San Sebastian is een heerlijke stad. Je kunt er pintxos eten, je kunt er wijn drinken, je kunt naar het strand, er zijn wandelingen naar mooie dorpjes in de buurt, er is een paleis, de Tour de France was er dit jaar twee dagen op rij… Een aanrader dus! En als je nog meer reden wil om naar San Sebastian te gaan: er is ook een pretpark. Niet met veel attracties, maar in sommige opzichten is het park toch zeker spectaculair te noemen. Kijken jullie met me mee naar mijn bezoek aan Monte Igueldo?
Eerst gaan we even terug in de tijd. Ergens in de zestiende eeuw werd er een vuurtoren gebouwd op de Igueldoheuvel naast San Sebastian. De heuvel is 181 meter hoog en daarmee het hoogste punt in de stad. Deze vuurtoren zie je nu nog terug in de vorm van een toren die hoog op de heuvel uitkijkt over de wijde omtrek, met een 360 graden zicht op de stad en de zee. Begin 20e eeuw, in 1912, opende de koningin-regentes Maria Christina van Habsburg-Lorraine (regentes over Spanje tot haar zoon Alfonso oud genoeg was, en vaste bezoeker van San Sebastian in de zomer) het pretpark. Sindsdien is er veel veranderd in de wereld, maar het pretpark is er nog.
Het park ligt dus aan de rand van San Sebastian. Je komt er met de auto, met de funicular (daarover later meer) of met de bus. Ik nam zelf de bus (lijn 16 naar Igueldo) de berg op. Een kleine tien minuten lopen vanaf de bushalte kwam ik op de parkeerplaats. Bij de slagboom rekent een dame af: € 2,50 per inzittende – of per wandelaar in mijn geval. Een entreekaartje kreeg ik niet, een bonnetje ook niet. En ik moet zeggen: dit is wel een van de treurigste pretparkentrees die ik ooit heb gezien. Maar misschien wel passend bij het kermisconcept: voor elke attractie moet je ook betalen.
Uitzicht vanaf de parkeerplaats op het park
Een beter uitzicht vanaf de parkeerplaats: de baai van San Sebastian
De entree van het park. Zelden zo'n treurig welkom gezien in een park.
Eenmaal in het park wilde ik beginnen met een sanitaire stop, maar tot mijn verbazing moest je 50 cent betalen voor het toilet. In Nederland is dat niet gek voor een (semi-)openbaar toilet, maar in Baskenland zijn overal gratis schone toiletten te vinden, bijvoorbeeld aan het strand of in het centrum van een stad. Dat je hier moest betalen, verbaasde me dus nogal.
Ter compensatie maar even een foto van het uitzicht de andere kant op. Mooi!
Toen ik verder liep, ontdekte ik al snel dat ‘pretpark’ een grote naam is. Er zijn maar een paar attracties. De belangrijkste daarvan is de achtbaan, Montaña Suiza. In werking sinds – hou je vast – 1928. 400 meter lang, een ritduur van anderhalve minuut en een maximumsnelheid van 50 kilometer per uur. Leukste features: fantastisch uitzicht vanuit de achtbaan én de aanwezigheid van een handmatige remmer. Ik kon dus niet wachten om in dit stuk geschiedenis te stappen!
De ligging is echt prachtig
Meer mensen willen erin
De remmer. Die man had écht plezier in zijn werk, heerlijk om te zien!
Niet op de track lopen en je kaartje laten zien
Dit kaartje dus.
De attractie is dan bijna 100 jaar oud, maar nog hartstikke populair. Voor € 2,80 koop je een kaartje en daarna passen er twintig mensen in het treintje. De remmer controleert de beugels, stapt weer in en… daar gaan we! Woehoe!
We rijden op de zee af...
Over het maken van onrides werd niet echt moeilijk gedaan.
Best een moderne vering, als je bedenkt dat dit uit 1928 komt. Lichamelijk lijkt het me best een zware baan, remmer zijn op de Montaña Suiza....
Daar gaan we!
Het uitzicht onderweg is alleen al de moeite waard, maar de baan is ook verrassend leuk. Ik had niet verwacht dat we zo snel zouden gaan, er is een tunnel, woei! Tot mijn verbazing is er zelfs een tweede trein. Ik verwacht niet dat deze ooit met twee treinen rijdt, maar als reserve is het wel handig.
Er zit zelfs een tunnel in de baan, ja ja.
We flitsten langs de tweede trein.
Er is thematisering. Een beetje dan.
En klaar voor het volgende ritje.
Daar gaan we weer.
Wat ik er van vond, moge duidelijk zijn met deze foto: leuk!! Tof ding!
Is er nog meer te beleven in dit park? Niet echt. Ik zal jullie meenemen door dit parkje. Ik had vooraf in reviews gelezen dat het ook echt oud en vervallen zou zijn. Dat is me reuze meegevallen. Het was schoon en redelijk onderhouden. Maar veel te zien en doen: nee, dat niet.
Wel leuk gelegen, zo op een heuvel. Je loopt in het park dus ook steeds trap op, trap af.
En steeds zie je dat prachtige uitzicht over de baai...
Het park heeft een draaimolen...
...een spookhuis…
…de eerder genoemde toren….
…botsauto’s….
...een doolhof...
…een kinderparcoursje…
...met aankleding!...
(tuindwerg approves deze kabouters)
Trampolines... en dat is het wel. Het is echt niet veel.
De waterbaan is nog wel een hoogtepunt. De baan zelf is niet heel spannend maar wederom ga je in een attractie op de rand van de heuvel en heb je een fantastisch uitzicht.
Hartstikke populair! Het was ook lekker weer, dat hielp vast.
Ik heb nog nooit zoveel niet-pretpark-foto's in een pretpark-TR gezet geloof ik. Maar mooi is het hier hè?
Ouderwets rad om de boel op gang te houden.
Wauw.
En eigenlijk is dat waarvoor je met alle plezier € 2,50 betaalt aan entree: het uitzicht. Want dat uitzicht over San Sebastian is fantastisch! De Montaña Suiza is tof en verder… tsja. Je mist niks. Behalve dus dat uitzicht.
Tot slot: de funicular. Al in gebruik sinds 1912. Voor een paar euro kun je retour en voor minder dan twee euro naar beneden. Dat deed ik dus, om verder te wandelen langs de prachtige stranden.
Dag Monte Igueldo! Het was fantastisch. Als pretpark mag het geen naam hebben, maar de achtbaan is tof en het uitzicht de moeite waard. Als ik weer in San Sebastian ben, ga ik zeker nog een keer. Daar hoeven ze niet eens een B&M voor te bouwen.