The land of fire and ice! Zo wordt IJsland regelmatig genoemd. En dat is absoluut geen grootspraak. Gesitueerd op de breuklijn van twee tektonische platen en met het noordoosten van het land net binnen de poolcirkel, maakt het land zijn beeldspraak waar.
Zo'n twintig miljoen jaar geleden is het land door vulkanische activiteit verrezen in de Atlantische Oceaan en groeit het vanuit het midden jaarlijks zo'n twee centimeter bij. Met net wat meer dan 350.000 inwoners, waarvan zo'n 200.000 in en rondom hoofdstad Reykjavik wonen, is IJsland het dunst bevolkte land van Europa.
Dit alles zorgt voor een land dat zich voornamelijk kenmerkt door de aanwezigheid van zaken waar je in je aardrijkskundeboek over leert. Bergen. Vulkanen. Watervallen. Gletsjers. IJsbergen. Geisers. Grote open vlaktes. Lavavelden. Ergens in 2009 hoorde ik voor het eerst muziek van de IJslandse postrockband Sigur Ros en mij werd in 1 klap muzikaal duidelijk gemaakt hoe deze rauwe landschappen ook omschreven konden worden: als pure schoonheid. Hier moest ik ooit een keer naartoe.
Afgelopen week was het zover. Hop hop chop chop het vliegtuig van Icelandair in op Schiphol... en in minder dan drie uur zit je in een totaal andere wereld. Tijd om jullie met een boel plaatjes mee op reis te nemen!
Hoogste punt van hoofdstad Reykjavik is de staafkerk Hallgrímskirkja, die met zijn eigenzinnige uiterlijk als een fraai symbool lijkt te staan voor deze bijzondere stad.
Reykjavik is namelijk Europa's meest Noordelijk én meest Westelijk gelegen hoofdstad.
De staafkerk heeft inspiratie opgedaan bij de basaltrotsen die we later nog tegen gaan komen in het landschap.
In het centrum is het een kleurrijke aangelegenheid.
Gekleurde gebouwen en streetart is iets wat je veelvuldig tegenkomt hier. Ook enigszins opvallend is de metalen beplating waarmee veel gebouwen zijn bedekt.
Aan de haven vinden we het relatief nieuwe concertgebouw Harpa.
Wederom zien we de invloed terug van de basaltrotsen.
Reykjavik is niet groot. In een avondje wandel je wel langs de meest markante gebouwen en krijg je een goed beeld van de meeste straten in het centrum, waarbij je ook al snel tussen de reguliere woonhuizen slentert. Maar laten we eerlijk zijn: een citytrip is ook niet de reden om naar IJsland te trekken.
The land of fire and ice. Ik zei het al in de introductie. Daar voeg ik graag nog twee noemers aan toe: water en aarde. Middels dit kwartet wil ik graag verder een blik op het land werpen. Met een huurauto heb ik een week lang gereden in de straal rondom Reykjavik en de Zuidkust, waarbij ik alle vier tegen kwam. Water, aarde, ijs en vuur!
WATER
De bron van het leven. Kolkende massa's in overvloed hier.
van de machtige razernij van de þórufoss...
... tot de subtielere stroompjes van Kirkjufellfoss.
Genieten van het uitzicht.
De enorm brede Faxifoss van bovenaf gezien...
... en de ranke Svartifoss van onderaf gezien.
Zeer bijzonder en populair is de Seljalandsfoss.
Als je wil kun je hier the backside of water bekijken.
Dat groeit goed hier.
Nat pak gegarandeerd op deze trap.
Gullfoss, vrij vertaald als 'gouden waterval', is de naamgever van de populaire toeristische dagroute 'The Golden Circle'.
De diepte in.
Oorverdovend gedonder.
Stoom. De gasvorm van water. Door de zo hier en daar hoge temperaturen onder het aardoppervlak kookt het oppervlaktewater in Haukadalur, een dal in het zuidwesten van het land.
Met zo nu en dan een bekend natuurfenomeen als gevolg.
Vergis je dus niet - dit uitnodigende water is gloeiendheet.
Strokkur is de naam van deze geiser, die zo eens in de vijf minuten tot uitbarsting komt. Vanuit 23 meter diepte bouwt zich onder water een damp op die zo nu en dan naar de oppervlakte schiet. Het water daarboven wordt tot een hoogte van 40 meter de lucht in geschoten.
Verder naar het Oosten vinden we de aanwassen van de Skogafoss.
Met een hoogte van 60 meter en een breedte van 25 meter is het een van de grootste watervallen van het land.
Terug langs de golden circle vinden we Kerið, een vulkanisch krater meer.
Na de uitbarsting van deze vulkaan, zo'n 3.000 jaar geleden, is de onderliggende magmakamer ingestort (zoals dat wel vaker gebeurt) en heeft het aanwezige grondwater voor de rest gezorgd. Spot de vis op deze foto trouwens!
Last but not least vinden we natuurlijk nog een boel water aan de kust. Reynisfjara is een zwart strand dat niet alleen te boek staat als een van de mooiste niet-tropische stranden van de wereld, maar ook bekend staat om zijn gevaarlijke sneaker waves.
Deze golven kunnen vanuit het niets opzetten en achteloze pootje-baders mee onder water sleuren. Opgepast dus!
Een indrukwekkend schouwspel is het hoe dan ook.
AARDE
De kustlijn van Reynisfjara kenmerkt zich verder door de zeer markante en eerder genoemde basaltrotsen.
Deze veelal zeshoekige kolommen ontstaan tijdens het afkoelen van dikke lavastromen.
Iets verderop vinden we Dyrhólaey, het meest zuidelijke punt van IJsland.
Bergen. Ze zijn hier werkelijk waar schitterend.
Zeker in de zomer is het goed toeven hier.
De vuurtoren van Dyrhólaey.
Ook Papegaaiduikers (of Puffins, in het Engels) zoeken hun heil op dit stukje aarde.
Ze kunnen iets beter vliegen dan dit wrak.
Het Sólheimasandur Plane Wreck is een markante plek. Vanaf de parkeerplek langs de grote weg is het 3,5 kilometer wandelen door een stuk niemandsland. In 1973 moest dit cargo vliegtuig een noodstop maken alhier.
Verder landinwaarts. Þingvellir is het nationale park waar een kloof de tektonische platen van het Euraziatische en Noord Amerikaanse continent scheidt. Het is hier waar IJsland langzaam aan groeit.
Koud en zeer helder water stroomt hier door de kloof.
Tafelbergen onderweg.
Verder naar het Oosten vinden we een ravijn met de welluidende naam Fjaðrárgljúfur.
Twee miljoen jaar geleden ontstaan (ongeveer).
Met een diepte van zo hier en daar 100 meter beslist niet onderschatten, deze prachtige plek.
Ten Zuiden van Reykjavik is het mogelijk om tot de ultieme beleving van 'aarde' te komen...
... door een tour te boeken bij 'Inside the Volcano.'
Na een wandeltocht van zo'n drie kilometer met je groep naar het basecamp word je gereed gemaakt om de top te betreden van de slapende vulkaan Thrihnukagigur...
... om vervolgens in de krater te zakken met een lift.
Dit is de enige plek op aarde waar dit kan. Normaliter storten vulkanen na hun uitbarsting in, maar na de uitbarsting van deze vulkaan, zo'n vierduizend jaar geleden, is de lege magmakamer intact gebleven. Binnen zes minuten daal je 120 meter af...
... waarbij het woord spectaculair een understatement is.
Een ondergrondse schatkamer aan kleuren.
Journey to the Center of the Earth.
De schaal van deze rotsblokken is immens. Haast niet vast te leggen op de foto.
In totaal verblijf je hier zo'n dik half uur. Ondergronds is het een graad of vier. Beneden ben je vrij om op eigen tempo wat rond te lopen en te genieten van de serene rust die zo nu en dan wordt onderbroken door een tik van een druppel grondwater die op je helm kleddert. Het is hier schitterend!
Hoe kun je dit stukje aarde nog toppen? Met IJsland's waarschijnlijk meest gefotografeerde berg: Kirkjufell.
Je zou het niet zeggen maar deze kegelvormige berg is maarliefst 460 meter hoog. Avontuurlijk ingesteld als ik ben beklim ik hem, maar met mijn klimervaring kom ik slechts tot de helft. Geen slecht uitzichtje though.
Aarde dus! Dat voert ons langzaam naar grotere hoogtes, die voorzien zijn van:
IJS
Gletsjers.
De wereld van ijs is een ruige en onverbiddelijke.
Grotendeels onherbergzaam. 8% van IJsland wordt bedekt door de ijskap Vatnajökull, de op een na grootste gletsjer van Europa. De ijskap is op veel punten tot een kilometer dik en puilt met diverse gletsjertongen over de bergen heen, om uiteindelijk uit te monden in watervallen die hun weg vinden naar de oceaan.
Onder begeleiding en met juiste uitrusting kun je je wagen aan het beklimmen van een van de gletsjertongen. Hier de Svínafellsjökull.
Aanschouw deze bolletjes mos. Letterlijk bolletjes, want ze rollen op een voor wetenschappers nog steeds onverklaarbare wijze achter de zon aan, waardoor ze aan alle kanten groen groeien.
Zo hier en daar zitten gaten tot wel 200 meter diep in de ijskappen.
Geen rotsen, geen sneeuw, maar puur ijs.
Slechts met pikhouweel en spikeschoenen is het mogelijk om hier overheen te komen. Als onervaren beklimmer mag je een metertje proberen, maar het is echt zwaar en gevaarlijk, aangezien alles om je heen messcherp en bikkelhard is.
Hoe aanlokkelijk het ook uit ziet, bedenk je twee keer of je hier dichterbij wil komen.
Nu goed, gletsjertongen zijn constant in beweging. Je kunt ze het best vergelijken als een grote steen die je door het zand op en neer schuift. Alles op de weg van de gletsjer wordt aan de kant gedrukt, maar zo nu en dan pikt de gletsjer ook wat op. Dat veroorzaakt onder andere de vuile plekken op het ijs - simpelweg aarde waar de gletsjer doorheen schuift. In het meest gunstige geval wordt een stuk gletsjer met flink wat aarde bedekt, waardoor het smeltproces vertraagd wordt. Maar het meeste ijs ontkomt er uiteindelijk niet aan: langzaam, maar de laatste jaren steeds sneller, smelten de tongen weg of brokkelen ze af in kleinere ijsbergen, die nog even blijven drijven in lagunes.
De schoonheid van vergankelijkheid.
Van origine is dik ijs blauw, omdat het al het licht opneemt behalve het blauwe, dat weer naar onze ogen weerkaatst. Als ijs echter langer in de buitenlucht zit, kristalliseert de buitenzijde en wordt het wit. Door het smeltproces rollen ijsbergen in het water wel eens om en zo kan het dat zo nu en dan een vers, blauw stuk ijs, zich voor het eerst aan de buitenlucht laat zien.
En vergis je niet over de impact van de zinssnede 'voor het eerst'... dit ijs is meer dan duizend jaar oud.
Een beetje sneu voelt het wel dat je hier dan getuige bent van de laatste uren dat dit ijs nog bestaat. Uiteindelijk doet het zoute zeewater rap de rest.
Zeg maar doei.
Deze blokken ijs vind je overigens op Diamond Beach.
Een naam die je niet hoeft uit te leggen.
De vraag is dus hoe lang we nog van dit schouwspel kunnen genieten! We hebben het deels zelf in de hand...
VUUR
Wat me bij het laatste blok van dit verslag aan brengt.
Op 19 maart van dit jaar begon, na tijden van behoorlijke seismologische activiteit, de vulkaan Fagradalsfjall uit te barsten. Tot op heden spuwt de berg nog steeds lava uit en dat is tamelijk bijzonder. Als je af gaat op de laatste decennia vindt er zo eens in de vijf a zes jaar een vulkaanuitbarsting plaats op IJsland.
Lava! Het meest nieuwe stukje IJsland ziet hier dus voor het eerst het levenslicht.
De vulkaan is nu dus al enkele maanden onregelmatig bezig om het dal Geldingadalir te voorzien van nieuwe grond. Tijdens het begin van de uitbarsting was het nog mogelijk om tot dicht bij de krater te komen als voetganger, maar gaandeweg wordt het steeds lastiger om dichtbij te komen. Over de afgekoelde plakkaten lava lopen is uitgesloten. Onderstromen kunnen er nog steeds voor zorgen dat een voor het oog solide stuk ineens kan veranderen in een nieuwe poel vloeibaar gesteente. De bergen rondom bieden dus soelaas. Op het moment van mijn bezoek is de beste wandelroute er eentje van acht kilometer heen, acht kilometer terug - zorg dus voor genoeg eten en drinken onderweg - met zicht op de krater vanaf een behoorlijke afstand.
De oppervlakte van het lavaveld is immens.
De hike is mede door de grote hoogteverschillen behoorlijk pittig.
Maar dat kan me weinig deren. Want dit. Hoeveel indrukwekkender kun je het krijgen?
Opgepast.
Vuur dus.
And there you have it! De rokende krater van de Fagradalsfjall.
The land of fire and ice is absoluut geen grootspraak dus. De schoonheid van de rauwe natuurpracht heeft mij bevangen en ik hoop jullie ook. IJsland is geografisch gezien een doodgewone naam in het lijstje met Europese landen, maar een bezoek eraan voelt bijna buitenaards.
Dank voor het lezen!