Toen ik eerder deze week mijn tripreport tikte over alpine-coasters en andere koddige credits in Pigeon Forge, Tennessee schreef ik over de Rocky Top Mountain Coaster “dichter dan dit zal ik dit jaar niet bij Dollywood komen.” Wat ik toen niet wist was dat de roeiwedstrijden van zondagmiddag verplaatst zouden worden naar zondagochtend, omdat er te veel wind zou staan om de hele dag veilig te roeien. Te veel wind om te roeien betekent echter niet te veel wind om iets leuks te gaan doen en als je dan onverwacht met een vrije zondagmiddag op een uurtje van Pigeon Forge zit… tja, dat spreekt voor zich dan hè?

Welkom! Welkom!
Als ik rond de klok van twee de parkeerplaats op rij heb ik nog ruim vijf uur de tijd om mijn enige nieuwe credit af te vinken en hopelijk te genieten van het vele moois dat Dollywood te bieden heeft. Laat ik meteen met een compliment beginnen: ze hebben een “self-ticketing” systeem aan de kassa waar ik letterlijk binnen dertig seconden een kaartje scoor. Op een scherm aantikken wat je wil, creditkaart erin en ’t systeem spuugt meteen een dagticket uit. Dat is alvast de eerste rij die meevalt.

Vrolijk dit

Dit kunstwerk is een ode aan Dolly's eerste hit: "Coat Of Many Colors" (haar moeder maakt een lappenjas van stukken stof en ondanks dat andere kinderen haar uitlachen om hoe armzalig dat is, voelt zij zich o zo rijk)
Het is deze weken voorjaarsfestival in het park en dus staat alles in bloei met prachtige bloemstukken, dieren uit bloemen en overal kraampjes voor een foodtruckfeest dat in sommige delen van het park is opgesteld. Waar ’t daardoor op de paden een komen en gaan is van mensen, die al etend en drinkend tussen de plantjes naar livemuziek luisteren, blijkt het qua wachtrijen allemaal bijzonder mee te vallen. Sterker nog, in plaats van eerst de nieuwe credit te halen loop ik meteen naar Lightning Rod, die volgens de app niet alleen open is (dat was al wel eens anders) maar ook slechts een half uurtje aanschuiven is.

Het kriebelt meteen hoor

Drive on up!

Let's go roddin', boys!
Vanuit de wachtrij is goed te zien hoeveel werk de afgelopen maanden in deze baan is gestoken. Vrijwel alle zichtbare track vanuit het park is spiksplinternieuwe I-box en meer dan ooit hangen wolkjes verkoelende mist rond het lanceersysteem. Treinen vertrekken af en aan en geen moment lijkt het personeel bezig met de techniek zelf. Wat een verademing ten opzichte van mijn laatste bezoek aan het park in 2017, toen een toegewijde onderhoudsmonteur continu bij de baan stond en we door non-stop storingen anderhalf uur aangeschoven voor een enkel ritje. Ook een verademing is de rit zelf, want de niet vernieuwde stukken track rijden nog steeds prima en de nieuwe track is niets anders dan soepel. De quadruple down is nu vooral pure airtime en nog altijd net zo briljant als de eerste keer, de lancering omhoog lijkt meer kracht te hebben en de hele rit is gewoon een lange (maar ergens ook te korte) adrenaline rush.

Fijn, fijn, fijn

't Fameuze kaneelbrood uit de Grist Mill is hier te koop
Lightning Rod ligt een beetje afgelegen ten opzichte van de andere achtbanen, maar na drie dagen zitten is ’t wel lekker om de beentjes te strekken heuvelop richting de rest. Ik sla een rij van een half uur voor Blazing Fury even over, maar de Tennessee Tornado is vrijwel meteen instappen. Een moderne klassieker met drie enorme inversies die deze warme middag voor mij ergens tussen gray-out en sterretjes tellen zitten. Wat een kracht heeft deze Arrow toch als ie eenmaal ingereden is en vergeleken met andere coasters uit dit era van de loopingachtbaan nog steeds hartstikke soepel.

Tennessee Tornado!
Om de hoek ligt de Firechaser Express. Hoewel nog best spannend voor een jonger publiek, vind ik dit de ultieme familieachtbaan. Twee lanceringen, waarvan eentje achteruit, een aansprekend en goed uitgewerkt thema, een prominente lifthill en glooiende drops. Het is bijna een half uur aanschuiven, maar dat doe ik met plezier en het is volgens de wachttijdenapp de langste wachtrij van het moment. De baan is nog net zo tof als ik me kon herinneren en als De Efteling hier gewoon een circusvariant van neerzet zou ik alvast hartstikke tevree zijn.

Vooruit, achteruit!

De ultieme familiecoaster

Achteruit!

Vooruit, omhoog!
Ik maak ook een rondje in de Wild Eagle. Hier loopt de wachtrij alleen op tot iets meer dan een kwartiertje, omdat net als ik aan de beurt ben het schoonmaakrondje begint. Beide treinen wordt met een desinfecterend zeepmiddel afgespoten en een ronde door de baan gestuurd. Dollywood is sowieso nog altijd druk bezig met de Corona-maatregelen, want waar in Tennessee en buiten het park vrijwel geen regels meer zijn en iedereen zonder mondkapjes en hutjemutje rondloopt worden in het park verplichte mondkapjes (ook op de paden) en afstand houden best goed nageleefd. Wild Eagle is natuurlijk de niet-te-missen B&M wingcoaster boven op de heuvel midden in ’t park. Het is een prima baan, maar Fenix is beter, omdat ’t einde van Wild Eagle toch een beetje uitrijden is en de gewone lifthill en drop lang niet zo speciaal zijn als de eerste drop van Fenix of de lancering van Thunderbird in Holiday World.

Sublieme ligging voor deze B&M, al stelt ie me verder wat teleur

Het is zo heerlijk groen hier
Zonder me te haasten heb ik binnen anderhalf uur vier grote coasters gehad en moet ik er nog drie, waarvan twee zo op het eerste oog geen noemenswaardige rij hebben. Ik pik daarvan eerst Mystery Mine mee. Ik heb ’t eigenlijk niet zo op Gerstlauer Eurofighters, maar deze is wel de allerleukste. Een kort darkride-deel om te beginnen, gevolgd door een wonderlijk stuk baan buiten (waar recent een bocht uit werd geknipt en ’t nieuwe baanverloop is duidelijk de soepelste meters van de baan) en uiteindelijk de spectaculaire finale. Een mooi station, gave ligging en unieke lay-out maken dit ondanks de rammelende inversies alsnog een toffe baan.

Eurofighter: done right!
Ook tof is Thunderhead, de GCI die iets verderop ligt en ook vrijwel geen rij kent. Dollywood draait vandaag op volle capaciteit bij alle attracties, maar laat slechts vijftig procent van de bezoekers binnen en vraagt gasten in ruil voor volle treinen om ook in de attracties hun mondkapjes op te laten. Daar lijkt iedereen goed mee te kunnen leven. Thunderhead ligt er goed bij en ondanks dat ie wat trilt vliegt ie door de baan als nooit tevoren. Ik maak meteen nog een tweede ritje, want een GCI die op 110 procent van de snelheid door de baan lijkt te raggen is een uitstekende manier om werkstress uit je lijf te schudden.


Tijd om de enige nieuwe credit hier voor mij maar eens toe te voegen. Dollywood opende recent het Wildwood Grove-themagebied en daarin de Vekoma suspended junior coaster Dragonflier. Het model is dezelfde lay-out die ooit werd geïntroduceerd als de welbekende Deense Orkanen. Het verhaal achter Wildwood Grove is dat een meisje op haar zomerkamp een vlinder achtervolgt en als ze eenmaal door speurders wordt gevonden slaapt ze tussen vriendelijke wilde dieren en insecten onder een magische boom diep in de Smokeys. Dat verhaal spreekt absoluut uit de attracties (met o.a. de bekende paardenbaantjes vervangen door rijden op de rug van vrolijke beren en vliegtuigmolens hebben hier ineens vogels en vlinders), maar waar vrijwel heel Dollywood juist zo prachtig is door de volwassen bomen en daadwerkelijk diepe bossen heeft hier voor de aanleg een schrikbarende kaalslag plaatsgevonden. Er is weer netjes bij geplant en de kale vlaktes achter de schuttingen zullen vast in de komende jaren worden ingevuld met nieuwe uitbreidingen (waar anders, trouwens?), maar dat uitgerekend het themagebied dat een open plek in een magisch diep oerbos moet voorstellen net zo goed in een polder had kunnen staan is wel… vreemd. Over de achtbaan kan ik kort zijn: de rit is zoals bekend prima, maar het gebrek aan een tweede trein is in een pretpark van dit formaat een aanfluiting en dat het daardoor de langste wachtrij van de dag is (uiteindelijk door een regenbuitje bijna drie kwartier aanschuiven in een veehok met kindermuziek) spreekt boekdelen. Het is dat ik de credit natuurlijk wel wilde hebben.

Het park begint inmiddels net na vijven leeg te lopen en de eerdere wachtrijen lopen nu ook zienderogen terug. Ik loop in de hoop Blazing Fury toch even te doen weer de heuvel op, maar zie dat die nu dicht is met storing. Terug naar Lightning Rod dan maar, waar ik met stomheid geslagen een uitgestorven station aantref. In een half uur tijd maak ik vier extra ritjes, waarbij het verplichte omlopen steeds de meeste tijd kost. In de warme avondzon is de baan echt bloedsnel en als je de handvatten bij je knieën niet met witte knokkels vastgrijpt word je als een malle rondgesmeten. Beestachtig, deze coaster, op een dag als deze, maar zo steengoed. Als ik met een grote grijns keer op keer instap vraagt het meisje dat mijn beugel dicht doet uiteindelijk knipogend “what’s the grin for?!” Als ik zeg dat ik dolblij ben dat de baan eindelijk probleemloos lijkt te draaien grijnst ook zij nu breed: “So are we, sir! It’s been hard work, but looks like they’ve done it. Great all year so far.” (Toegegeven en een nadeel: dit verhaal is 't resultaat van dat we allebei eerst met onze bezwete mondkapjes stonden te futselen.) Geen idee of dat echt waar is en het is hopen dat het zo blijft, maar wie vandaag voor het eerst Dollywood bezocht en niets van Lightning Rod weet zag slechts een meer dan uitstekende probleemloos draaien monsterachtbaan. Looks like they’ve done it!

Avondzonnetje!

Oei, oei, oei, wat is dit mazzelen zeg
Opnieuw de heuvel op is Blazing Fury net weer open. Deze indoorbaan die een sterk verouderde darkride over de brandweer combineert met een stukje achtbaan aan het einde is een klassieker die wel wat liefde kan gebruiken. Tot mijn teleurstelling moet ik ook nog eens concluderen dat de splash aan het einde is vervangen door een remsectie en wat rook-, licht- en geluidseffecten. Er zijn zowel in zusterpark Silver Dollar City als hier de laatste jaren tientallen miljoenen naar enorme achtbanen en waterattracties gegaan, maar daar steekt wat over is van de tweede historische zusterdarkrides (Blazing Fury en SDC’s Fire In The Hole) wel lelijk tegen af. Het is de hoop dat ze dat de komende jaren rechtzetten.
Ik zie dat Firechaser Express inmiddels vlak voor sluitingstijd ook meteen instappen is en maak nog snel een tweede ritje. Aan de horizon pakken zich achter donkere wolken samen en Wild Eagle wordt vroegtijdig gesloten. Als ik een paar minuutjes na sluitingstijd bij mijn auto aankom vallen de eerste druppels en als ik met de zoetgevooisde stem van Ms. Dolly Parton op de radio de Parkway op draai terug richting Knoxville rolt een enorm onweer uit het naastgelegen nationale park rap de vallei in. De vijf uurtjes in een rustig maar gezellig Dollywood waren de stevige entreeprijs (dit jaar inclusief btw bijna negentig dollar voor een dagticket) meer dan waard.

Tijdloos advies van Dolly
Disney en Universal hebben in Florida en California misschien een paar van de beste themaparken ter wereld neergezet, maar nu ik ze binnen een paar maanden van elkaar hebben kunnen bezoeken durf ik te zeggen dat Herschend Family Entertainment (en Dolly Parton natuurlijk) met Silver Dollar City en Dollywood twee van de allerallerbeste pretparken ter wereld in handen hebben. Als ’n bandiet met een revolver tegen mijn hoofd me zou dwingen om te kiezen tussen de twee? Time Traveler is de beste achtbaan uit de twee (met Lightning Rod als nipte tweede en Firechaser Express op drie), maar Dollywood is met echt minimale marges voor mij net het betere park. Beter en meer entertainment, net wat ruimer opgezet, net iets completere collectie achtbanen en attracties (met meer voor ’t hele gezin en de familieattracties beter verspreid door hele park), maar uiteindelijk zijn ze allebei fantastisch.
Zet deze twee parken op je bucket list en kom hierheen zodra ’t allemaal weer mag. Ik zeg dit echt niet zo snel, maar… beter worden pretparken gewoon niet. Vakwerk is ‘t. Vakwerk!