avonturen is één zoektocht toch ook weer niet, eigenlijk - steekt naast de fenomenale buurman wat karig af. Winnie past dus niet in het kwartet van darkridesupersterren, maar echt ver hoeven we voor de volgende toppers nu ook weer niet te wandelen.
Vier stappen naar het volgende themagebied, dat op zichzelf nauwelijks vier stappen groot is. Maar gelukkig zet een mens elk van die vier stappen in New Orleans Square in diepe dikke lagen sfeer. We flaneren op rijke jazzklanken langs ambachtelijke winkeltjes, laven ons in de stralende zon aan verkwikkende mint juleps en genieten van de creoolse keuken aan de oevers van The Blue Bayou. Die creoolse lekkernijen worden overigens helaas zonder een goed glas wijn geserveerd, want dat zou tegen de principes van Walt zijn. “Only the unimaginative can fail to find a reason for drinking champagne!”
Dan maar op water verder. Maar liefst twee van de vier-op-een-rij-darkrides verkeren namelijk zij aan zij in het toch al zo swingende New Orleans. Sterker nog: het zijn bij uitstek deze twee darkrides die zowat aan de basis staan van elke moderne variant die we tegenwoordig kennen! The Haunted Mansion werd helaas gekaapt door Jack Skellington en zijn kornuiten uit Nightmare Before Christmas, maar tussen de neonexplosie door waart de duistere ambiance van het origineel nog immer rond. Pirates of the Caribbean is gelukkig onneembaar voor eender welke kaper en maakt zijn sterrenstatus als één van ’s werelds beste klassieke darkrides moeiteloos waar. Het magnifieke meesterstuk presenteert een opbouw die zo steengoed is dat het gehussel met scènes in andere versies haast voelt als piraterij. De spanning neemt in de ellenlange proloog gestaag toe en vervolgens vergapen we ons aan een reeks vignettes van een zeeslag, een brandende stad en daar bovenop jubelend zingende piraten. Het is haast ongelooflijk dat Pirates de pensioengerechtigde leeftijd al met rasse schreden nadert. Disney stopt zichtbaar veel liefde in hun iconen en het resultaat verbluft nog immer.
De themagebieden in de linker vleugel van het park vloeien moeiteloos in elkaar over. Knap staaltje parkontwerp, zoveel is zeker… maar misschien is het zelfs wel iets te knap. We slenteren immers bijkans ongemerkt Frontierland binnen, een relatief kleine themazone die in Californië net te veel vervaagt, vervloeit en opgaat in de omgeving. Er hangt heus een fijne sfeer omlijst door karakteristieke westerngevels en een snufje Mexicaanse flair, maar de thematische diepgang reikt nooit verder dan hoe ik vroeger cowboy en indiaantje speelde. Het voelt allemaal wat onbestemd en identiteitsloos. Daarmee moet ‘t originele oer-Frontierland - daar waar Walt zelf ooit liep en ironisch genoeg precies daar waar vroeger het westen echt wild was - helaas zijn meerdere erkennen in het grandioze wilde westen dat we in andere Disneyparken treffen.
Die conclusie geldt ook schoorvoetend voor het attractie-aanbod. Een vaartocht aan boord van de Mark Twain of ’n expeditie op Tom Sawyer Island vormen doorgaans een zalig rustpunt in de hectiek van een bezoek, maar beiden zijn ook een behoorlijk tijdrovende onderneming en daarmee niet voor alle dagen geschikt. Gelukkig beloven de majestueuze oranje rotsen aan de horizon redding! Big Thunder Mountain is in Californië net een tikje minder wildest ride in the wilderness realness dan op het Europese vaste… uh, eiland, maar de wat intiemere en knussere setting maken dat gebrek aan temperament ruimschoots goed. Een achtbaan vermommen als een losgeslagen mijntrein is en blijft een gouden greep, zeker als die vermomming tot aan een dinosaurusskelet aan toe wordt scherpgesteld. Bovendien biedt Big Thunder Mountain anno 2018 een onverwachte bonus, want vanaf de hoogste punten wordt ons af en toe een aanlokkelijke vooruitblik geboden op Star Wars Galaxy’s Edge. Oh, kon ik maar terug!
Ontelbare keren nageaapt maar nooit geëvenaard. Van alle themalanden in het klassieke Disneypalet is Adventureland wellicht mijn favoriet. 't Is natuurlijk allemaal een tikje koloniaal, maar ik hou van de sfeervolle pastiche van uitheemse architecturen en exotische avonturen die zo’n setting met zich meebrengt. Hoewel het themaland in Anaheim niet veel meer behelst dan een enkel steegje en tijdens ons bezoek The Tropical Hideway nog net wat te letterlijk achter hekken verstopt zit, vóélt het land onmetelijk. Tel daarbij op dat de overgangen naar aanpalende themagebieden vlekkeloos verlopen, dat de perfect passende achtergrondgeluiden en -muziek de wildernis akoestisch zoveel groter weten te maken en dat er drie attracties van wereldfaam in de jungle verscholen liggen en het resultaat is ook in Anaheim één van m’n favorieten.
We snoepen van een verfrissende Dole Whip in het kleine binnentuintje van Walt Disney’s Enchanted Tiki Room - Disney heeft het bedenken van bedenkelijk lange attractienamen tot kunst verheven en dit vaak vergeten voorbeeld is daar misschien wel de bakermat van. Het ananasijs met ananassap lonkt smakelijk maar verdient mijns inziens haar cultstatus toch niet voor de volle honderd procent. Datzelfde geldt eigenlijk voor de attractie zelf: ’s werelds eerste show met Audio-Animatronics is een must voor elke pretparkliefhebber en ik vind het tof dat Disney haar klassiekers koestert, maar de tijd heeft de Tiki Tiki Tiki Tiki Tiki Room - verdorie, nu zit ’t liedje in m’n kop! - toch een beetje ingehaald. Het concept van buurman Jungle Cruise is allicht bijna net zo gedateerd als dat van de Antiki Room en m’n kompaan en ik moeten dan ook over een psychologische drempel om de langste wachtrij van de dag te trotseren, maar een krap half uur later zijn we allebei heel blij dat we die gok waagden. Jungle Cruise is echt heel erg leuk! Cheesy? Check! Kitschy? Check! Onuitstaanbaar amusant? Dubbelcheck! Zolang de schuiten van “it’s a small world” niet uitvaren, is dit zonder twijfel “the happiest cruise that ever sailed”.
De laatste van het Adventurelanddrietal - en tevens ’t vierde en laatste lid van het Disneydarkridesupersterrenkwartet - moet het niet hebben van nostalgie of belegen humor. Ook verraadt de eerder bescheiden tempel die als ingang dient niet welk weergaloos avontuur het allerdiepst in de jungle verscholen ligt. Als pretpark- en darkrideliefhebber ontkom je niet aan een vaag idee van wat Indiana Jones Adventure inhoudt, maar desalniettemin stappen we daarom redelijk onvoorbereid en onbevooroordeeld het gangenstelsel binnen dat ons leidt naar het hart van de Temple of the Forbidden Eye. In ’n roestige terreinwagen tuffen we langzaam het station uit en zoals het een klassieker betaamt gaat het daarna al snel mis. Met ronkende motoren en gierende banden ontsnappen we aan een hele serie boobytraps tot we bijkans verpulverd worden door een gigantisch rollend rotsblok! Waaw! Indiana Jones Adventure is enerverend, mysterieus, immens en vormt het ultieme voorbeeld van een ritsysteem dat ten volle in dienst staat van het verhaal en de beleving - wat mij betreft de heilige graal in darkrideontwerp. Deze kolos behoort na bijkans 25 jaar nog steeds in de bovenste regionen van elk fanatiekelingenlijstje. Sterker nog, enkel en alleen de sublieme finale zou ‘m daar al ferm moeten poten: die paar superspannende seconden zijn zowel in Tokyo als hier immers attractieavontuur op haar aller-, aller-, allerbest.
En zo staan we opnieuw op de plek waar het verhaal daarstraks begon, duizend-en-één herinneringen rijker. Disneyland is het park waar Walt zelf ooit heeft rondgelopen en op ondoorgrondelijke wijze voel je dat als bezoeker. De dromen van één man werden alsmaar groter en groter, waardoor het park bestaat uit meer dan een halve eeuw aan opeen gestapelde attracties, pleinen, paden, kastelen, banketten, bergen en een heuse jungle. Samen met gepassioneerde werklieden en prachtig weer is die onlogische en bijkans knusse chaos een recept voor vertier en vermaak van ongekend niveau. Disneyland barst van sfeer, karakter en charme uit haar voegen zoals maar weinig parken dat doen. ’t Ongeëvenaard origineel.
Soms fonkelt er zelfs in de donkerste dagen van de pandemie een sprankelende herinnering. Ik zette de eerste woorden van dit trip report in een onbekommerde tijd op het digitale papier, maar verloor ‘t plezier uit het oog toen COVID-19 de wereld overspoelde. Gelukkig heb ik al die herinneringen weer in volle glorie teruggevonden en door een nieuwe bril bezien fonkelen ze zo mogelijk nog oogverblindender. Hopelijk keren we snel terug naar (ab)normaal.