Ik herinner me vooral de rust tijdens de afdalingen en dan de ruwe overgang als je in de bocht vloog, zoals bij een rodelbaan eigenlijk. De zitjes en de beugels waren wel heel aangenaam, waarbij vrijheid inderdaad het beste woord is om dat gevoel te omschrijven. Je kan ze best vergelijken met de nieuwe Mack-heupbeugels.
Het thema, als er al een was, was vliegen en dat kreeg je in de wachtrij doordat je op een meter van de grond op roosters liep in een half open gebouw (ik dacht zonder dak). Op 2 plaatsen was er dan een effect, 1 mist effect en 1 wind effect. Er hingen ook nog ergens spiegels, waardoor het leek dat je door de lucht stapte, maar vanaf dat er een beetje een wolk te voorschijn kwam was dat effect nogal mislukt. En dit alles was te vinden op de voormalige plaats van Tornado, een niet echt waardige opvolger voor de allereerste inversiebaan van Europa én Vekoma...
Airtime was er niet, tenzij bij de eindrem een heel klein beetje én bij het afremmen op de lifthill.
Speciale aan deze baan was dat elke gondel zijn eigen rem mee had, en dat die gondels met elkaar communiceerden. Nu was dat ook direct een van de grote problemen, want als er iets fout was moest elke gondel gehaald worden met een veiligheidsgondel met motor op, en dat duurde al snel meer dan een half uur eer alle gondels terug waren.
Daarnaast had de baan ook te maken met excessieve slijtage aan de track en gondels, waar Doppelmayr geen oplossing voor vond.
Qua ervaring was dit eigenlijk wat je verwacht als je in een flying theater zit, alleen met rare bochten, lelijke daken van gebouwen, en zonder mooie beelden. Als ik me niet vergis was er wel een soundtrack voor deze baan, maar niet in de gondel.